Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2007
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De totale uitstoot van broeikasgassen in 2007 lag vier procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol.
Emissie van broeikasgassen bijna 4% lager dan in het basisjaar voor het Kyoto Protocol
De emissie van broeikasgassen in Nederland volgens de IPCC-methode lag in 2007 met 205 Mton CO2-equivalenten bijna 4% onder het niveau van het basisjaar voor het Kyoto-protocol. Nederland moet zijn broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van het basisjaar. De emissie van broeikasgassen in het basisjaar is volgens afspraak de optelling van de emissies van koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide ofwel lachgas (N2O) in 1990 en die van de fluorhoudende gassen (F-gassen: HFK's, PFK's, SF6) in 1995.
In de periode 1990-2004 nam de CO2-emissie jaarlijks met gemiddeld één procent toe door meer elektriciteitsgebruik en een toename van het personen- en goederenvervoer. In 2005 en 2006 daalde de CO2-emissie, terwijl in 2007 de emissie vrijwel gelijk bleef ten opzichte van 2006.
In 2007 zijn de emissies van de andere broeikasgassen (CH4, N2O en de F-gassen), met 35% afgenomen ten opzichte van het basisjaar.
- De CH4-emissie neemt sinds 1990 af. Belangrijkste reden is de afname van het storten van afval, wat leidt tot een lagere CH4-emissie uit stortplaatsen. Daarnaast nam de CH4 emissie vanuit de landbouw af door krimp van de veestapel.
- De N2O-emissie nam sinds 1995 af doordat minder mest werd uitgereden en door minder kunstmest werd gebruikt. Daarnaast is de N2O-emissie van de industrie gedaald.
- De emissies van F-gassen namen sinds 1998 af. Dit is grotendeels het gevolg van maatregelen in de industrie. Vanaf 2005 namen de emissies van de F-gassen weer licht toe door de verplichte vervanging van HFK's door HCFK's als koelmiddel
Emissie van CO2 na 2004 gedaald
De CO2-emissie in Nederland is tussen 2004 en 2007 met circa 8 Mton afgenomen. De belangrijkste oorzaken van deze afname zijn:
- De CO2-emissie van de Industrie- en energiesector nam sinds 2004 met bijna 4 Mton af. Deze afname wordt vooral veroorzaakt door de lagere elektriciteitsproductie in Nederland in 2005 en 2006. Om aan de vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen, werd in 2006 22% van de verbruikte elektriciteit uit het buitenland geïmporteerd en meer duurzame energiebronnen (biomassa, wind) ingezet bij de Nederlandse elektriciteitsproductie.
In 2007 steeg het totale verbruik van elektriciteit met 1 procent en daalde de import van elektriciteit met 18% ten opzichte van 2006. Door de hogere binnenlandse productie van elektriciteit (+5%) hoefde minder elektriciteit geïmporteerd te worden. In 2007 was 18% van de verbruikte elektriciteit uit het buitenland afkomstig. Door de bovenstaande ontwikkelingen nam de CO2-emissie van de energiesector toe met ruim 3 miljard kg, waardoor de daling tussen 2004 en 2006 voor een deel teniet is gedaan.
Daarnaast nam ook de emissie van de overige industrie en raffinaderijen na 2004 af door een lager productieniveau en door verdere energiebesparing. - De totale CO2-emissie van de Gebouwde omgeving (huishoudens en de sector Handel Diensten en Overheid) was in 2007 circa 4 Mton lager dan in 2004. Deze daling komt vooral door de relatief zachte winters, waardoor er minder aardgas gebruikt werd voor de verwarming van huizen en werkplekken. Verder wordt deze reductie veroorzaakt door een betere isolatie en een toename van het aantal HR-ketels bij huishoudens.
- De CO2-emissie door Verkeer en vervoer was in 2004 en 2007 nagenoeg gelijk. Na een stijging in 2006 nam de CO2-emissie in 2007 weer af met bijna 1 Mton door het gebruik van biobrandstoffen.
Of er sprake is van een structurele daling, is op basis van deze waarnemingen niet met zekerheid te zeggen. Immers, de import van elektriciteit kan behoorlijk fluctueren: in 2005 en 2006 was er sprake van een stijging van de import en in 2007 weer een daling. Verder waren de winters in de afgelopen jaren relatief mild.
Emissie van andere broeikasgassen ook na 2004 verder afgenomen
De emissie van de overige broeikasgassen (CH4, N2O en F-gassen) is met ongeveer 2 Mton gedaald sinds 2004. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de vermindering van de N2O-emissie in 2007, door reductiemaatregelen bij de salpeterzuurfabrieken (een reductie van circa 1,5 Mton CO2-equivalenten). Daarnaast namen de CH4-emissies van de afvalsector (stortplaatsen) nog steeds verder af.
Doelen klimaatbeleid
De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en van de fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6) zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de Verenigde Naties. In het Kyoto Protocol zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van broeikasgassen, waaronder CO2.
Bronnen
- Emissieregistratie (2009). Website EmissieRegistratie. PBL, Bilthoven; CBS, Den Haag; Rijkswaterstaat-Waterdienst, Lelystad; Alterra, Wageningen; SenterNovem, Utrecht en TNO, Utrecht.
Relevante informatie
- Klimaatverandering: beleid ter vermindering van broeikasgasemissies
- Hernieuwbare elektriciteit, 1990-2019
- Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021
- Ministerie van VROM, 2006. Integrale afweging klimaatbeleid gericht op het halen van Kyoto - Kamerbrief van 13 april 2006.
- Ministerie van VROM. Dossier Klimaatverandering.
- In het Klimaatverdrag en Kyoto Protocol heeft Nederland zich verplicht tot reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Daartoe worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Internationaal zijn ook eisen gesteld met betrekking tot monitoring en rapportage. De website www.broeikasgassen.nl geeft aan hoe Nederland de monitoring invult en geeft toegang tot de relevante rapporten.
- ECN, 2007. Energiebesparing 1995-2005. Update op basis van het Protocol Monitoring Energiebesparing. ECN, Petten
- SenterNovem, 2008. Meerjarenafspraken energie-efficiency - Resultaten 2007. SenterNovem, Utrecht.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2007, in samenwerking in de Emissieregistratie (Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, SenterNovem, TNO, Deltares).
- Omschrijving
Nederlandse emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6).
- Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving
- Berekeningswijze
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode.
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website www.broeikasgassen.nl en Emissieregistratie- Basistabel
Alle data zijn opvraagbaar bij de Emissieregistratie.
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
2x per jaar, in mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1.
- Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten en begrippen: op de website van Emissieregistratie achter BegrippenlijstIPCC (2001). Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas Inventories. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK.
- Opmerking
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies.
De hier gepresenteerde cijfers zijn de definitieve emissiecijfers voor de periode 1990-2007, zoals vastgesteld door de Emissieregistratie in april 2009.- Betrouwbaarheidscodering
De emissies van broeikasgassen kunnen niet exact worden gemeten of berekend. Onzekerheden zijn daarom onvermijdelijk. Het PBL schat de onzekerheid in de jaarlijkse totale broeikasgasemissie op circa 5%. Dit is geschat op basis van informatie van emissie-experts in een eenvoudige analyse van de onzekerheid (volgens de zogenaamde IPCC-tier 1 methode). De totale emissie van broeikasgassen ligt daarmee met 95% betrouwbaarheid tussen de 197 en 218 Mton CO2-equivalenten. De onzekerheid in de emissietrend tussen het basisjaar (1990/1995) en 2007 word geschat op circa 3%-punt; dat wil zeggen dat de emissietrend met 95% betrouwbaarheid ligt tussen de -7 tot -1%. In het afgesproken boekhoudkundige systeem onder het Kyoto Protocol worden emissies bepaald op een van tevoren afgesproken manier en wordt een Partij daarop uiteindelijk ook afgerekend. Met de hiervoor genoemde onzekerheden in de emissiecijfers wordt in dat boekhoudkundige systeem geen rekening gehouden. Voor meer informatie over onzekerheden in emissies zie:Onzekerheden emissies naar lucht.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2009). Broeikasgasemissies in Nederland, 1990-2007 (indicator 0165, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.