Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De totale uitstoot van broeikasgassen in 2008 lag ruim 3 procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol. De daling met bijna 1,5 miljard kg CO2-equivalenten in 2008 is vooral toe te schrijven aan de vermindering van de uitstoot van lachgas (N2O) door reductiemaatregelen bij de salpeterzuurfabrieken.

Emissie van broeikasgassen ruim 3% lager dan in het basisjaar voor het Kyoto Protocol

De emissie van broeikasgassen in Nederland volgens de IPCC-methode lag in 2008 met 206 Mton CO2-equivalenten ruim 3% onder het niveau van het basisjaar voor het Kyoto-protocol. Nederland moet zijn broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van het basisjaar. De emissie van broeikasgassen in het basisjaar is volgens afspraak de optelling van de emissies van koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide ofwel lachgas (N2O) in 1990 en die van de fluorhoudende gassen (F-gassen: HFK's, PFK's, SF6) in 1995. De emissie in het basisjaar is vastgesteld op 213 miljard kg CO2-equivalenten.

In de periode 1990-2004 nam de CO2-emissie jaarlijks met gemiddeld één procent toe door meer elektriciteitsgebruik en een toename van het personen- en goederenvervoer. Na 2004 daalde de CO2-emissie. In 2008 nam de CO2-emissie weer licht toe.

In 2008 zijn de emissies van de andere broeikasgassen (CH4, N2O en de F-gassen), met 40% afgenomen ten opzichte van het basisjaar.

  • De CH4-emissie neemt sinds 1990 af. Belangrijkste reden is de afname van het storten van afval, wat leidt tot een lagere CH4-emissie uit stortplaatsen. Daarnaast nam de CH4 emissie vanuit de landbouw af door krimp van de veestapel. Vanaf 2007 nam de emissie van CH4 weer licht toe door een sterke toename van warmtekrachtinstallaties (wkk) in de glastuinbouw.
  • De N2O-emissie nam sinds 1995 af doordat minder mest werd uitgereden en door minder kunstmest werd gebruikt. Daarnaast is de N2O-emissie van de industrie gedaald.
  • De emissies van F-gassen namen sinds 1998 af. Dit is grotendeels het gevolg van maatregelen in de industrie. Vanaf 2005 namen de emissies van de F-gassen weer licht toe door de verplichte vervanging van HFK's door HCFK's als koelmiddel


De emissieberekeningen voor 2008 zijn nog gebaseerd op voorlopige energie- en productiestatistieken van het CBS. In mei 2010 worden de definitieve emissiecijfers over 2008 gepubliceerd op deze pagina.

Lichte toename uitstoot CO2 in 2008

De uitstoot van kooldioxide is met 174,5 miljard kg in 2008 licht gestegen ten opzichte van 2007. Dat komt door een hoger aardgasverbruik voor de verwarming van huizen en werkplekken in de relatief koude maanden van dat jaar. Ook de tuinbouw verbruikte meer aardgas door het toegenomen aantal wkk-installaties.
In de industrie- en energiesector is de CO2-emissie echter aanzienlijk afgenomen, omdat vooral in het vierde kwartaal van 2008 als gevolg van de recessie minder aardolie en steenkool is verbruikt. Deze afname kon de toename van de CO2-uitstoot in de andere sectoren echter niet volledig compenseren.

Emissie van andere broeikasgassen ook na 2004 verder afgenomen

De emissie van de groep overige broeikasgassen (CH4, N2O en F-gassen) is met ruim 5 Mton gedaald sinds 2004. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de vermindering van de N2O-emissie in 2007 en 2008, door reductiemaatregelen bij de salpeterzuurfabrieken (een reductie van circa 5 Mton CO2-equivalenten).
Ten opzichte van 2007 is de CH4-emissie in 2008 iets toegenomen tot ruim 17 Mton CO2-eq. Het effect van de reguliere afname bij stortplaatsen was dit jaar kleiner dan de toename bij de landbouw. Deze toename was vooral het gevolg van een sterke groei van wkk-installaties in de glastuinbouw.
De licht stijgende trend van de uitstoot van F-gassen vanaf 2005 zet zich ook in 2008 voort. De totale uitstoot in 2008 bedraagt circa 2,4 Mton CO2-equivalenten. De stijgende trend vanaf 2005 is vooral het gevolg van de toename van het gebruik van HFK's in de koelsector.

Doelen klimaatbeleid

De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en van de fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6) zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de Verenigde Naties. In het Kyoto Protocol zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van broeikasgassen, waaronder CO2.

Bronnen

  • Emissieregistratie (2009). Website EmissieRegistratie. PBL, Bilthoven; CBS, Den Haag; Rijkswaterstaat-Waterdienst, Lelystad; Alterra, Wageningen; SenterNovem, Utrecht en TNO, Utrecht.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2008, in samenwerking in de Emissieregistratie (Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, SenterNovem, TNO, Deltares).

Omschrijving

Nederlandse emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6).

Verantwoordelijk instituut

Planbureau voor de Leefomgeving

Berekeningswijze

De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. 
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website www.broeikasgassen.nl en Emissieregistratie

Basistabel

Alle data zijn opvraagbaar bij de Emissieregistratie.

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

2x per jaar, in mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1.

Achtergrondliteratuur

Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten en begrippen: op de website van Emissieregistratie achter BegrippenlijstIPCC (2001). Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas Inventories. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK.

Opmerking

De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies. 
De hier gepresenteerde cijfers zijn de definitieve cijfers voor 1990-2007 en de voorlopige emissiecijfers voor 2008, zoals vastgesteld door de Emissieregistratie in juli 2009.

Betrouwbaarheidscodering

De emissies van broeikasgassen kunnen niet exact worden gemeten of berekend. Onzekerheden zijn daarom onvermijdelijk. Het PBL schat de onzekerheid in de jaarlijkse totale broeikasgasemissie op circa 5%. Dit is geschat op basis van informatie van emissie-experts in een eenvoudige analyse van de onzekerheid (volgens de zogenaamde IPCC-tier 1 methode). De onzekerheid in de emissietrend tussen het basisjaar (1990/1995) en 2007 werd geschat op circa 3%-punt. In het afgesproken boekhoudkundige systeem onder het Kyoto Protocol worden emissies bepaald op een van tevoren afgesproken manier en wordt een Partij daarop uiteindelijk ook afgerekend. Met de hiervoor genoemde onzekerheden in de emissiecijfers wordt in dat boekhoudkundige systeem geen rekening gehouden. Voor meer informatie over onzekerheden in emissies zie:Onzekerheden emissies naar lucht.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
42
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
41
versie‎
40
versie‎
39
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2009). Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2008 (indicator 0165, versie 15, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.