Opbrengsten van milieubelastingen, 2001-2019
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2019 bedragen de opbrengsten van de milieubelastingen 24,4 miljard euro. Dit is 6,8 procent meer dan in 2018. In 2001 incasseerde de overheid 14,3 miljard euro aan milieubelastingen. De opbrengsten zijn sindsdien dus gemiddeld met meer dan 500 miljoen euro per jaar toegenomen.
Algemene ontwikkelingen
Milieubelastingen zijn vooral gekoppeld aan het bezit en gebruik van auto's en motoren. In 2019 incasseerde de overheid 8,5 miljard euro aan accijnzen op benzine en andere minerale oliën, 2,3 miljard euro aan belastingen op personenauto's en motorrijwielen (BPM) en 5,9 miljard euro motorrijtuigenbelasting. Deze posten samen genereren ongeveer 70 procent van de milieubelastingen.
De totale opbrengsten van de milieubelastingen zijn in 2019 1,6 miljard euro hoger dan het jaar ervoor. Het aandeel van de milieubelastingen in de totale belastingopbrengst van de Nederlandse overheid daalde van 12,1 procent in 2018 naar 11,9 procent in 2019. Door de overheid is in 2019 in totaal 205,9 miljard euro geïncasseerd aan belastingen en heffingen. De inkomsten uit milieubelastingen worden door de overheid niet aangewend om specifieke milieuproblemen op te lossen. Deze gelden komen in de algemene middelen van het Rijk.
Belastingen op een milieugrondslag
Met 7,7 miljard euro zijn de belastingen op een milieugrondslag in 2019 goed voor ruim 30 procent van de milieubelastingen. Inkomsten uit belastingen op een milieugrondslag betreffen vooral de energiebelasting. In 2019 bracht deze 7,2 miljard euro op. Verder gaat het om brandstoffenbelasting, afvalstoffenbelasting en leidingwater- en grondwaterbelasting.
Accijns op benzine en overige minerale oliën
Accijns op benzine en overige minerale oliën is de grootste inkomstenpost binnen de milieubelastingen. In 2019 was er 8,5 miljard euro mee gemoeid. In 2018 was dit 8,4 miljard euro. In 2013 is de laag belaste rode diesel voor landbouwvoertuigen en machines afgeschaft, daarna liepen deze accijnsinkomsten extra op.
Motorrijtuigenbelasting
Bijna een kwart van de inkomsten uit milieubelastingen is in 2019 afkomstig uit de motorrijtuigenbelasting. Alle eigenaren van een personenauto, bestelauto, motor of vrachtauto moeten per kwartaal (of jaarlijks) motorrijtuigenbelasting betalen. Het tarief is onder andere afhankelijk van het type verbrandingsmotor. Als onderdeel van een belastingplan voor mobiliteit (Ministerie van Financiën, 2011) veranderde de overheid de regelingen omtrent de motorrijtuigenbelasting en de BPM. Energiezuinige auto's als hybride auto's waren vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. De vrijstelling voor zuinige auto's is vanaf 2015 vervallen. Vanaf 2015 zijn alleen volledig elektrische auto's vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting.
Belasting op personenauto's en motorrijtuigen (BPM)
In 2019 is bijna 10 procent van de inkomsten uit milieubelastingen afkomstig uit de BPM. Wie in Nederland een nieuwe personenauto, motorfiets of bestelauto koopt, of importeert vanuit het buitenland, betaalt BPM. De hoogte daarvan is bij personenauto's afhankelijk van de CO2-uitstoot. Elektrische auto's zijn tot 2024 vrijgesteld van BPM. Bij bestelauto's en motoren wordt BPM berekend op grond van de netto catalogusprijs en de brandstofsoort.
De belastinginkomsten uit de BPM waren na 2007 telkens lager dan een jaar eerder. Er werden minder nieuwe auto's en motoren gekocht en elektrische auto's wonnen aan populariteit. Deze zijn vrijgesteld van BPM. In 2015 groeide de opbrengst echter fors. Met 1,5 miljard keerde de BPM bijna terug op het niveau van 2012. In 2019 is dit verder gestegen naar 2,3 miljard euro. De toename hangt samen met een stijging van het gemiddelde BPM-bedrag per verkochte auto, een toename van het aantal verkochte auto's en een groei van de import van gebruikte auto's.
Wat zijn milieubelastingen?
Onder milieubelastingen vallen:
- de belastingen op een milieugrondslag (grondwaterbelasting, belasting op leidingwater, afvalstoffenbelasting, verbruiksbelasting op brandstoffen, energiebelasting, vliegbelasting en verpakkingenbelasting)
- de accijns op benzine en overige minerale oliën
- de belastingen op voertuigen (motorrijtuigenbelasting en belasting op personenauto's en motorrijwielen)
- de mestoverschotheffing Rijk (ook wel mineralenheffing genoemd)
Onder milieubelastingen worden dus niet alleen de belastingen op een milieugrondslag verstaan. Deze zijn ingevoerd met als primair doel een bijdrage te leveren aan het bereiken van milieudoelstellingen. Ook andere belastingen, zoals de belastingen op voertuigen en de accijns op benzine en overige minerale oliën, hebben invloed op activiteiten met een milieueffect, zoals het wegvervoer. Deze belastingen vallen daardoor ook onder het begrip milieubelastingen.
De opbrengst uit milieubelastingen gaat naar de algemene middelen van de overheid en wordt dus niet speciaal gebruikt voor de financiering van milieumaatregelen. Dit in tegenstelling tot de opbrengst van milieuheffingen, die een specifieke milieubestemming heeft.
- Opbrengst van milieuheffingen, 2001-2022
- Opbrengst van belastingen op een milieugrondslag, 2001-2022
Vergroening van het belastingstelsel
Eén van de doelstellingen van de Belastingherziening 2001 was een vergroening van het belastingstelsel om zo een duurzame economische ontwikkeling te stimuleren. Hieronder wordt verstaan een verschuiving van de belastingdruk naar activiteiten die een negatief effect hebben op het milieu. Door het invoeren van milieubelastingen komen de maatschappelijke kosten met betrekking tot het milieu meer in de prijzen tot uitdrukking. Prijsverhoging van milieuvervuilende activiteiten leidt in beginsel tot een geringer gebruik, waardoor het negatieve milieueffect afneemt. De opbrengst van milieubelastingen komt in de algemene middelen terecht. Daardoor kan de belastingdruk op andere activiteiten, bijvoorbeeld arbeid, verlaagd worden of minder snel stijgen.
Inmiddels is het beleid ten aanzien van fiscale vergroening gewijzigd. Om het belastingstelstel te vereenvoudigen stonden 7 van de 22 rijksbelastingen in 2011 op de nominatie te worden afgeschaft, waaronder 4 belastingen op een milieugrondslag (Ministerie van Financiën, 2011). Per 2012 zijn de afvalstoffenbelastingen en grondwaterbelasting afgeschaft. De afvalstoffenbelasting is in 2014 echter weer geïntroduceerd. In 2013 volgde de afschaffing van de verpakkingenbelasting; deze belasting is vanaf 2013 vervangen door de 'afvalbeheersbijdrage', een bijdrage die betaald wordt door ondernemingen die meer dan vijftig duizend kilo verpakkingsmateriaal op de markt brengen. De afschaffing van de belasting op leidingwater is herroepen. Deze belasting is dus gewoon blijven voortbestaan.
Lopende prijzen
Alle bedragen in deze indicator zijn uitgedrukt in lopende prijzen. Dit zijn de bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk zijn betaald. Voor meer informatie hierover lees de technische toelichting.
Bronnen
- CBS (2020). StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; nationale rekeningen (cijfers in lopende prijzen). CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2018). Opbrengst BPM toegenomen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- Ministerie van Financiën (2011). Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) - Memorie van toelichting. Ministerie van Financiën, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer informatie over milieuheffingen en -belastingen is te vinden in de database StatLine (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Opbrengsten van milieubelastingen
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de opbrengsten van de verschillende milieubelastingen. Uitsplitsing van de totale opbrengst van deze belastingen naar betalingsplichtige (huishoudens, bedrijven en niet-ingezetenen van Nederland).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- De toelichting bij de StatLine tabel (CBS, 2020) bevat links naar de methodebeschrijving.
In 2014 en 2015 heeft er een revisie plaatsgevonden van de uitkomsten uit de nationale rekeningen. Hiermee zijn ook de gegevens over milieuheffingen gereviseerd. Er zijn gereviseerde gegevens beschikbaar vanaf 1995. De cijfers tot en met 2017 zijn definitief. De cijfers voor 2018 en 2019 zijn voorlopig. - Basistabel
- StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; nationale rekeningen (CBS, 2020)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Binnen het systeem van de Nationale rekeningen van het CBS worden de milieubelastingen toegedeeld aan verschillende bedrijfscategorieën, huishoudens en niet-ingezetenen van Nederland.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Milieubelastingen vormen kleiner deel belastingopbrengsten (CBS, 2020)Aandeel milieubelastingen kleiner dan tien jaar geleden (CBS, 2020)Opbrengst BPM toegenomen (CBS, 2018)
- Opmerking
- Bedragen in lopende prijzen:
CBS publiceert gegevens over milieuheffingen en milieubelastingen in lopende prijzen. Dit wil zeggen dat het gaat om bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk betaald zijn door belastingplichtigen. Met andere woorden, de bedragen zijn steeds weergegeven in het prijsniveau van het betreffende jaar, oftewel de bedragen zijn niet gecorrigeerd voor veranderingen in het prijspeil (inflatie).
Toelichting prijspeilontwikkelingen:
Diverse oorzaken dragen bij aan de ontwikkeling van het prijspeil. Zo treden er jaarlijks veranderingen op in het prijspeil door inflatie, tariefontwikkelingen en diverse andere prijsontwikkelingen die kunnen gelden voor bepaalde goederen, investeringsgoederen, belasting- en subsidieregelingen en bepaalde economische sectoren.
1. In het onderzoek Consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS de inflatie. Dit gebeurt op basis van de prijsontwikkeling in een selectie van consumptiegoederen in de winkel (het zogenaamde 'boodschappenmandje').
2. Een voorbeeld van de invloed van tariefontwikkelingen op het prijspeil vinden we bij de (milieu)belastingen. Hier spelen de wijzigingen in de belastingtarieven een belangrijkere rol in de prijsontwikkeling dan de inflatie.
3. Een voorbeeld van een specifieke prijsontwikkeling bij bepaalde goederen vinden we bij computers. De prijsontwikkeling van computers in de afgelopen 25 jaar verloopt totaal anders dan de inflatie in die periode, gemeten volgens het CPI. Computers waren begin jaren 90 nog schaars beschikbaar en de gebruiksmogelijkheden waren beperkt. Inmiddels kunnen ze technisch veel meer en zijn ze in gemeengoed geworden bij zowel huishoudens als werkgevers.
Wat laten de grafieken zien en wat niet?:
Omdat de bedragen uitgedrukt zijn in lopende prijzen geven de grafieken in deze indicator niet meer dan alleen de waarde ontwikkeling weer. Anders gezegd, ze tonen alleen de ontwikkeling van de bedragen zoals die in de betreffende jaren zijn betaald door belastingplichtigen c.q. ontvangen door de overheid.
De bedragen voor de diverse jaren zijn hierdoor beperkt met elkaar vergelijkbaar. Om een reële ontwikkeling te laten zien moeten de bedragen worden omgerekend naar hetzelfde prijspeil. Daarbij is het vergelijkbaar maken van bedragen door ze alleen te corrigeren op basis van de CPI niet geheel juist of onvolledig. Met behulp van de CPI worden bedragen immers alleen gecorrigeerd voor inflatie. In de praktijk wordt de prijsontwikkeling ook bepaald door een aantal andere factoren die los staan van de inflatie (zie hierboven).
Prijspeil gecorrigeerde bedragen vragen nader onderzoek:
Het maken van een goede en reële prijscorrectie waarmee de bedragen voor de verschillende jaren op hetzelfde prijspeil worden gebracht vraagt aanvullend onderzoek. In een dergelijk onderzoek zou aansluiting gemaakt kunnen worden met de waarde, prijs en volume ontwikkeling in de Nationale Rekeningen van het CBS. Er moeten daarbij correcties uitgevoerd worden op de lopende prijzen van zowel goederengroepen, investeringen, belastingen, subsidies en sectoren.
Het CBS publiceert cijfers over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten milieuheffingen en milieubelastingen in lopende prijzen. Het berekenen van gecorrigeerde bedragen op basis van een bepaald prijspeil valt nu buiten de scope van het werk van het CBS aan de betreffende indicatoren voor het Compendium voor de Leefomgeving. Indien u voor onderzoek dergelijke gegevens toch nodig hebt, dan kunt u bij het CBS vragen naar de mogelijkheden. - Betrouwbaarheidscodering
- Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2020). Opbrengsten van milieubelastingen, 2001-2019 (indicator 0360, versie 18, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.