Transport en verwerking van mest, 2000-2012
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Ruim de helft van de door landbouwbedrijven in dierlijke mest afgevoerde stikstof en fosfaat blijft binnen de Nederlandse landbouw. Het overige deel wordt geëxporteerd of verwerkt door mestverwerkingsbedrijven.
Uitvoer en verwerking van dierlijke mest toegenomen
Om aan de wettelijke normen te kunnen voldoen voeren bedrijven die teveel mest produceren dit overschot af. Dit gebeurt naar bedrijven die nog plaatsingsruimte hebben om de mest te gebruiken, naar mestverwerkingsbedrijven en naar het buitenland. Daarnaast wordt een klein deel van de mest afgezet bij hobbyboeren en particulieren. De getransporteerde mest wordt uitgedrukt in hoeveelheden stikstof (exclusief gasvormige verliezen uit stal en opslag) en fosfaat.
Ruim de helft van de in Nederland door landbouwbedrijven in dierlijke mest afgevoerde stikstof en fosfaat wordt getransporteerd naar andere Nederlandse landbouwbedrijven.
De uitvoer van dierlijke mest naar het buitenland is de laatste jaren toegenomen. In 2012 is er iets meer mest uitgevoerd en bij mestverwerkingsbedrijven behandeld dan in 2011.
Wettelijke normen
Door voortschrijdende normstelling daalt het wettelijk toegestane gebruik van dierlijke mest. Bedrijven kunnen daarop reageren door mineralenarmer voer te gebruiken, minder dieren te houden of een groter deel van de mestproductie af te voeren.
Bronnen
- CBS (2006). Transport en gebruik van mest en mineralen. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2013a). StatLine: Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik per regio. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2013b). StatLine: Getransporteerde mest naar herkomst en bestemming. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over transport en verwerking van mest is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Transport en verwerking van mest
- Omschrijving
- Herkomst (Nederlandse landbouwbedrijven, invoer uit buitenland) en bestemming (Nederlandse landbouwbedrijven, mestverwerkingsbedrijven, uitvoer naar buitenland, overige bestemmingen) van getransporteerde dierlijke mest.
De hoeveelheid stikstof in dierlijke mest is exclusief de gasvormige verliezen uit stal en opslag. De hoeveelheid verwerkte mest is berekend als het saldo van de aanvoer en afvoer door verwerkingsbedrijven. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Berekening op basis van door het CBS berekende gegevens over de productie van dierlijke mest en mineralen, een externe registratie van het Ministerie van EL&I (Dienst Regelingen) over de hoeveelheden getransporteerde mest en een enquête over de verwerking van de mest. Het artikel Transport en gebruik van mest en mineralen (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.
- Basistabel
- StatLine: Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik per regio (CBS, 2013a)
StatLine: Getransporteerde mest naar herkomst en bestemming (CBS, 2013b) - Geografische verdeling
- Er zijn diverse regionale indelingen: totaal Nederland, landsdelen, provincies, COROP-gebieden, landbouwgebieden en groepen van landbouwgebieden, concentratiegebieden, stroomgebieddistricten en gemeenten.
- Andere variabelen
- Transport van dunne en vaste mest per diercategorie, oppervlakte bemestbare landbouwgrond, plaatsingsruimte, resterende plaatsingsruimte, benuttingsgraad.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Transport en gebruik van mest en mineralen (CBS, 2006)
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2014). Transport en verwerking van mest, 2000-2012 (indicator 0403, versie 15, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.