Stikstof en fosfaat in dierlijke mest en kunstmest, 1980-2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Diverse wettelijke regelingen hebben geleid tot een daling van de hoeveelheid stikstof en fosfaat in dierlijke mest. Ook de stikstof- en fosfaatgift uit kunstmest kent een dalende trend.

  1980198619901995200020012002
         
  miljoen kg     
Totaal       
Stikstof als N-totaal1)9271 042927930754714676
Fosfaat als P2O5314340294271245237220
         
Dierlijke mest       
Stikstof als N-totaal1)       
Gehele veestapel441542527524415416384
w.v.rundvee2)311383354346261269248
 mestkalveren455810109
 varkens82102104107858172
 pluimvee37454745424040
 overige3)671818171615
         
Fosfaat als P2O5       
Gehele veestapel230259220209183185172
w.v.rundvee2)120139111110919690
 mestkalveren3434554
 varkens73786960484641
 pluimvee32373329323231
 overige3)2256766
         
Kunstmest 4)       
Stikstof als N-totaal486500400406339298292
Fosfaat als P2O584817462625248
         
Bron: CBS en LEI.CBS/MC/sep04/0106
1) De stikstofproductie betreft de hoeveelheid stikstof op het moment van uitrijden van de mest.
2) Rundvee exclusief mestkalveren; mestproductie gedurende het hele jaar.
3) Schapen, geiten, pelsdieren en konijnen.
4) Afzet van kunstmest tussen 1 juli van het vermelde jaar en 1 juli van het voorafgaande jaar.

Stikstof- en fosfaatproductie in dierlijke mest

Na een aanzienlijke groei in de jaren zeventig en tachtig bereikte de productie van stikstof en fosfaat in dierlijke mest een top in 1986. Als gevolg van de Beschikking superheffing (1984), de mestwetgeving (1987) en de verlaging van het fosfaatgehalte van krachtvoer is na 1986 de mest- en mineralenproductie gedaald. Na de invoering van het mineralenaangiftesysteem (MINAS) op 1 januari 1998 neemt de stikstofproductie versneld af.

Stikstof- en fosfaatgift uit kunstmest

De stikstofgift uit kunstmest is eveneens vanaf 1986 verminderd. De sterkste afname heeft tussen 1986 en 1990, en tussen 1998 en 2000 plaatsgevonden. De hoeveelheid fosfaat uit kunstmest daalt al sinds 1970.

Bronnen

  • CBS / LEI (2001). Land- en tuinbouwcijfers 2001. CBS / Landbouw-Economisch Instituut, Voorburg/Heerlen / Den Haag.
  • CBS (2004). StatLine. Productie van mest en mineralen. CBS, Voorburg/Heerlen.
  • Oenema, O., G.L. Velthof, et al. (2000). Forfaitaire waarden voor gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen. Alterra (rapport 107, gewijzigde druk, ISSN 1566-7197), Wageningen.

Relevante informatie

  • Meer informatie over stikstof en fosfaat in mest zijn te vinden op StatLine (CBS) en bij het LEI.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De stikstofproductie is de hoeveelheid stikstof in de mest op het moment van uitrijden of toepassing. Dit betekent dat gasvormige stikstofverbindingen (zoals ammoniak) die in stal, weide en tijdens opslag vrijkomen niet in de stikstofproductie zijn opgenomen. In de gepresenteerde cijfers is voor alle jaren de stikstofproductie herberekend voor alle gasvormige stikstofverliezen volgens Oenema, O., et al. (2000).Bij fosfaat treden er geen gasvormige verliezen op tussen het moment van uitscheiden en het uitrijden of toepassen van de mest.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
30
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Stikstof en fosfaat in dierlijke mest en kunstmest, 1980-2002 (indicator 0106, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.