Zwaveldioxideconcentratie, 1984-2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De concentratie van zwaveldioxide (SO2) in Nederland is de afgelopen decennia sterk gedaald. De daling is de laatste jaren wel afgezwakt.
Zwaveldioxide concentraties in Nederland
De hoogste zwaveldioxideniveaus worden waargenomen in het zuiden van Nederland en in gebieden met veel (industriële) activiteit zoals het Rijnmond, IJmuiden en Vlissingen. Dit hangt samen met lokale industrie en scheepvaart. De zwaveldioxideniveaus in steden en langs straten zijn gemiddeld 1 tot 5 µg/m3 hoger dan op regionale achtergrondstations. In Nederland daalde de jaargemiddelde zwaveldioxideconcentratie op regionale achtergrondstations over de afgelopen 20 jaar van ongeveer 20 µg/m3 naar bijna 2 µg/m3. Dit is het gevolg van emissiereducties in binnen- en buitenland bij de belangrijkste bronnen van zwaveldioxide, zoals elektriciteitscentrales, raffinaderijen en verkeer. De eerste twee bronnen hebben verreweg de meeste uitstoot. De concentraties in de winter zijn licht hoger dan jaargemiddeld. Dit komt door een aantal processen, zoals verhoogde aanvoer door continentale windrichtingen, hogere emissies door ruimteverwarming en een minder gunstige atmosferische verspreiding.
Europese normen voor zwaveldioxide
De Europese Unie (EU) heeft een aantal grenswaarden voor zwaveldioxideconcentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid en ecosystemen.
- Voor de bescherming van ecosystemen tegen de effecten van langdurige blootstelling geldt een grenswaarde van 20 µg/m3. Deze geldt zowel voor de concentratie gemiddeld over het kalenderjaar als over het winterhalfjaar.
- Voor de bescherming van de mens tegen piekconcentraties van zwaveldioxide heeft de EU twee grenswaarden en een alarmdrempel vastgesteld. De daggemiddelde zwaveldioxideconcentratie mag de grens van 125 µg/m3 niet vaker dan drie keer per jaar overschrijden. Voor uurgemiddelde concentraties geldt een grenswaarde van 350 µg/m3 die niet meer dan 24 keer per jaar mag worden overschreden. De alarmdrempel voor zwaveldioxide wordt overschreden, als in een gebied van minstens 100 km2 de uurgemiddelde zwaveldioxideconcentratie drie uur achtereen of langer boven de 500 µg/m3 blijft.
Grenswaarden zwaveldioxide niet meer overschreden sinds 1998
De EU-grenswaarde voor de zwaveldioxideconcentratie ter bescherming van ecosystemen (20 µg/m3) is sinds 1998 nergens in Nederland overschreden. De daggemiddelde en uurgemiddelde zwaveldioxideconcentraties liggen sinds respectievelijk 1994 en 1990 onder de norm. Na 1987 is in Nederland de alarmdrempel niet overschreden. Piekconcentraties, dat wil zeggen uurgemiddelde zwaveldioxideconcentraties boven 500 µg/m3, komen niet meer voor anders dan als gevolg van incidentele technische storingen bij industriële processen met zwavelhoudende stoffen.
Bronnen van zwaveldioxide
Emissie van zwaveldioxide naar de lucht vindt voornamelijk plaats bij gebruik van zwavelhoudende brandstoffen. Belangrijke bronnen in Nederland zijn elektriciteitscentrales, raffinaderijen en verkeer. Internationale zeescheepvaart is als bron van zwaveldioxide de laatste tien jaar in belang toegenomen, zowel absoluut als relatief. De zwaveldioxide-emissie van internationale zeescheepvaart op het Nederlands continentaal plat is tussen 1990 en 2006 met ruim 20 % toegenomen. Door succesvolle inspanningen om zwaveldioxide-emissies op het land te reduceren is de zeescheepvaart op het Nederlands continentaal plat nu als zwaveldioxidebron in grootte vergelijkbaar met de totale Nederlandse zwaveldioxide-emissie.
Beleid
De EU heeft als onderdeel van haar luchtkwaliteitsbeleid per land een maximale emissie van een aantal luchtverontreinigende stoffen, waaronder zwaveldioxide, vastgesteld. Dit is het zogenaamde National Emission Ceiling (NEC, Nationaal Emissie Plafond). Daarnaast is de Europese Commissie in 2001 gekomen met het zogenoemde CAFE-programma. CAFE staat voor Clean Air for Europe en is een programma om de verzuring en de luchtverontreiniging in de Europese Unie op een geïntegreerde wijze aan te pakken. Als vervolg hierop heeft de Europese Commissie in 2005 de Thematische strategie voor lucht verontreiniging gelanceerd. Hierbij worden zowel luchtkwaliteitsdoelstellingen als bronbeleid en emissieplafonds als instrumenten ingezet. Het programma beoogt op deze wijze de effectiviteit van beleid te vergroten en de kosten van de bestrijding van luchtverontreiniging te verlagen. Een herziening van de richtlijn over de nationale emissieplafonds zal als onderdeel van Thematische strategie van de EU waarschijnlijk in 2008 plaatsvinden. Hierin zal een nieuw plafond voor de emissei van zwaveldioxide worden vastgelegd. Hieraan moet per 2020 worden voldaan.
Effecten van zwaveldioxide op mens en natuur
Hoge concentraties van zwaveldioxide hebben negatieve effecten op mens, dier en plant. Zwaveldioxide draagt ook bij aan de verzuring van ecosystemen.
Bronnen
- EU (1999). Richtlijn 1999/30/EG van de raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in lucht (opent pdf-document van 300k). Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 163/41.
- EU (2001). Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 163/41 (opent pdf-document van 100k). Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 309/22.
- EU (2005). Thematische strategie luchtkwaliteit (opent pdf-document van 200k).
- MNP/RIVM (2005). Gegevens gebaseerd op metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; bewerkt door het Milieu- en Natuurplanbureau.
- Staatsblad (2001). Besluit van 11 juni 2001, houdende uitvoering van de richtlijn 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 april 1999, betreffende grenswaarden zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PbEG L 163) en de richtlijn 92/62/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling van de luchtkwaliteit (PbEG L 296) (Besluit luchtkwaliteit). Staatsblad 269, 1-58. (Link naar website overheid.nl; gebruik trefwoord 'Besluit luchtkwaliteit'.)
Relevante informatie
- Nationale luchtkwaliteit: beleid
- Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen
- Vermesting en verzuring: beleid
- Vermesting en verzuring: oorzaken en effecten
- Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2022
- Emissies naar lucht per doelgroep, 2010
- Emissies naar lucht door verkeer en vervoer, 1990-2021
- Overzicht milieuthema's en effecten op de natuur
- Voor een nadere uitleg over de implementatie van de Europese regelgeving voor lucht in de Nederlandse wetgeving zie Handboek Implementatie milieubeleid EU in Nederland.
- EU (2007). Informatie over de nieuwe luchtkwaliteitsrichtlijn van de Europese Unie.
- Hammingh, P., Aben, J.J.M., Blom, W.F., Jimmink, B.A., Vries, W.J. de, Visser, M. (2007) Effectiveness of international emission control measures for North Sea shipping on Dutch air quality. Rapport 500092004, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Bruegel, P.B. van, Buijsman, E. (2001) Voorlopige beoordeling van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, fijn stof en lood in Nederland in het kader van de EU regelgeving. Rapport 725601005, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Beijk, R., Mooibroek, D., Hoogerbrugge, R. (2007). Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2003-2006. Rapport 680704002, Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Buijsman, E. (red.) (2004). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2002. Rapport 500 037 004, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Hammingh, P. (red.) RIVM (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2001. Rapport 725 301 009, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Hammingh, P. (red.) (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2000. Rapport 725 301 008, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Hammingh, P. (red.) (2001). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 1998 en 1999. Rapport 725 301 006, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Working group on sulphur dioxide (1997). Position paper on air quality: sulphur dioxide (opent pdf-document van 400 k).
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor verzuring is te vinden in Milieubalans 2007 en Milieuverkenning 2000-2030.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Zwaveldioxideconcentratie, 1984-2006 (indicator 0441, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.