Stikstofdioxide in lucht, 1992-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van stikstofdioxide (40 µg NO2/m³) is in 2013 op een aantal verkeersbelaste meetlocaties overschreden. Uit berekeningen blijkt dat langs iets minder dan 200 kilometer weg of straat de grenswaarde is overschreden.

Concentraties en normen

Ter bescherming van de volksgezondheid heeft de EU een aantal grenswaarden voor NO2-concentraties vastgelegd in de Europese richtlijn voor luchtkwaliteit (EU, 2008). Deze grenswaarden zijn sinds 2001 opgenomen in de Nederlandse wetgeving (Staatsblad, 2001). Voor meer informatie zie Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen

De NO2-concentratie bleef in 2013 in het overgrote deel van Nederland onder de EU-norm voor het jaargemiddelde (40 µg/m3). Dit blijkt uit metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), GGD Amsterdam en DCMR.

Op 7 van de 22 verkeersbelaste meetlocaties laten de metingen nog steeds overschrijdingen van de EU grenswaarde van 40 µg/m3 zien. Nederland heeft tot 1 januari 2015 uitstel van de Europese Commissie om hieraan te voldoen. Tot die tijd geldt een verhoogde grenswaarde van 60 µg/m³ (zie ook Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen). Deze tijdelijke grenswaarde wordt in 2013 nergens overschreden.

Naast de jaargemiddelde EU-norm geldt een blootstellingsnorm voor uurgemiddelde piekconcentraties van stikstofdioxide. Deze uurgemiddelde concentraties boven 200 µg/m3 (smog) komen lokaal minder dan de toegestane 18 keer per jaar voor op locaties met veel verkeer en/of industrie. De overheid informeert de bevolking over actuele luchtkwaliteit (smog) via Teletekst (pagina 711), de LML-website en de app met info luchtkwaliteit.

De kaart geeft een beeld van grootschalige, jaargemiddelde NO2-concentratie in 2013 (Grootschalige Concentratiekaarten Nederland, GCN). Lokale verhogingen langs drukke verkeerswegen en straten zijn op deze kaart niet weergegeven.

Naast metingen kunnen modelberekeningen aanvullende informatie over de luchtkwaliteit geven. Voorbeeld hiervan zijn de berekeningen in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL; zie 'Beleid'). Voor 2012 geven deze berekeningen aan dat, per rijrichting, langs 188 kilometer weg of straat nog overschrijding van de grenswaarde (40 µg/m3) voorkwam (Van Zanten et al, 2013). Het overgrote deel hiervan, 141 kilometer, bevindt zich in de provincie Zuid-Holland.

Trend

De laatste twintig jaar dalen de NO2-concentraties (zie afbeelding 'Trend 1992-2013'). Tot 1999 was het aantal meetstations in stedelijke gebieden beperkt, maar daarna is het aantal stedelijke achtergrond- en verkeersbelaste meetstations in Nederland sterk uitgebreid. Hierdoor geeft de trendfiguur vanaf 1999 een robuuster beeld over het verloop van de NO2-concentraties in deze gebieden.

In de periode 1993-2010 daalden de NO2-concentraties gemiddeld over Nederland met 0,4 ± 0,1 µg/m³. Dit blijkt uit een trendanalyse van het RIVM in samenwerking met de GGD Amsterdam en de DCMR (Hoogerbrugge et al., 2011). De recentere trendanalyse voor de periode 1999-2013 bevestigt deze daling (Hoogerbrugge et al., 2014). Stedelijke achtergrond- en verkeersbelaste stations laten sinds 1999 een statistisch significante afname van (gemiddeld) 0,6 µg/m³ zien. Om in 2015 aan de grenswaarde van 40 µg/m3 te voldoen is een nog sterkere afname nodig.

Sinds 1978 meet het LML op meerdere locaties de NO2-concentratie. De langetermijntrend (zie afbeelding 'Trend 1978-2013') geeft de langjarige reeksen van beschikbare achtergrondstations weer. Sinds eind jaren tachtig dalen de achtergrondconcentraties in regionale en stedelijke gebieden.

NSL-berekeningen voor het jaar 2015 laten nog langs 13 kilometer weg of straat, per rijrichting, overschrijdingen van de jaargemiddelde grenswaarde zien (Van Zanten et al., 2013).

Maatregelen bij verkeer, industrie en de energiesector zorgden in de afgelopen jaren voor een daling in de NO2 concentraties. De laatste jaren is deze daling echter minder sterk en daar zijn meerdere redenen voor. Zo stijgt het aandeel stikstofdioxide in de uitlaatgassen door de gecombineerde toepassing van fijnstoffilters, oxidatiekatalysatoren en andere maatregelen. Verder is door strengere eisen aan motorvoertuigen de uitstoot weliswaar verminderd maar door een toename van het aantal gereden kilometers is het netto effect op de totale emissies kleiner. Ook blijken motorvoertuigen in de praktijk minder zuinig (meer uitstoot) dan tijdens condities waaronder fabrikanten testen.

Bronnen

Verkeer is een belangrijke bron van stikstofoxiden (NOx= NO [stikstofmonoxide] + NO2 [stikstofdioxide]). In (drukke) straten en in de nabijheid van snelwegen zijn concentraties van stikstofoxiden (waaronder van stikstofdioxide) hoog. Industrie, raffinaderijen en de energiesector leveren ook een bijdrage aan de verhoogde concentratieniveaus.

Beleid

Voor Nederland zijn emissieplafonds voor een aantal luchtverontreinigende stoffen, de zogeheten National Emission Ceilings (NEC) richtlijn, vastgelegd (EU, 2001). De uitstoot van stikstofoxiden (NOx) is in 2012 in Nederland licht gedaald en bleef daarmee, net als in 2011, onder dit plafond (NEC) van 260 kiloton.
Voor meer informatie zie Nationale luchtkwaliteit: beleid en Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021.

Om tijdig aan de Europese grenswaarden voor de luchtkwaliteit te voldoen is in Nederland het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet.

Gezondheidseffecten

Voor meer informatie zie 'Stikstofdioxide' onder Smog Gezondheidseffecten.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Concentratie van stikstofdioxide in lucht
Omschrijving
Concentratie van stikstofdioxide in Nederland op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, de GGD Amsterdam en de DCMR (LML+)
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Berekeningswijze
Jaargemiddelde concentraties berekend uit uurwaarden. Voor een geldig jaargemiddelde zijn minstens 75% van de uurwaarden nodig.
Basistabel
Reken- en Informatiesysteem Lucht van het Centrum Milieukwaliteit (MIL) van het RIVM.
Geografische verdeling
-
Andere variabelen
Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als fijn stof, koolmonoxide, ozon en zwaveldioxide.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2014. (Velders et al., 2014; zie bij 'Referenties'). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2012 (Mooibroek et al., 2013; zie bij 'Referenties'). Meten waar de mensen zijn (Buijsman 2009/009; zie bij 'Referenties').
Opmerking
Voor berekening jaargemiddelde zijn verschillende berekeningswijzen mogelijk; resultaten kunnen daardoor uiteenlopen (Wesseling en Beijk, 2008). De verschillen bedragen echter niet meer dan 2 µg/m³.
Betrouwbaarheidscodering
Kaart: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd). Trend 1992-2013: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd). Trend 1978-2013: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
19
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Stikstofdioxide in lucht, 1992-2013 (indicator 0231, versie 13, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.