Vervallen mestproductierechten en dierrechten, 1998-2006

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De indicator "Vervallen mestproductierechten en dierrechten" is beëindigd. Met ingang van 1 januari 2006 is het stelsel van mestproductierechten opgeheven en bestaan er alleen nog dierrechten (varkensrechten en pluimveerechten).

Sinds 1998 is in totaal voor ruim 35 miljoen kg fosfaat aan mestproductie- en dierrechten komen te vervallen.

Vervallen rechten

De grafiek geeft de cumulatieve hoeveelheid fosfaat aan mestproductie- en dierrechten die is komen te vervallen door deelname aan opkoopregelingen, afroming bij verhandeling en andere kortingen. Sinds 1998 betreft het in totaal ruim 35 miljoen kg fosfaat aan mestproductie- en dierrechten:

  • Ongeveer 10 miljoen kg fosfaat aan rechten is gekort bij het van kracht worden van de Wet herstructurering varkenshouderij in 1998, waarbij mestproductierechten voor varkens zijn omgezet in varkensrechten. Bij deze omzetting is het aantal rechten met 10 procent gekort en zijn de mestproductierechten geschrapt die niet werden benut voor het houden van dieren (de zogenaamde latente ruimte).
  • Voor 5 miljoen kg fosfaat aan rechten is gekort (afgeroomd) bij bedrijfsverplaatsing en het verhandelen van rechten (tot 1 oktober 2002).
  • Bijna 21 miljoen kg fosfaat aan rechten is vervallen door deelname aan opkoopregelingen, waarvan bijna 14 miljoen kg in de vorm van varkensrechten.

Nog beschikbare rechten

Met ingang van 1 januari 2006 is het stelsel van mestproductierechten opgeheven en bestaan er alleen nog dierrechten (varkensrechten en pluimveerechten). Na aftrek van de vervallen rechten staan er eind 2006 bij de Dienst Regelingen nog 8,8 miljoen varkensrechten geregistreerd (dit is goed voor circa 65 miljoen kg P2O5) en voor 34 miljoen kg P2O5 aan pluimveerechten.

Relevantie

Mestproductierechten (grondgebonden rechten, niet grondgebonden rechten) en dierrechten (varkensrechten, pluimveerechten) stellen een plafond aan de dierlijke mestproductie en daarmee aan de omvang van de veestapel op bedrijfsniveau en op landelijk niveau.
In de Meststoffenwet (1986) wordt een maximum gesteld aan de hoeveelheid mest die per hectare mag worden geproduceerd: grondgebonden rechten. Bedrijven die meer mest produceerden dan waarvoor ze grondgebonden rechten hadden, kregen voor het meerdere niet-grondgebonden rechten toegekend. Een deel van de niet-grondgebonden rechten is op een later tijdstip omgezet in dierrechten: varkensrechten (in 1998) en pluimveerechten (in 2001). Om de hoeveelheid niet-grondgebonden rechten en dierrechten in te perken heeft de overheid diverse maatregelen genomen: korting, opkoop en afromen van verhandelde rechten.
Voor meer achtergronden en uitgebreide informatie over mestproductierechten en dierrechten wordt verwezen naar de publicatie Monitor Mineralen en Mestwetgeving 2007 (CBS, 2007).

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Een korte beschrijving van het onderzoek geeft het artikel Mineralen en mestwetgeving (CBS, 2006).
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2007). Vervallen mestproductierechten en dierrechten, 1998-2006 (indicator 0402, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.