Biobrandstoffen, 2003-2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2006 is 67 miljoen liter biobrandstoffen voor het wegverkeer verkocht. Dit komt overeen met 0,4 procent van de energie-inhoud van de verkochte benzine en diesel op de Nederlandse markt. Het gaat hierbij voornamelijk om biobrandstoffen die zijn bijgemengd in de gewone brandstoffen.
2003 | 2004 | 2005 | 2006* | |
% van de totale afleveringen per soort brandstof | ||||
Totaal biobrandstoffen | 0,03 | 0,03 | 0,02 | 0,43 |
Biobenzine | - | - | - | 0,55 |
Biodiesel | 0,05 | 0,05 | 0,04 | 0,35 |
Bron: CBS (2007). | CBC/MNC/jul07/0535 |
Verkoop biobrandstoffen komt voorzichtig op gang
In 2006 is 67 miljoen liter biobrandstoffen voor het wegverkeer verkocht. Dit komt overeen met 0,4 procent van de energie-inhoud van de verkochte benzine en diesel op de Nederlandse markt. Voor benzine was het aandeel biobrandstoffen in 2006 net wat groter dan voor diesel. Het gaat voornamelijk om biobrandstoffen die zijn bijgemengd in de gewone brandstoffen.
In 2005 was het aandeel biobrandstoffen nog maar 0,02 procent. De toename in 2006 is een gevolg van een gedeeltelijke accijnsvrijstelling voor biobrandstoffen in dat jaar. In 2007 is de accijnsvrijstelling weer afgeschaft. In plaats daarvan zijn de leveranciers van transportbrandstoffen verplicht om 2 procent biobrandstoffen te verkopen. In 2010 wordt dit 5,75 procent.
Beleidsdoelstelling
De doelstelling van de Nederlandse overheid vloeit voort uit de Europese Richtlijn voor biobrandstoffen (3003/30/EC): In 2010 bestaat 5,75% van alle verkochte benzine en diesel uit biobrandstoffen. Voor 2005 was de doelstelling 2%. De percentages worden daarbij berekend op energetische basis.
Duurzaamheid biomassa
De duurzaamheid van verschillende soorten van biomassa is onderwerp van maatschappelijk debat. Vooralsnog tellen alle vormen van biomassa mee bij de duurzame elektriciteit, omdat er op dit moment nog geen algemeen geaccepteerde en operationele criteria zijn om de duurzaamheid van biomassa te beoordelen. De overheid is momenteel wel bezig om dergelijke criteria te ontwerpen (VROM, 2007). Ook in de internationale energiestatistieken wordt geen onderscheid gemaakt tussen duurzame en niet duurzame biomassa.
Bronnen
- CBS (2007). StatLine: Biobrandstoffen voor het wegverkeer. CBS, Voorburg/Heerlen.
- VROM (2007) Beleid voor duurzame productie van biomassa voor energiedoeleinden. Brief van de minister aan de Tweede kamer. KvI2007058811, juni 2007.
Relevante informatie
- Meer informatie over de productie door duurzame energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens voor de jaren 2003 t/m 2005 zijn afkomstig uit de rapportages
van de Nederlandse overheid in het kader van de Europese richtlijn
biobrandstoffen voor het wegverkeer (2003/30/EC). De cijfers over 2006
zijn afgeleid uit gegevens van de belastingdienst aangevuld met informatie
uit directe waarneming van het CBS in het kader van de oliestatistiek. - Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Biobrandstoffen, 2003-2006 (indicator 0535, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.