Emissies broeikasgassen, 1990-2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2014 was de uitstoot van broeikasgassen 4 procent lager dan in 2013, een daling van 8 Mton CO2-equivalenten. De uitstoot in 2014 lag ruim 16 procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol. Voor het eerst lag de emissie van kooldioxide onder die van 1990.

Daling van de emissie broeikasgassen in 2014 ten opzichte van 2013

De emissie van broeikasgassen is in 2014 met 4 procent gedaald ten opzichte van 2013. Dit is voor het vierde achtereenvolgende jaar dat er een daling optrad. Hierbij moet wel worden bedacht dat de veranderingen in de emissies van broeikasgassen sterk worden beïnvloed door de temperatuur in de wintermaanden in verband met de verwarming van woningen en gebouwen, maar ook in de kassen.
De wintermaanden van 2014 waren buitengewoon zacht waardoor het aardgasverbruik voor ruimteverwarming aanzienlijk lager lag. Hierdoor daalde de emissie van koolstofdioxide (CO2). Voor ruimteverwarming werd minder aardgas verbruikt, hetgeen leidde tot een afname van de emissie van CO2 van ongeveer 7 Mton ten opzichte van 2013. Daarnaast werden er minder motorbrandstoffen afgezet (leidde tot een afname van 2,4 Mton). Deze daling werd voor een deel gecompenseerd door een hogere uitstoot bij de energiecentrales doordat er meer steenkool werd ingezet bij de elektriciteitscentrales (circa 3,5 Mton).
De uitstoot van de CH4 (methaan) en N2O (distikstofoxide) is licht gedaald. De daling van de emissie van CH4 werd met name veroorzaakt door de verdere afname van de emissie uit stortplaatsen. De uitstoot van fluorhoudende gassen (F-gassen) in 2014 nagenoeg gelijk gebleven.

Wat is de trend ten opzichte van 1990 per broeikasgas?

Ten opzichte van het Kyoto-basisjaar is de totale emissie van broeikasgassen in 2014 met 36,8 Mton CO2-equivalanten (16,5%) gedaald. Per broeikasgas verschilt de ontwikkeling van de emissie.
De emissie van CO2 is in 2014 voor het eerst onder het niveau van 1990 terecht gekomen; van 163,2 naar 158,0 Mton CO2-equivalenten (ofwel circa 3 procent lager). Voor het grootste deel werd dit lagere niveau veroorzaakt door het buitengewoon warme weer in 2014 (het zachtste jaar sinds de regelmatige temperatuurmetingen in 1706).


Tot 2010 nam de emissie van kooldioxide toe. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een toename in de sectoren Energie en Verkeer en vervoer. De toename in de Energiesector is na 2010 omgeslagen in een daling tot 2014 doordat er minder elektriciteit werd opgewekt dan in eerdere jaren. Er werd meer elektriciteit ingevoerd, vooral uit Duitsland. Elektriciteit uit het buitenland was regelmatig goedkoper dan in Nederlandse aardgascentrales opgewekte elektriciteit. Bij de sector Verkeer en vervoer is de stijging na 2011 omgeslagen in een daling door een schoner autopark en minder verkeer.
De totale uitstoot van methaan (CH4) is in 2014 ten opzichte van 2013 licht gedaald. Met een totale uitstoot van 751 kton in 2014 is de uitstoot van CH4 ten opzichte van het basisjaar voor Kyoto (1 316 kton) met 43% gedaald. Het grootste deel van deze daling (444 kton) is het gevolg van de reguliere afname van de emissies uit stortplaatsen (sector afvalverwijdering). Daarnaast heeft er ook een daling van 65 kton plaatsgevonden in de landbouwsector en 48 kton in de energiesector. De daling en de landbouwsector wordt met name veroorzaakt door een afname van de dieraantallen en minder gebruik van dierlijke mest. In de energiesector zijn door het nemen van maatregelen (afblazen van ruw aardgas bij de olie- en gaswinning) de emissies afgenomen.
Ten opzichte van 2013 is de uitstoot van N2O (distikstofoxide, ook wel lachgas genoemd) in 2014 nagenoeg gelijk gebleven. De uitstoot van N2O in 2014 ten opzichte van het basisjaar voor Kyoto met ongeveer 56% gedaald tot 26,2 kton. Deze daling van de uitstoot van N2O is gerealiseerd in de chemische industrie (19 kton) en de landbouwsector (14 kton). De daling van de uitstoot in de chemische industrie is het gevolg van N2O-reductiemaatregelen bij de productie van salpeterzuur. De daling in de landbouwsector kent verschillende oorzaken: afname van dieraantallen, minder gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest en een lagere N-uitstoot per dier door een lager stikstofgehalte in het voer.
In 2014 is de totale uitstoot van fluorhoudende gassen (F-gassen) ten opzichte van 1995 met 76 procent gedaald tot 2,47 Mton CO2-equivalenten. Hiervan is 2,24 Mton afkomstig van HFK's, 0,09 Mton van PFK's en 0,13 Mton van SF6. De afname van de uitstoot van F-gassen is vooral het gevolg van reductiemaatregelen die zijn getroffen in het kader van het Reductieplan Overige Broeikasgassen.

Kyoto-doelstelling Nederland

Volgens het Kyoto Protocol moest Nederland in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 6 procent verlagen ten opzichte van het Kyoto-basisjaar (een optelling van de CO2-equivalenten van koolstofdioxide, lachgas en methaan in 1990 en die van de fluorhoudende gassen in 1995).
De uitstoot in dit basisjaar was destijds vastgesteld op 213,2 Mton CO2-equivalenten. Het cijfer voor de gemiddelde uitstoot over 2008-2012 kwam destijds uit op 199,5 Mton CO2-equivalenten. Dat is een afname van 6,4 procent ten opzichte van het basisjaar. Zie de cijfers in:


Voor meer informatie over het halen van de Kyoto-doelstelling zie:


Eind 2012 zijn er afspraken gemaakt tussen landen over de verlenging van het Kyoto Protocol. De landen die aan de verlenging mee gaan doen, hebben afgesproken om de broeikasgasemissies in de periode 2013 tot en met 2020 gezamenlijk 18% te reduceren ten opzichte van het Kyoto-basisjaar. Voor deze nieuwe Kyoto-doelstelling worden de reeksen berekend op basis van meest recente IPCC-guidelines (2006).

Revisie energiestatistieken en de effecten op de berekende emissies 1995-2013

Vanwege het beschikbaar komen van nieuwe, verbeterde sectorale gegevens en om de statistieken over de Nederlandse energiemarkt te stroomlijnen met de internationale eisen en definities, heeft er een revisie plaatsgevonden van de Nederlandse energie-statistieken voor de periode 1995-2013 (CBS, 2015). Door deze revisie zijn de emissies van CO2, CH4 en N2O voor de periode 1995-2013 opnieuw berekend. Dit heeft geleid tot een lichte stijging van de CO2-emissies over de periode 1990-2000. Daarnaast hebben er ook verschuivingen plaatsgevonden tussen sectoren.

Wijzigingen berekening broeikasgassen door nieuwe IPCC-guidelines

De broeikasgasemissiecijfers zijn voor de gehele reeks (1990 - 2014) berekend volgens de meest recente IPCC-guidelines (2006). De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de IPCC-guidelines 1996 zijn:

  • Gebruik van nieuwere Global Warming Potentials. De GWP's voor methaan en distikstofoxide zijn volgens de 2006-guidelines 25 respectievelijk 298 CO2-equivalenten (i.p.v. 21 en 310 CO2-equivalenten); ook de GWP's van de F-gassen zijn veranderd.
  • Toevoeging van nieuwe bronnen uit de IPCC-guidelines 2006, zoals vervaardiging van keramische producten voor de bouw;
  • Gebruik van andere emissiefactoren (vooral N2O-emissiefactoren bij Landbouw en rioolwaterzuiveringsinrichtingen).

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Emissies naar lucht

Omschrijving

Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en de F-gassen perfluorkoolwaterstoffen (PFK's, HFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Deltares, Lelystad, Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag, Alterra, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, TNO).

Berekeningswijze

De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling van de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. 
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. 
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie

Basistabel

Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht

Geografische verdeling

Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)

Andere variabelen

Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen

Verschijningsfrequentie

In maart definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1

Achtergrondliteratuur

Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst

Opmerking

De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-guidelines 2006. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies in vergelijking met andere emissiegegevens van CO2. 
Vanwege het beschikbaar komen van nieuwe, verbeterde sectorale gegevens en om de Nederlandse energiemarkt statistieken verder te stroomlijnen met de internationale eisen en definities, heeft er een revisie plaatsgevonden van de Nederlandse energie-statistieken voor de periode 1995-2013 (CBS, 2015).
1 Mton = 1 miljard kg.

Betrouwbaarheidscodering

C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
42
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
41
versie‎
40
versie‎
39
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2016). Emissies broeikasgassen, 1990-2014 (indicator 0165, versie 28, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.