Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Purperslak en wulk gaan achteruit in kustgebieden. Dit is waarschijnlijk mede het gevolg van het gebruik van aangroeiwerende verven op scheepsrompen.

Ontwikkeling

De purperslak is ten opzichte van 1900 tot 1960 met meer dan 70% afgenomen. De wulk is ten opzichte van 1978-1979 afgenomen met ruim 40%. Deze veranderingen worden in verband gebracht met tributyltin-(TBT)-houdende verven die de aangroei van zeepokken en andere organismen op scheepsrompen moeten remmen. Het middel, dat vanaf het begin van de jaren zeventig in gebruik is genomen, heeft echter nadelige bijeffecten. Zo is bij verscheidene weekdieren, waaronder de purperslak en wulk, aangetoond dat TBT 'imposex' veroorzaakt. Dit wil zeggen dat vrouwelijke dieren mannelijke geslachtsorganen ontwikkelen, waardoor de populatie geheel of gedeeltelijk steriel wordt. Ook andere factoren spelen een rol bij de achteruitgang, met name de asfaltering van dijken bij de purperslak en de boomkorvisserij bij de wulk.
Na een verbod op TBT is de hoeveelheid TBT in jachthavens sinds 1990 sterk gedaald, maar dat heeft niet geleid tot verbeteringen bij deze soorten. De concentraties liggen nog boven de risiconorm. Het is mogelijk dat daardoor de purperslak na 1990 toen het verbod op TBT van kracht werd, nog geen herstel laat zien. Het herstel wordt ook bemoeilijkt door de opkomst van de Japanse oester die de biotoop van de purperslak inneemt, namelijk spleten en holten tussen de stenen in de getijdezone. Bij de wulk, een soort van de open zee, is de achtergang wel tot staan gekomen.

Bronnen

  • Gmelig Meyling, A.W. en R.H. Bruyne (2001). Een duik in mariene gegevens. Lange termijn veranderingen (1945-2000) van roggen, kreeftachtigen en andere mariene organismen als gevolg van menselijk handelen in beeld gebracht met behulp van duik- en aanspoelselwaarnemingen. Stichting Anemoon. Heemstede.
  • Gmelig Meyling, A.W. (2003) Nieuw meetnet voor purperslak, deelnemers gezocht. Zeedahlia.
  • Moorsel, G.W.N.M. (1996). Ecoprofiel purperslak (Nucella lapillus). Bureau Waardenburg. Culemborg.
  • Vooys, C.G.N. de (2005) Wulkenvisserij in de Waddenzee. Visserijnieuws nr. 39. Bijlage 30 september 2005: 44-45.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De gegevens van deze twee soorten komen uit monitoringprogramma's van de Stichting Anemoon. De linker grafiek toont de ontwikkeling van het aantal levende exemplaren per locatie in de getijdezone. De rechter grafiek toont de ontwikkeling in het aantal aangespoelde eikapsels van de wulk op de trajecten Den Haag, Katwijk-Noordwijk, Petten en Texel.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven (indicator 1104, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.