Belasting oppervlaktewater door gebruik van enkele gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 2005-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De belasting van het oppervlaktewater door emissies vanuit landbouwkundig gebruik is in 2016 niet opnieuw berekend. De cijfers zijn gelijk gehouden aan die van 2015. De belasting verschilt per werkzame stof. Bij imidacloprid, en MCPA was er in 2015 een afname te zien ten opzichte van 2010, terwijl dit bij terbutylazine een toename was.
Trends gewasbeschermingsmiddelen
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen in het oppervlaktewater terechtkomen door verwaaien (drift) en afspoeling vanaf de bodem naar omliggende oppervlaktewateren (Kruijne et al., 2012). De gegevens over de belasting van het oppervlaktewater worden berekend voor 2005 en later. Het gebruik van individuele gewasbeschermingsmiddelen is een keuze van de landbouwer terwijl het beschikbare middelenpakket vooral wordt bepaald door de middelenfabrikanten en door het Europees geharmoniseerde toelatingsbeleid (CTGB, 2016). Soms gaat een daling van het gebruik en de emissie van het ene middel gepaard met een stijging van één of meerdere andere middelen. Maar dat is met deze indicator niet na te gaan. De focus is op ontwikkelingen binnen de stof.
Voor het herbicide glyfosaat geldt dat het oppervlaktewater ook belast wordt door gebruik in het stedelijk groenbeheer. Dit geldt in minder mate ook voor het herbicide MCPA en het insecticide imidacloprid dat ook biocide toepassingen (zoals vlooienbestrijding bij huisdieren) kent. Deze bijdragen zijn niet opgenomen in deze indicator. Het herbicide terbutylazine wordt nagenoeg uitsluitend gebruikt in de land- en tuinbouw, voor onkruidbestrijding bij de teelt van mais. De toegelaten middelen bevatten naast terbutylazine ook andere actieve stoffen, zoals mesotrion, dimethenamide-P en S-metolachloor. Deze vallen buiten de indicator.
- Belasting van het oppervlaktewater naar herkomst, 2022
- Belasting van het oppervlaktewater door landbouw en natuur, 1990-2022
Herkomst gegevens
De gegevens zijn afkomstig van de Nationale Milieu Indicator (NMI), een gewasbeschermingsmiddelen-rekenmodel/database (Alterra & RIVM, 2012) en zijn gebaseerd op afzet- en gebruikscijfers. De afzetcijfers komen jaarlijks van de NVWA en de gebruikscijfers 4 jaarlijks van CBS. Ook NVWA en Wageningen economic Research (voorheen het LEI) leveren gebruikscijfers voor respectievelijk grondontsmetting en gebruik in grasland. In totaal worden in de NMI database voor 203 (werkzame stoffen van) gewasbeschermingsmiddelen de emissies berekend.
Bronnen
- Emissieregistratie (2018). Jaarcijfers 2016. RIVM, Bilthoven; PBL, Bilthoven; CBS, Den Haag/Heerlen; RWS-WVL, Lelystad; Alterra, Wageningen; Deltares, Utrecht; RVO, Utrecht en TNO, Utrecht. http://www.emissieregistratie.nl.
- CTGB (2016). College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Wageningen, https://www.ctgb.nl/
- Kruijne, R et al. (2012). Dutch Environmental Risk Indicator for Plant Protection Products; NMI 3. Alterra rapport 2250.1 Wageningen.
Relevante informatie
- Recente cijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op de website van de Emissieregistratie.
Technische toelichting
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Belasting oppervlaktewater door gebruik van enkele gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 2005-2016 (indicator 0518, versie 13, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.