Aantal dieren in de veehouderij, 1980-2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De meeste dieren in de veehouderij bevinden zich in de intensieve veehouderij. Dierziekten hebben een significante invloed op de omvang van de veestapel.

  1980198619901995200020012002
        
  x 1 000      
Rundvee 5 2265 1234 9264 6544 0704 0473 858
w.o. melk- en kalfkoeien2 3562 2881 8781 7081 5041 5461 496
vleeskalveren582690602669783712713
        
Varkens10 13813 48113 91514 39713 11813 07311 648
        
Pluimvee 82 59393 80894 90391 861106 813102 956103 651
w.o. leghennen 1)26 61033 91133 19938 16244 03642 72638 889
Slachtkuikens38 60939 41441 17243 82750 93750 12754 660
        
Paarden en pony's676370100118120121
Schapen8588681 7021 6741 3081 2961 186
Geiten0236176179221255
Pelsdieren en konijnen . . .9529821 003995
        
Bron: CBS (2003).CBS/MC2003/okt03/0012
1) 1960: 6 maanden en ouder; 1970 en 1980: 5 maanden en ouder; vanaf 1986: 18 weken en ouder.

Ontwikkeling aantal dieren

De sterke toename van het aantal dieren betreft voornamelijk de niet-grondgebonden veestapel (intensieve veehouderij). Het aantal melk- en kalfkoeien, in 2001 goed voor 52% van de mestproductie, is sinds de invoering van de Beschikking Superheffing (1984) gedaald met 42% (2002).

De afname van het aantal varkens sinds 1997 is het gevolg van een complex van factoren: gevolgen van de varkenspest, marktontwikkelingen, korting en opkoop van varkensrechten door de overheid en milieu- en dierwelzijnsmaatregelen.

Invloed van dierziekten

De ziekte mond- en klauwzeer (MKZ) in 2001 is vooral lokaal van invloed geweest op de omvang van de veestapel. Voor Nederland als geheel was de invloed beperkt. Op langere termijn hebben dierziekten vooral gevolgen voor de economische positie van veebedrijven. Er zijn 377 bedrijven geweest die een aanvraag hebben ingediend om een vergoeding te krijgen uit het MKZ-fonds: 132 aanvragen werden toegewezen, waarbij gemiddeld 37 duizend euro per bedrijf werd uitgekeerd. Hierbij waren 50 bedrijven uit niet-landbouwsectoren (horeca, transport, detailhandel)Na het uitbreken van de vogelpest in Nederland in het begin van 2003 zijn (per 15 mei) 252 bedrijven definitef besmet verklaard. Hiervan was in 22 gevallen sprake van hobbymatig gehouden dieren. Inmiddels zijn ruim 25 miljoen (circa 25% van het pluimvee) AI (Aviaire Influenza)-gevoelige dieren geruimd.

Methodiek

Het aantal dieren wordt jaarlijks geteld op 1 april in de zogenaamde Landbouwtelling. Omdat het aantal dieren wordt geteld op een peildatum kunnen vervoersverboden door dierziekten tot uitdrukking komen in het aantal getelde dieren zoals in 1997 bij de varkenspest.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over aantallen dieren in de veehouderij, bijvoorbeeld over eerdere en tussenliggende jaren, zijn te vinden u op Statline (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Aantal dieren in de veehouderij, 1980-2002 (indicator 0012, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.