Emissie broeikasgassen in Nederland volgens IPCC, 1990-2003
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De Nederlandse broeikasgasemissies zijn de laatste jaren vrijwel stabiel. In de periode 1990-2003 nam de emissie van koolstofdioxide veelal toe, terwijl de emissies van andere broeikasgassen afnamen.
Emissie van broeikasgassen vrijwel stabiel in de periode 2000-2003
De emissie van broeikasgassen in Nederland volgens de IPCC-definitie (exclusief landgebruik) lag in 2003 vrijwel op het niveau van 1990. Na een stijging van circa 10% tussen 1990 en 1995 en een afname in de periode 1995-2000, blijven de totale Nederlandse broeikasgasemissies tussen 2000 en 2003 vrijwel stabiel. Dit komt door een daling van de emissies van de andere broeikasgassen, zoals methaan, distikstofoxide en de fluorhoudende gassen met 5%. De emissie van koolstofdioxide is over de periode 1990-2003 met circa 12% toegenomen. Bij de overige broeikasgassen daalt sinds 1998 de emissie van fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's, SF6), nadat deze emissies jarenlang een stijgende lijn te zien hadden gegeven. Dit is grotendeels het gevolg van twee maatregelen in de industrie. De emissie van methaan (CH4) neemt sinds 1990 af. De afname van het storten van afval leidt tot minder methaanemissie uit stortplaatsen. De emissie van lachgas (N2O) is sinds 1995 langzaam aan het dalen.
Beleid broeikasgassen
De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en van de fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6) zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de Verenigde Naties. In het Kyoto Protocol zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van broeikasgassen, waaronder CO2.
- Klimaatverandering: beleid ter vermindering van broeikasgasemissies
- Inleiding tot het broeikaseffect
Broeikasgasemissies herberekend
In het najaar van 2004 zijn de broeikasgasemissies van 1990 tot en met 2003 herberekend om te kunnen voldoen aan de eisen van het Kyoto Protocol. Deze herberekeningen hebben effect op zowel de emissieniveaus als de trends. Meer informatie over herberekeningen kunt u vinden in het National Inventory Report van 2005.
Uitleg verschillende emissiecijfers
In de bovenstaande tabel worden drie soorten emissies getoond. Deze getallen gaan uit van dezelfde basiselementen, maar ontlenen hun bestaansrecht aan verschillende uitgangspunten:
- IPCC-totaal (hier gepresenteerd) - Om internationaal beleid te kunnen voeren inzake het tegengaan van het versterkt broeikaseffect is door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) een voorschrift opgesteld (IPCC, 1996+revisies), aan de hand waarvan ieder land moet rapporteren. De zo gerapporteerde emissies zijn tussen landen onderling vergelijkbaar en ook optelbaar tot een mondiaal getal (Klein Goldewijk et al., 2005). De hier gepresenteerde cijfers zijn exclusief de emissies van veranderd landgebruik en bos (LUCF).
- IPCC-totaal temperatuurgecorrigeerd - Het RIVM stelt jaarlijks de Milieubalans op. Voor toetsing van het Nederlandse beleid met betrekking tot broeikasgassen wordt daarbij uitgegaan van het IPCC-getal (exclusief bunkers). Om een voor het beleid relevante trend van de emissies te verkrijgen, wordt een temperatuurcorrectie op de emissie toegepast (Spakman et al., 1997).
Onzekerheden
De onzekerheid in de totale jaarlijkse broeikasgasemissies wordt geschat op ±5%. De onzekerheid in de trend over de periode 1990-2003 (1995 voor de F-gassen) wordt geschat op ±4%-punten, bij een toename van de broeikasgasemissies van circa 1%. Deze schattingen zijn gebaseerd op de zogenaamde 'Tier 1' methodiek van het IPCC voor onzekerheidsanalyses. Voor de afzonderlijke stoffen wordt de onzekerheid in de jaarlijkse emissies geschat op: CO2 ±5%, CH4 ±25%, N2O ±50%, en de F-gassen ±50%. De onzekerheid in de emissietrend wordt voor CO2, CH4, N2O, en de F-gassen geschat op respectievelijk ±5%, ±6%, ±15% en ±7%-punten. Deze onzekerheden zijn exclusief het mogelijke effect op de emissies van herberekeningen als gevolg van methodiekwijzigingen.
Bronnen
- Emissieregistratie (2005). MNP, Bilthoven; CBS, Voorburg; RIZA, Lelystad; EC-LNV, Den Haag; SenterNovem, Utrecht en TNO-MEP, Apeldoorn. http://www.emissieregistratie.nl.
- IPCC (1996). Revised IPCC Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. 3 Volumes. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK.
- Klein Goldewijk K., J.G.J. Olivier, J.A.H.W. Peters, P.W.H.G. Coenen and H.H.J. Vreuls (2005). Greenhouse Gas Emissions in the Netherlands 1990-2003. National Inventory Report 2005. RIVM report 773201009 / 2005, Bilthoven.
- Spakman, J., M.M.J. van Loon, R.J.K. van der Auweraert, D.J. Gielen, J.G.J. Olivier en E.A. Zonneveld (1997). Methode voor de berekening van broeikasgasemissies. Publicatiereeks Emissieregistratie/MilieuMonitor Nr. 37b, maart 2003: elektronische actualisatie van Nr. 37, juli 1997, Den Haag.
Relevante informatie
- Nieuwe emissiecijfers kunnen in oktober 2005 in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor het thema verandering van het klimaat is te vinden in:
- Wijngaart, R. van den en J.R. Ybema (2002). Referentieraming broeikasgassen; Emissieraming voor de periode 2001-2010. RIVM (rapportnr. 773001020), Bilthoven.
- Ybema, J.R., A.W.N. van Dril, R. van den Wijngaart en B. Daniels (2002). Referentieraming energie en CO2 2001-2010. ECN/RIVM (rapportnr. ECN-C-02-010), Petten.
- Boonekamp, P.G.M., Daniels, B.W., Dril, A.W.N. van, Kroon, P., Ybema, J.R., Wijngaart, R.A. van den (2003). Sectorale CO2-Emissies tot 2010: Update Referentieraming ten behoeve van besluitvorming over Streefwaarden. ECN/RIVM (rapportnr. ECN-C--03-095), Petten.
- Beker, D., C.J. Peek (2002). Referentieraming niet-CO2 broeikasgassen; Emissieraming voor de periode 2001-2010. RIVM (rapportnr. 773001019), Bilthoven.
- RIVM (2005). Milieubalans 2005. Kluwer, Alphen aan den Rijn.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
-
- Omschrijving
-
- Verantwoordelijk instituut
-
- Berekeningswijze
-
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
-
- Verschijningsfrequentie
-
- Betrouwbaarheidscodering
-
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Emissie broeikasgassen in Nederland volgens IPCC, 1990-2003 (indicator 0165, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.