Benutting van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest, 2008-2011

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De plaatsingsruimte voor fosfaat wordt in 2011 op landelijk niveau voor 89 procent benut, voor stikstof is de benuttingsgraad 94 procent.

Benutting van de plaatsingsruimte voor fosfaat

Sinds 1998 wordt landelijk de wettelijke plaatsingsruimte voor fosfaat voor ongeveer 80 procent benut. In 2011 bedraagt de benutting 89 procent.

Benutting van de plaatsingsruimte voor stikstof

Het gebruik van stikstof wordt berekend uit de stikstof in geproduceerde mest plus de stikstof in aangevoerde mest verminderd met de stikstof in afgevoerde mest. De stikstof in geproduceerde mest is de uitscheiding van stikstof verminderd met gasvormige verliezen, bijvoorbeeld in de vorm van ammoniak. Boeren mogen hierbij uitgaan van forfaitaire waarden die over het algemeen hoger zijn dan de factoren die bij emissieberekeningen worden toegepast. De hoeveelheid stikstof in de mest is hierdoor kleiner waardoor er minder mest van het bedrijf hoeft te worden afgevoerd. In de figuur is bij de bepaling van het stikstofgebruik echter niet uitgegaan van forfaitaire waarden maar van (lagere) emissiefactoren. Hierdoor blijft er meer stikstof achter in de mest. Dit verklaart voor een deel de relatief forse overschrijdingen van de plaatsingsruimte in sommige regio's.
In 2011 bedraagt de benutting van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest 94 procent.

Regionale verschillen

Noord-Brabant heeft in 2011 het hoogste gebruik van fosfaat per hectare cultuurgrond (111 kg per ha), ongeveer tweemaal zo hoog als Zeeland en Flevoland (respectievelijk 56 en 60 kg per ha).

Transport van mest

Om binnen de wettelijke plaatsingsruimte te blijven, voeren veel boeren een deel van hun fosfaatproductie af naar andere landbouwbedrijven of naar het buitenland. In 2011 is 50 procent van de fosfaatproductie afgevoerd. De export van fosfaat en de onttrekking van fosfaat aan de landbouw door mestverwerking zijn in 2012 vergelijkbaar met 2010.

Plaatsingsruimte wordt jaarlijks kleiner

De aanscherping van de normen leidt jaarlijks tot een verkleining van de plaatsingsruimte (er mag minder stikstof en fosfaat gebruikt worden). Aan de jarenlange daling van de stikstof- en fosfaatproductie is inmiddels een eind gekomen. Bij verdere aanscherping van de normen betekent dit dat er meer mest moet worden verwerkt of geëxporteerd.

Wat is de plaatsingsruimte?

De plaatsingsruimte wordt berekend op basis van gebruiksnormen voor dierlijke mest. In 2011 is de gebruiksnorm voor stikstof 170 kg per hectare. Bedrijven waarvan het areaal bestaat uit ten minste 70 procent grasland mogen 250 kg stikstof toepassen op hun totale areaal voorzover het mest van graasdieren betreft. Voor fosfaat is met ingang van 2010 de gebruiksnorm gedifferentieerd naar de fosfaattoestand van de bodem. Bij een neutrale fosfaattoestand in 2011 is de gebruiksnorm 75 kg per hectare bouwland en 95 kg per hectare grasland.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de benutting van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Benutting van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest
Omschrijving
Benuttingsgraad van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest per landbouwgebied.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Het artikel Transport en gebruik van mest en mineralen (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.
Geografische verdeling
Er zijn diverse regionale indelingen: totaal Nederland, landsdelen, provincies, COROP-gebieden, landbouwgebieden en groepen van landbouwgebieden, concentratiegebieden, stroomgebieddistricten en gemeenten.
Andere variabelen
Transport van dunne en vaste mest per diercategorie, transport van stikstof, fosfaat en kalium in dierlijke mest, oppervlakte bemestbare landbouwgrond.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
D (schatting op basis van door het CBS berekende gegevens over de productie van dierlijke mest en mineralen, een externe registratie van het Ministerie van LNV over de hoeveelheden getransporteerde mest en een enquête over de verwerking van de mest).

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2013). Benutting van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest, 2008-2011 (indicator 0091, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.