Belasting oppervlaktewater door gebruik van enkele gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 2005-2021
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De belasting van het oppervlaktewater door emissies vanuit landbouwkundig gebruik is voor 2021 niet opnieuw berekend. De cijfers zijn gelijk gehouden aan die van 2020. De trend in de belasting verschilt per werkzame stof. De belasting met imidacloprid was fors gedaald van 41 kg in 2015 tot 4,7 kg in 2020. Bij MCPA en glyfosaat is de belasting afgenomen ten opzichte van 2015 maar voor glyfosaat is die nog wel hoger dan in 2010. De belasting met Terbutylazine ligt inmiddels weer onder het niveau van 2010.
Trends gewasbeschermingsmiddelen
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen in het oppervlaktewater terechtkomen door verwaaien (drift) en afspoeling vanaf de bodem naar omliggende oppervlaktewateren (Kruijne et al., 2012). De gegevens over de belasting van het oppervlaktewater worden berekend voor 2005 en later. Het gebruik van individuele gewasbeschermingsmiddelen is een keuze van de landbouwer terwijl het beschikbare middelenpakket vooral wordt bepaald door de middelenfabrikanten en door het Europees geharmoniseerde toelatingsbeleid (CTGB, 2022). Soms gaat een daling van het gebruik en de emissie van het ene middel gepaard met een stijging van één of meerdere andere middelen. Maar dat is met deze indicator niet na te gaan. De focus is op ontwikkelingen binnen de 4 geselecteerde stoffen.
Voor het herbicide glyfosaat is de bijdrage vanuit gebruik in de landbouw beperkt maar door het verbod op gebruik in het stedelijk groenbeheer is dit wel de belangrijkste bron geworden. Door het gebruiksverbod in de landbouw voor het insecticide imidacloprid, heeft dit middel vrijwel alleen nog biocide toepassingen (zoals vlooienbestrijding bij huisdieren). Deze bijdragen zijn niet opgenomen in deze indicator. Bij MCPA veroorzaakt het gebruik in de landbouw de belangrijkste bijdrage.
Het herbicide terbutylazine wordt nagenoeg uitsluitend gebruikt in de land- en tuinbouw voor onkruidbestrijding bij de teelt van mais. De toegelaten middelen bevatten naast terbutylazine ook andere actieve stoffen, zoals mesotrion, dimethenamide-P en S-metolachloor. Deze vallen buiten de indicator.
- Belasting van het oppervlaktewater naar herkomst, 2022
- Belasting van het oppervlaktewater door landbouw en natuur, 1990-2022
- Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016-2020
- Bestrijdingsmiddelengebruik door de overheid
Herkomst gegevens
De gegevens zijn afkomstig van de Nationale Milieu Indicator (NMI), een gewasbeschermingsmiddelen-rekenmodel/database (zie ook WEnR & RIVM, 2022) en zijn gebaseerd op afzet- en gebruikscijfers. Voor het jaar 2005 is daarvoor de NMI versie 3 gebruikt en vanaf 2010 versie 4. Voor 2021 zijn de cijfers van 2020 door-gekopieerd in de Emissieregistratie.
Voor een beschrijving van de verschillen tussen de NMI3 en NMI4, zie WEnR & RIVM (2022). De afzetcijfers komen jaarlijks van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en de gebruikscijfers 4 jaarlijks van CBS. Ook de NVWA en Wageningen Economic Research leveren gebruikscijfers voor respectievelijk grondontsmetting en gebruik in grasland. In totaal worden in de NMI database voor 203 (werkzame stoffen van) gewasbeschermingsmiddelen de emissies berekend.
Bronnen
- Emissieregistratie (2023). Website Emissieregistratie: jaarcijfers 2021. RIVM, Bilthoven; PBL, Den Haag; CBS, Den Haag; RWS-WVL, Lelystad; WEnR, Wageningen; Deltares, Utrecht; RVO, Utrecht en TNO, Utrecht.
- CTGB (2022). Website CTGB. College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Wageningen.
- WEnR en RIVM (2022). Factsheet Emissies landbouwbestrijdingsmiddelen (emissieregistratie.nl), versie juni 2022.
- Kruijne, R et al. (2012). Dutch Environmental Risk Indicator for Plant Protection Products; NMI 3. Alterra rapport 2250.1 Wageningen.
Relevante informatie
- Recente cijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op de website van de Emissieregistratie.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Belasting van het oppervlaktewater door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw
- Omschrijving
- Door verwaaien en afspoeling vanaf de bodem komen gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking met de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-WVL, Deltares, Wageningen Environmental Research, TNO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)
- Berekeningswijze
- Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie
- Basistabel
- Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
- Geografische verdeling
- Nederland, provincie, stroomgebied, waterschap, afwateringseenheid
- Andere variabelen
- Belasting oppervlaktewater, bodememissies, emissies oppervlaktewater, luchtemissies, luchtemissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissieoorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen - Verschijningsfrequentie
- In mei definitieve cijfers t-2
- Achtergrondliteratuur
- Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst - Opmerking
- Voor nadere uitleg over de begrippen emissies en belasting: zie: Emissies naar water: begrippen en definities
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2023). Belasting oppervlaktewater door gebruik van enkele gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 2005-2021 (indicator 0518, versie 18, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.