Biologische waterkwaliteit KRW, 2019
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De meeste waterlichamen voldoen niet aan de gewenste biologische kwaliteit volgens de KRW-beoordeling. De biologische kwaliteit wordt beoordeeld op basis van het voorkomen van algen, waterplanten, vissen en macrofauna.
Biologische waterkwaliteit onvoldoende
De biologische kwaliteit van het oppervlaktewater is in 44 van de 710 waterlichamen goed. In alle andere waterlichamen is de biologische kwaliteit onvoldoende. Voor de ecologische toestand is de biologische kwaliteit het belangrijkste onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling in de KRW. De hier gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op de tussenrapportage die plaatsvindt tussen de officiële rapportages van 2015 en 2021. De eerste rapportage was in 2009. In de stroomgebiedbeheerplannen voor de KRW hebben het rijk, de waterschappen, provincies en gemeenten aangegeven welke maatregelen zij gaan treffen om de kwaliteit van het water te verbeteren. Zie voor meer informatie over de KRW
Biologische waterkwaliteit verbetert langzaam
De biologische waterkwaliteit verbetert langzaam. 6% van de waterlichamen heeft nu een goede kwaliteit, dat was in de eerste KRW-rapportage in 2009 3%. Doordat in deze periode sommige beoordelingsmethoden zijn aangepast, kan deze toename van het percentage goede waterlichamen slechts ten dele worden toegeschreven aan een verbtering van de waterkwaliteit.
Uit langdurige trendreeksen van de kwaliteit van macrofauna en waterplanten blijkt dat in de laatste 20 jaar de kwaliteit gemiddeld 5 procentpunt is verbeterd. De effecten van vermesting van het oppervlaktewater komen het beste tot uiting in de maatlat voor algen. De inrichting en het beheer van het water zijn het sterkst gekoppeld aan de beoordeling van macrofauna en vissen.
- Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2022
- Natuurkwaliteit van waterplanten in oppervlaktewater, 1990 - 2022
- Vermesting in meren en plassen, 1980 - 2014
- Vermesting van oppervlaktewater, 1990 - 2021
- Vermesting in grote rivieren, 1970-2014
Belangrijke oorzaken
De belangrijkste oorzaken voor de matige tot slechte biologische kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater zijn:
- vermesting met de nutriënten stikstof en fosfor. Deze zorgen voor algengroei in stilstaande wateren.
- een onnatuurlijke inrichting van het water. De meeste beken zijn in de afgelopen eeuw recht getrokken en hebben een strakke oever met weinig natuurlijke habitats voor planten en dieren, terwijl slechts een klein deel van de beken meandert. De meeste meren en kanalen hebben een harde oever van steen, waardoor het oeverecosysteem nauwelijks tot ontwikkeling komt. Het waterpeil is meestal een vastgesteld peil, wat de natuurlijke dynamiek beperkt.
- versnippering door de aanwezigheid van gemalen en stuwen. Vissen kunnen nauwelijks migreren. Vispassages worden aangelegd om dit te verbeteren.
- bestrijdingsmiddelen zorgen voor sterfte, vooral door piekbelasting kan een grote sterfte van macrofauna optreden.
Bronnen
- Helpdesk Water (Kaderrichtlijn Water)
- Waterdata Rijkswaterstaat
- Evers, C.H.M., Knoben, R.A.E., Herpen, F.C.J.v., 2012. Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021. Stowa, Amersfoort.
- Molen, D.T.v.d., Pot, R., Evers, C.H.M., Nieuwerburgh, L.L.J.v., 2012. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021. Stowa, Amersfoort.
- Gaalen, F.W. van et al. (2020), Nationale analyse waterkwaliteit, Den Haag: PBL.
- Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA)
Relevante informatie
- Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 - 2022
- Natuurkwaliteit van waterplanten in oppervlaktewater, 1990 - 2022
- Vermesting in meren en plassen, 1980 - 2014
- Vermesting van oppervlaktewater, 1990 - 2021
- Vermesting in grote rivieren, 1970-2014
- Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2022
- Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater, 2013-2023
- Oppervlaktewater in Nederland
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de KRW
- Omschrijving
- De beoordeling van de biologische kwaliteit van de KRW voor het Nederlandse oppervlaktewater.
- Verantwoordelijk instituut
- PBL, auteur Peter van Puijenbroek
- Berekeningswijze
- Beoordeling conform de KRW maatlatten systematiek. Zie bij referenties van Stowa, 2012.
- Basistabel
- Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Definitieve resultaten afkomstig van http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/, data gedownload november 2015
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Eens per 6 jaar wordt gerapporteerd.
- Achtergrondliteratuur
- -IenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Rijndelta. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Maas. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Schelde. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-IenM, 2015. Stroomgebied beheerplan. Eems. Ministerie van Infrastructuur en Milieu
-Puijenbroek, P. J. T. M. van, P. Cleij, en H. Visser. 2014. Aggregated indices for trends in eutrophication of different types of fresh water in the Netherlands. Ecological Indicators 36:456-462.
-Puijenbroek, P. J. T. M. van, C. H. M. Evers, en F. W. van Gaalen. 2015. Evaluation of Water Framework Directive metrics to analyse trends in water quality in the Netherlands. Sustainability of Water Quality and Ecology 6:40-47.
-Puijenbroek, P. van, 2014. De KRW beoordeling uitgesplitst naar verklarende overzichten. De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de KRW. PBL rapport 1355 - Betrouwbaarheidscodering
- Dit betreft de tussenrapportage van de Stroomgebiedbeheerplannen.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2020). Biologische waterkwaliteit KRW, 2019 (indicator 1420, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.