Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2005

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De netto kosten voor het beheer van natuur en landschap zijn tussen 2000 en 2005 ongeveer gelijk gebleven. Het overgrote deel van deze kosten wordt gefinancierd door de overheid, met name het Rijk.

  19992000200120032005 3)  
      Totaal Binnen Nederland besteedGeldstromen van en naar buitenland
         
Kostenmln euro     
Bruto kosten7499151 0009749559550
w.o.verwerving natuurterreinen1232342281351421420
 inrichting en beheer2993203753694284280
 apparaatskosten2012242552992912910
Opbrengsten4447495774740
Netto kosten7058689519178818810
         
Specificatie netto kosten naar sector       
Rijk2633254014153993990
Provincies5866687185850
Landbouw3035395553530
Natuurbeschermingsorganisaties2533373352792512510
Overige sectoren 1)1011051089793930
         
Netto lasten       
Totaal7058689519171 227 346
Overheid4925976857131 024 354
w.o.Rijk422496582577854  
Particulieren 2)921521468768 31
Huishoudens120116117117135  
Onverdeeld243114  
        
Subsidie Europese Unie     -40
         
Bron: CBS (2007a).CBS/MNC/jan08/0519
1) Gemeenten, waterschappen, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw.
2) Landbouw, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw, natuurbeschermingsorganisaties.
3) Netto lasten vanaf 2005 inclusief geldstromen van en naar het buitenland. De gegevens zijn hierdoor minder vergelijkbaar met de jaren ervoor.

Uitgaven voor natuur en landschap blijven ongeveer gelijk

De netto kosten voor natuur- en landschapsbeheer zijn tussen 2000 en 2005 ongeveer gelijk gebleven. De kosten die voor rekening van de overheid komen, liggen sinds 2001 vrijwel vast op een bedrag net boven de 500 miljoen euro. Ook de kosten van het bedrijfsleven en particuliere natuurbeschermingsorganisaties (NBO's) zijn sinds 2003 nauwelijks veranderd en liggen rond de 400 miljoen euro.
De activiteiten van de particuliere natuurbeschermingsorganisaties worden in belangrijke mate mogelijk gemaakt door bijdragen van huishoudens. In 2005 ging het om 135 miljoen euro. Dit bedrag komt onder andere uit contributies, giften, nalatenschappen en bijdragen uit loterijen.

Verwerving, inrichting en beheer natuurterreinen

Sinds 1990 wordt gewerkt aan het tot stand komen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een aaneengesloten netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Het is de bedoeling dat de EHS in 2018 is gerealiseerd. Ruim de helft van de bruto kosten voor natuur- en landschapsbeheer wordt besteed aan grondverwerving in het kader van de EHS, en de inrichting en het beheer van natuurterreinen (60 procent in 2005). Daarnaast wordt ongeveer een kwart uitgegeven aan apparaatskosten (kosten voor personen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het doen functioneren van een instelling of het verrichten van een taak). Ten slotte wordt er ook geld aan uitgegeven aan educatie, voorlichting en onderzoek op het gebied van natuur- en landschapsbeheer.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het artikel Kosten en financiering van het natuur en landschapsbeheer (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.De uitgaven voor de verwerving, inrichting en het beheer van natuurterreinen worden als jaarlijkse kosten weergegeven. De reden hiervoor is dat er wordt uitgegaan van de mannier waarop het Rijk haar uitgaven verantwoordt: bij de rijksoverheid worden de totale uitgaven in een bepaald jaar verantwoord als kosten. Hierbij wordt een bepaalde investering in één keer als totaal afgeschreven. De kosten worden dus niet - zoals gebruikelijk - over meerdere jaren verdeeld op basis van de te verwachten economische levensduur.Naast de kosten voor natuur- en landschapsactiviteiten binnen Nederland zijn in 2005 voor het eerst de in- en uitgaande geldstromen geanalyseerd naar het buitenland. Door het toevoegen van deze geldstromen is de analyse vollediger geworden. De in- en uitgaande geldstromen naar het buitenland komen tot uitdrukking in de netto lasten (financiering). Het verschil tussen de totale netto lasten en de totale netto kosten is de netto geldstroom naar het buitenland. Voor de periode tot en met 2003 zijn de netto lasten gelijk aan de totale netto kosten van de eigen activiteiten van alle sectoren. Door het toevoegen van de geldstromen van en naar het buitenland zijn de gegevens over de netto lasten minder goed vergelijkbaar geworden met voorgaande jaren. De gegevens over de netto kosten in 2005 blijven wel vergelijkbaar met die van de jaren ervoor. Voor de analyse is onder andere gebruik gemaakt van Bogaardt en Verhoog (2005) en Gaaff en Verburg (2007). In de databank StatLine publiceert het CBS naast een tabel Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer met gegevens vanaf 1999 (CBS, 2007a) ook een tabel met gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer voor de periode 1985-1997 (CBS, 2003). De cijfers uit de laatstgenoemde tabel sluiten niet (helemaal) aan op de hier gepresenteerde gegevens. Een belangrijk verschil betreft de overdrachten van de huishoudens aan overige natuurbeschermingsorganisaties. Deze overdrachten zijn vanaf 1999 toegevoegd aan de al opgenomen overdrachten die worden verkregen via het Rijk en de provincies. De eigen kosten van deze organisaties zijn met eenzelfde bedrag verhoogd.
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2005 (indicator 0519, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.