Energieverbruik per energiedrager, 1990-2019
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het Nederlandse energieverbruik is in 2019 1,6 procent lager dan in 2018. Dit is voor de tweede keer op rij een daling van het verbruik. Ten opzichte van 1990 is het energieverbruik met 6,7 procent gestegen.
Ontwikkeling 1990-2019
Het energieverbruik is tussen 1990 en 2004 langzaam toegenomen. In 2004 was het energieverbruik 20 procent hoger dan in 1990. Na 2004 daalde het verbruik weer met nog wel een piek in 2010 als gevolg van een hoger aardgasverbruik door de strenge winter. In 2019 is het energieverbruik 6,7 procent hoger dan in 1990.
Energieverbruik in 2019 met 1,6 procent gedaald
In 2019 bedraagt het totale verbruik van energiedragers in Nederland 3047 petajoule. Dat is 1,6 procent minder dan in 2018 (3096 petajoule). Het verbruik aardgas, hernieuwbare energie en kernenergie nam toe met 4,4, 19 en 12,1 procent respectievelijk. Daarnaast nam het verbruik af van de fossiele energiedragers steenkool en steenkoolproducten met 22,3 procent, aardoliegrondstoffen en aardolieproducten met 4,0 procent en elektriciteit (invoersaldo) met 70,8 procent. Ook nam het verbruik van energie uit huishoudelijk afval en reststoom af met 1,6 procent en energie uit overige bronnen nam toe met 6,0 procent.
Voor meer detail informatie over het energieverbruik in 2018, zie ook:
Bronnen
- CBS (2015). Nederlandse energiehuishouding (NEH). CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2019). StatLine: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik. CBS, Den Haag / Heerlen
Relevante informatie
- Meer informatie over het Nederlandse energieverbruik is opgenomen in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Energieverbruik per energiedrager
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het energieverbruik in Nederland per energiedrager tussen 1990 en 2018. De cijfers 2017 en 2018 zijn nader voorlopig. Nader voorlopige cijfers hebben een meer definitieve status dan voorlopige cijfers.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2015) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
- Basistabel
- StatLine: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik (CBS, 2019).
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Er zijn gegevens per energiedrager voor een groot aantal energiebalansposten (zoals winning, invoer, verbruik, verbruikssaldo energiebedrijven, verbruikssaldo energieafnemers, uitvoer, bunkers).
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks; publicatie van nieuwe cijfers in de CBS database StatLine gebeurt 3x per jaar: Voorlopige cijfers:
- maart / april van het jaar volgend op het verslagjaar.
Nader voorlopige cijfers:
- juni / juli van het jaar volgend op het verslagjaar.
Definitieve cijfers:
- november / december van het tweede volgende jaar op het verslagjaar. - Achtergrondliteratuur
- Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2015)
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2021). Energieverbruik per energiedrager, 1990-2019 (indicator 0054, versie 23, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.