Biobrandstoffen, 2003-2007
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2007 bestond 2,8 procent van de in Nederland verkochte benzine en autodiesel uit biobrandstoffen. Dit is fors meer dan de 0,4 procent in 2006. Het is bovendien meer dan de 2,0 procent die de Nederlandse overheid voor 2007 als minimum heeft opgelegd aan de leveranciers van benzine en autodiesel.
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007* | |
% van de totale verkoop per soort brandstof | |||||
Totaal biobrandstoffen | 0,03 | 0,03 | 0,02 | 0,43 | 2,75 |
Biobenzine | - | - | - | 0,55 | 2,00 |
Biodiesel | 0,05 | 0,05 | 0,04 | 0,35 | 3,24 |
Bron: CBS (2008). | CBC/MNC/jul08/0535 |
Vooral veel biodiesel
Verreweg het grootste deel van de biobrandstoffen komt op de markt via bijmenging in gewone diesel en benzine. In 2007 hebben de leveranciers van motorbrandstoffen hierbij de nadruk gelegd op biodiesel. Bij diesel was de bijdrage van biobrandstoffen 3,2 procent, bij benzine 2,0 procent.
In 2006 was het totale aandeel van biobrandstoffen slechts 0,4 procent. Toen gold nog geen verplichting, maar kregen de leveranciers een gedeeltelijke accijnsvrijstelling voor biobrandstoffen. Deze is vanaf 2007 weer afgeschaft en vervangen door een verplicht percentage biobrandstoffen van 2,0 procent. De verplichting loopt geleidelijk op naar 5,75 procent in 2010.
Meer bijgemengd dan verplicht
Het bijmengen van biobrandstoffen leidt tot extra kosten voor de leveranciers. Toch hebben ze in 2007 meer bijgemengd dan verplicht. Een mogelijke reden daarvoor is dat de leveranciers van motorbrandstoffen de extra inspanning over 2007 in mindering mogen brengen op de verplichting voor volgende jaren.
Duurzaamheid biomassa
De duurzaamheid van verschillende soorten van biomassa is onderwerp van maatschappelijk debat. Vooralsnog tellen alle vormen van biomassa mee bij de duurzame elektriciteit, omdat er op dit moment nog geen algemeen geaccepteerde en operationele criteria zijn om de duurzaamheid van biomassa te beoordelen. De overheid is momenteel wel bezig om dergelijke criteria te ontwerpen (VROM, 2007). Ook in de internationale energiestatistieken wordt geen onderscheid gemaakt tussen duurzame en niet duurzame biomassa.
Bronnen
- CBS (2007). Duurzame energie in Nederland 2006. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2008a). StatLine: Biobrandstoffen voor het wegverkeer. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2008b). Verkoop biobrandstoffen sterk toegenomen. CBS webmagazine, 25 juni 2008. CBS, Voorburg/Heerlen.
- EU (2003). Directive 2003/30/EU of the European Parliament and of the Council of 8 May 2003 on the promotion of the use of biofuels or other renewable fuels for transport. Official Journal of the European Union L123/42.
- SenterNovem (2006). Protocol Monitoring Duurzame Energie (2006). Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame / hernieuwbare energiebronnen (update 2006). SenterNovem, Utrecht/Sittard.
- VROM (2007). Beleid voor duurzame productie van biomassa voor energiedoeleinden. Brief van de minister aan de Tweede kamer. KvI2007058811, juni 2007.
Relevante informatie
- Meer informatie over duurzame energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Biobrandstoffen
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het verbruik van biobrandstoffen (totaal, biobenzine, biodiesel), uitgedrukt als percentage van de totale verkoop per soort brandstof.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- De berekeningswijze is vastgelegd in het Protocol Monitoring Duurzame Energie (SenterNovem, 2006). Tevens is een kortere methodologische verantwoording te vinden in het rapport Duurzame energie in Nederland 2006 (p. 61, 62)(CBS, 2007).
- Basistabel
- StatLine: Biobrandstoffen voor het wegverkeer (CBS, 2008).
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Verkoop biobrandstoffen sterk toegenomen (CBS, 2008a)
- Opmerking
- De gegevens voor de jaren 2003 tot en met 2005 zijn afkomstig uit de rapportages van de Nederlandse overheid in het kader van de Europese richtlijn biobrandstoffen voor het wegverkeer (2003/30/EC). De cijfers voor 2006 zijn afgeleid uit gegevens van de belastingdienst aangevuld met informatie uit directe waarneming van het CBS in het kader van de oliestatistiek. De cijfers vanaf 2007 zijn afgeleid uit directe waarneming van het CBS in het kader van de oliestatistiek, daar waar mogelijk gecontroleerd met de rapportages van oliemaatschappijen aan VROM in het kader van de biobrandstoffenwetgeving.
- Betrouwbaarheidscodering
- C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2008). Biobrandstoffen, 2003-2007 (indicator 0535, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.