Ruimtelijke ontwikkelingen in het kustfundament, 2000 - 2012
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het aantal woningen in het kustfundament is licht toegenomen van 28672 in 2000 tot 30231 in 2012, gemiddeld ongeveer 0,4% per jaar. Deze toename heeft vooral plaatsgevonden binnen het bestaand bebouwd gebied (84%). Tussen 2010 en 2012 ging deze toename in een vergelijkbaar tempo door.
Restricties bouwen in het kustfundament
Het kustfundament omvat het gehele zandgebied, nat en droog, dat als geheel van belang is als drager van functies in het kustgebied. Het rijk waarborgt voor de realisatie van een duurzame veiligheid tegen overstroming vanuit zee dat in het kustfundament voldoende ruimte beschikbaar is en blijft voor de versterking van de zeewering. Aan de landzijde omvat het kustfundament alle duingebieden en alle daarop gelegen harde zeeweringen met de ruimtereservering voor tweehonderd jaar zeespiegelstijging en omvat daar waar de duinen breder zijn dan de waterkering het gehele duingebied. In de praktijk valt de begrenzing dan samen met de grenzen van natuurbeschermingsgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur en de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.
Geringe toename van het aantal woningen in het kustfundament
Het totaal aantal woningen is in het kustfundament is in de periode 2000 - 2012 met gemiddeld 0,4% per jaar toegenomen. De ontwikkelingen hebben zich vooral voorgedaan binnen bestaand bebouwd gebied (84%). Tussen 2010 en 2012 ging deze toename in een vergelijkbaar tempo door. Om het zandige systeem van de kust integraal te kunnen beheren wordt het kustfundament ruimtelijke beschermd met een 'ja-mits, nee-tenzij' regime (vastgelegd in het Nationaal Waterplan). De kustveiligheid wordt geborgd in combinatie met behoud en ontwikkeling van functies in de kust (zoals ecologie, recreatie, zeehaven, zeescheepvaart) zolang deze functies de waterveiligheid niet in gevaar brengen.
Niet nagegaan is of bebouwing buiten het kustfundament in overeenstemming is met de hierboven genoemde restrictie. In onderstaande tabel zijn de gemeenten opgenomen waar zich de grootste wijzigingen hebben voorgedaan wat betreft de toename van het aantal woningen in het kustfundament.
Gemeente | Toename woningen buiten bebouwd gebied 2000 - 2012 | Toename woningen binnen bebouwd gebied 2000 - 2012 |
Bergen | 59 | 71 |
's-Gravenhage | 21 | 61 |
Katwijk | 35 | 112 |
Rotterdam | 103 | 54 |
Vlissingen | 0 | 225 |
Zandvoort | 3 | 733 |
Zijpe | 56 | 0 |
Relevante doel en nationaal belang Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:
- Doel: Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuur-historische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
- Nationaal Belang: Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling
Bronnen
- IenM (2012), Structuurvisie infrastructuur en ruimte, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Ruimtelijke ontwikkelingen in het kustfundament
- Omschrijving
- Het aantal nieuwe woningen dat gebouwd is in het kustfundament, binnen en buiten bestaand bebouwd gebied
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
- Berekeningswijze
- Binnen de contour van het kustfundament uit de SVIR zijn de aantallen woningen ingeteld op basis van het bestand Woningregistratie 2000 - 2012 van het CBS. Er is daarbij onderscheid gemaakt naar binnen en buiten het bestaand bebouwd gebied (VROM, 2003, gecorrigeerde versie 2000).
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2014). Ruimtelijke ontwikkelingen in het kustfundament, 2000 - 2012 (indicator 2158, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.