Stikstof en fosfaat in dierlijke mest en kunstmest, 1980-2001
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
1980 | 1986 | 1990 | 1995 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001* | ||
miljoen kg | |||||||||
Totaal | |||||||||
Stikstof als N-totaal 1) | 927 | 1 042 | 927 | 930 | 873 | 828 | 754 | 750 | |
Fosfaat als P2O5 | 314 | 340 | 294 | 271 | 264 | 256 | 245 | 242 | |
Dierlijke mest | |||||||||
Stikstof als N-totaal 1) | |||||||||
Gehele veestapel | 441 | 542 | 527 | 524 | 470 | 445 | 415 | 411 | |
w.v. | rundvee 2) | 311 | 383 | 354 | 346 | 299 | 280 | 261 | 263 |
mestkalveren | 4 | 5 | 5 | 8 | 8 | 9 | 10 | 10 | |
varkens | 82 | 102 | 104 | 107 | 98 | 94 | 85 | 81 | |
pluimvee | 37 | 45 | 47 | 45 | 46 | 45 | 42 | 41 | |
overige 3) | 6 | 7 | 18 | 18 | 18 | 17 | 17 | 16 | |
Fosfaat als P2O5 | |||||||||
Gehele veestapel | 230 | 259 | 220 | 209 | 193 | 191 | 183 | 180 | |
w.v. | rundvee 2) | 120 | 139 | 111 | 110 | 96 | 97 | 91 | 92 |
mestkalveren | 3 | 4 | 3 | 4 | 5 | 5 | 5 | 5 | |
varkens | 73 | 78 | 69 | 60 | 54 | 50 | 48 | 46 | |
pluimvee | 32 | 37 | 33 | 29 | 32 | 33 | 32 | 31 | |
overige 3) | 2 | 2 | 5 | 6 | 6 | 7 | 7 | 6 | |
Kunstmest 4) | |||||||||
Stikstof als N-totaal | 486 | 500 | 400 | 406 | 403 | 383 | 339 | 339 | |
Fosfaat als P2O5 | 84 | 81 | 74 | 62 | 71 | 65 | 62 | 62 | |
Bron: CBS en LEI. | CBS/MC/okt02 | ||||||||
1) De stikstofproductie betreft de hoeveelheid stikstof op het moment van uitrijden van de mest. 2) Rundvee exclusief mestkalveren; mestproductie gedurende het hele jaar. 3) Schapen, geiten, pelsdieren en konijnen. 4) Afzet van kunstmest tussen 1 juli van het vermelde jaar en 1 juli van het voorafgaande jaar. |
Ontwikkeling stikstof- en fosfaatproductie
De top van de stikstof- en fosfaatproductie ligt in 1986. Als gevolg van de Mestproductie door de veestapel, 1986-2023, de mestwetgeving (1987) en de verlaging van het fosfaatgehalte van krachtvoer daalde daarna de mest- en mineralenproductie. Vanaf de invoering van het mineralenaangiftesysteem (Wettelijke normen voor het gebruik van meststoffen) is de stikstofproductie versneld gaan dalen. De stikstofgift uit kunstmest daalde eveneens vanaf 1986, vooral tussen 1986 en 1990 en tussen 1998 en 2000. De hoeveelheid fosfaat uit kunstmest neemt al af sinds 1970.
Methodiek
De stikstofproductie in deze editie van het Milieucompendium is herberekend voor alle jaren, rekening houdend met alle gasvormige stikstofverliezen volgens Oenema (2000).
Bronnen
- CBS/LEI (2001). Land- en tuinbouwcijfers 2001. Centraal Bureau voor de Statistiek/Landbouw-Economisch Instituut, Voorburg/Heerlen/Den Haag.
- CBS (2002). Statline. Productie van dierlijke mest. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- Oenema, O., G.L. Velthof, et al. (2000). Forfaitaire waarden voor gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen. Alterra (rapport 107, gewijzigde druk, ISSN 1566-7197), Wageningen.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Stikstof en fosfaat in dierlijke mest en kunstmest, 1980-2001 (indicator 0106, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.