Veehouderij: aantallen dieren, 1980-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De meeste dieren in de veehouderij bevinden zich in de intensieve veehouderij. Dierziekten hebben een significante invloed op de veestapel.

  1980198619901995200020052006
         
  x 1 000      
         
Rundvee5 2265 1234 9264 6544 0703 7953 745
w.o.melk- en kalfkoeien2 3562 2881 8781 7081 5041 4331 420
 vleeskalveren582690302669783828844
         
Varkens10 13813 48113 91514 39713 11811 30611 356
         
Pluimvee82 59393 80894 90391 861106 81394 92194 335
w.o.leghennen26 61033 91133 19938 16244 03642 39741 642
 slachtkuikens38 60939 41441 17243 82750 93744 21941 914
         
Paarden en pony' s676370100118132128
Schapen8588681 7021 6741 3081 3621 376
Geiten.236176179291309
Pelsdieren en konijnen...9529821 0231 028
         
Bron: CBS (2007).CBS/MNC/okt07/0012
1) 1980: 5 maanden en ouder; vanaf 1986: 18 weken en ouder.

Aantal melk- en kalfkoeien en varkens sinds 1980 afgenomen

Het aantal melk- en kalfkoeien, in 2006 goed voor 54 % van de mestproductie, is sinds de invoering van de Beschikking Superheffing in 1984 gedaald met ruim 40%.
De afname van het aantal varkens sinds 1997 is het gevolg van een complex van factoren: gevolgen van de varkenspest, marktontwikkelingen, korting en opkoop van varkensrechten door de overheid en milieu- en dierwelzijnsmaatregelen. Ten opzichte van 2005 zijn de aantallen dieren vrijwel onveranderd gebleven.

Invloed van dierziekten

De ziekte mond- en klauwzeer (MKZ) heeft in 2001 vooral lokaal de omvang van de veestapel beïnvloed. Voor Nederland als geheel was de invloed beperkt. Op langere termijn hebben dierziekten vooral gevolgen voor de economische positie van veebedrijven. Door de uitbraak van vogelpest in maart 2003 en de daarop volgende ruimingen is de omvang van de pluimveestapel in 2003 sterk gedaald. In het voorjaar van 2003 werden bijna 30 miljoen stuks pluimvee geruimd.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over aantallen dieren in de veehouderij, bijvoorbeeld over eerdere en tussenliggende jaren, zijn te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het aantal dieren wordt jaarlijks op 1 april geteld in de Landbouwtelling. Doordat de telling gebeurt op één peildatum kunnen vervoersverboden en ruimingen door dierziekten tot uitdrukking komen in het aantal getelde dieren.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2007). Veehouderij: aantallen dieren, 1980-2006 (indicator 0012, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.