Energieverbruik per energiedrager, 1990-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het Nederlandse energieverbruik is tussen 1990 en 2012 met 20 procent gegroeid. In 2011 is er 7,1 procent minder energie verbruikt dan in 2010, maar in 2012 is er weer een lichte groei van 0,7 procent.

Totale energieverbruik iets gestegen

In 2012 is het totale verbruik van energiedragers (3 269 PJ) met 0,7 procent iets hoger dan in 2011. Vooral het verbruik van steenkool nam toe (10 procent meer dan in 2011), met name doordat er meer steenkool is gebruikt voor de productie van elektriciteit (+ 14 procent). Deze ontwikkeling is prijsgestuurd. Steenkool was in 2012 relatief goedkoop ten opzichte van aardgas.

Aardgasverbruik gedaald

In 2012 is het aardgasverbruik (1 373 PJ) ruim 4 procent lager dan in 2011. Hiermee komt het aardgasverbruik uit op het laagste niveau sinds 1990.
Er is in 2012 veel minder aardgas is gebruikt voor de opwekking van elektriciteit (- 15 procent). Het verbruik van aardgas voor warmtetoepassingen steeg wel, met 6 procent. Dit komt door de relatief koele herfst en de koude winter van 2011/2012.

Verbruik aardoliegrondstoffen en -producten licht gestegen

In 2012 is het verbruik van aardoliegrondstoffen en -producten (1 258 PJ) 1,4 procent hoger dan in het jaar ervoor. Ondanks de economische teruggang trok de buitenlandse vraag naar Nederlandse petrochemische producten aan. Het verbruik van olieproducten in de petrochemische industrie steeg daardoor ten opzichte van 2011. Het verbruik van aardoliegrondstoffen is in 2012 licht gedaald met 1,1 procent.

Omzetting van energiedragers

In Nederland worden voornamelijk aardolie, aardgas en steenkool als energiedragers ingezet voor omzetting in andere energiedragers. Behalve voor de productie van energie worden energiedragers, met name aardolie, ook als grondstof voor chemische producten gebruikt.

Toelichting bij de grafieken

Het Compendium voor de Leefomgeving onderscheidt 3 manieren hoe de energiedragers ingezet kunnen worden:

  • Verbruik als brandstof in ketels, kachels, enz. Dit is het energieverbruik voor verwarming, verlichting of als krachtbron voor auto's, machines en andere apparaten. De cijfers zijn exclusief het verbruik voor energieomzetting. Ook wel energetisch finaal verbruik genoemd.
  • Verbruik als grondstof. Dit betreft het verbruik van energiedragers voor het maken van producten die geen energiedrager zijn maar waar wel de energie in is opgeslagen. Een voorbeeld is het gebruik van aardoliegrondstoffen voor de productie van plastic. Ook wel niet-energetisch finaal verbruik genoemd.
  • Omzettingssaldo van energiedragers in andere energiedragers. Het omzettingssaldo is de inzet minus de productie bij de omzetting van de ene energiedrager in de andere. Bijvoorbeeld omzetting van aardgas in elektriciteit en warmte of de omzetting van aardoliegrondstoffen in aardolieproducten als benzine en diesel.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over het Nederlandse energieverbruik is opgenomen in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Energieverbruik per energiedrager
Omschrijving
Ontwikkeling van het totale energieverbruik in Nederland per energiedrager. Dit is gelijk aan het primaire energieaanbod.
Voor het meest recente jaar is het energieverbruik uitgesplitst naar wijze van inzet.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
De berekening van het verbruik van aardolie en aardolieproducten is met ingang van 2007 iets gewijzigd in vergelijking met de jaren ervoor. Door enkele definitiewijzigingen kan het verbruik van aardolie en aardolieproducten in 2007 niet worden vergeleken met dat voor 2006 en kan een groei in het verbruik tussen beide jaren niet direct uit de tabel worden berekend. Meer informatie over deze trendbreuk geeft het artikel Trendbreuk in uitkomsten Energiebalans verslagjaar 2007 en 2008 (CBS, 2009).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens per energiedrager voor een groot aantal energiebalansposten (zoals winning, invoer, verbruik, verbruikssaldo energiebedrijven, verbruikssaldo energieafnemers, uitvoer, bunkers) en economische sectoren.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
24
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16

Referentie van deze webpagina

CLO (2013). Energieverbruik per energiedrager, 1990-2012 (indicator 0054, versie 18, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.