Verkoop, gebruik en afgedankte elektronische en elektrische apparatuur, 1995-2023
In 2023 is in totaal ongeveer 823 miljoen kg aan elektronische en elektrische apparaten, inclusief zonnepanelen, (EEA) op de markt gebracht. Dat is een stijging ten opzichte van het herrekende aantal uit 2022, toen er 818 miljoen kg werd verkocht. Deze hoeveelheid in 2023 komt overeen met gemiddeld 46 kg per inwoner. In hetzelfde jaar kwam per inwoner 21 kg vrij als afval (AEEA) (379 miljoen kg). Van dit afval is ruim 60 procent ingezameld en gerecycled (NWR, 2024).
Het aantal op de markt gebrachte apparaten neemt nog steeds toe
Het aantal op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur (EEA) neemt nog steeds toe. In 2014 werd voor 314 miljoen kg apparaten verkocht, in 2023 was dit 823 miljoen kg. De grootste stijging komt door zonnepanelen. Die stegen van 10,6 naar 320 miljoen kg in deze periode (NWR, 2024).
Hoeveelheid afval al jaren stabiel
In 2023 bedroeg de hoeveelheid elektrisch en elektronisch afval (AEEA), inclusief de export van gebruikte apparaten dat in Nederland is vrijgekomen 21 kg per inwoner (oftewel 379 miljoen kg) (NWR, 2024). In 2006 was er ook al dezelfde hoeveelheid kg per inwoner aan AEEA (totaal 339 miljoen kg) en sindsdien is er niet veel veranderd. In 1995 bedroeg dit nog 10,4 kg per inwoner (ofwel 161 miljoen kg) (CBS, 2017) dus de stijging zat vooral in de jaren tussen 1995 en 2006.
Verwerking van het afval
Een belangrijk deel van het elektrisch en elektronisch afval werd in 2023 verwerkt en geregistreerd in het Nationaal (W)EEE Register. In totaal gaat het om 219 miljoen kg, dit komt overeen met 27 procent van het gewicht van de op de markt gebrachte apparatuur (inclusief zonnepanelen). Exclusief zonnepanelen is dit 43 procent. De grootste categorie ingezamelde elektronica betreft de “Grote apparatuur excl. zonnepanelen” met 86 miljoen kg. Voorbeelden van goederen in deze groep zijn airconditioners, vaatwassers, wasmachines, wasdroger, ovens, kopieer machines, elektrische fietsen en apparatuur voor solderen en lassen.
In 2023 moest er 65 procent van de op de markt gezette apparatuur (van de voorgaande drie jaren) ingezameld worden. Dit inzamelingspercentage is uitgekomen op 29 procent. Exclusief zonnepanelen was dit 44 procent.
Relevantie
- Hoewel AEEA slechts een klein deel van het Nederlandse afval betreft, is een correcte inzameling en verwerking essentieel om schade aan het milieu te minimaliseren en de herbruikbare schaarse grondstoffen te herwinnen (UNEP 2009).
- AEEA kan buiten de officiële inzamelaars worden ingezameld en verwerkt. Voor het EEA-afval dat geld oplevert, wanneer het bijvoorbeeld veel metaal bevat, is de verwachting dat het afval verwerkt wordt, waardoor de onderdelen die geld opleveren zijn hergebruikt zullen worden. Het elektronische afval dat echter via malafide handelaren gaat, geeft echter wel reden tot bezorgdheid. Dit afval kan immers in potentie illegaal zijn weg naar Derde Wereldlanden vinden om daar goedkoper en milieuvervuilender verwerkt, verbrand of gestort te worden (United Nations University, 2017).
- Een deel van de voornamelijk kleinere apparaten worden, incorrect, met het normale huisvuil afgedankt. Uit sorteeranalyses blijkt dat dit voor 2023 om ongeveer 1% van het huishoudelijk restafval betreft (CBS, 2024). Dit is 88 miljoen kilogram EEA.
Bronnen
- CBS (2017). Van Straalen, V.M, Roskam, A.J., & Baldé, C.P. (2016). Waste over Time Script [computer software] The Hague, The Netherlands: Statistics Netherlands (CBS).
- NWR (2024). http://www.nationaalweeeregister.nl. Nationaal (W)EEE Register, Zoetermeer.
- CBS (2024). Gemeentelijke afvalstoffen; hoeveelheden. CBS, Den Haag/Heerlen.
- EU(2012). 2012/19/EU WEEE Directive, Europese Unie. Brussel
- IenM (2014). Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 3 februari 2014, nr. IENM/BSK-2014/14758, houdende vaststelling regels met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur)
- UNEP (2009). Recycling from e-waste to resources. UNEP, Sustainable Innovation and Technology Transfer Industrial Sector Studies, Nairobi.
- United Nations University (2017). Baldé, C.P., Forti V., Gray, V., Kuehr, R., Stegmann,P. : The Global E-waste Monitor 2017, United Nations University (UNU), International Telecommunication Union (ITU) & International Solid Waste Association (ISWA), Bonn/Geneva/Vienna.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Afgedankte elektronische en elektrische apparatuur
- Omschrijving
Inzameling en vrijkomen van afgedankte elektronische en elektrische apparatuur
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek / United Nations University.
- Berekeningswijze
De totale hoeveelheid afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) dat in Nederland ontstaat, wordt modelmatig bepaald door verkopen in het verleden, de gemiddelde levensduur en het gemiddelde gewicht per type apparaat. De verkopen worden bepaald uit de PRODCOM-statistiek en de internationale handelsstatistiek. Deze gegevens werden vergeleken met verkoopdata verkregen via brancheverenigingen, bezitsmetingen bij huishoudens en de registreerde afdankingen van AEEA. Hierdoor kon met hoge precisie het bezit bij Nederland, afdankingen en verkopen worden bepaald. De gemiddelde levensduur is uit verschillende publicaties verkregen en kon ook uit het model worden gehaald. Het gemiddelde gewicht per EEA werd vergeleken met waarden gevonden in literatuur en werd ook aangepast per productiejaar.
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
http://www.nationaalweeeregister.nl. NWR (2024)
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2024). Verkoop, gebruik en afgedankte elektronische en elektrische apparatuur, 1995-2023 (indicator 0561, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.