Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1975-2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Over het geheel genomen zijn de emissies door de Nederlandse kerncentrales sinds 1975 gedaald. Dit komt door betere zuiveringstechnieken en door het sluiten van kerncentrale Dodewaard in 1997.
Emissies door de kerncentrale in Borssele
De emissies naar water van de kerncentrale Borssele zijn de afgelopen 25 jaar afgenomen. Tritium vormt een uitzondering omdat er nog geen zuiveringstechnieken bestaan om dit uit het afvalwater te halen. De emissie van tritium naar lucht gaat lijkt zich te stabiliseren. De emissie van edelgassen varieert sterk van jaar tot jaar en is vooral afhankelijk van splijtstofstaafwisselingen. De emissie van koolstof-14 kan pas sinds het midden van de jaren negentig betrouwbaar worden gemeten. Vanaf het jaar 2000 fluctueert de koolstof-14 emissie rond de 100 miljard becquerel per jaar.
Emissies door de kerncentrale in Dodewaard
De kerncentrale Dodewaard is in maart 1997 buiten werking gesteld. De resterende emissies naar water van kerncentrale Dodewaard zijn voornamelijk afkomstig van de opslag van gebruikte splijtstofstaven en werkzaamheden in het laboratorium van de centrale. In 2003 zijn de laatste splijtstofstaven afgevoerd. Dit heeft in dat jaar tot een verhoging van emissie van tritium naar water geleid. In 2004 is deze emissie weer sterk afgenomen tot beneden de waarde voor 2001. In juni 2005 is de fase Veilige Insluiting in werking getreden. Sindsdien zijn de water- en luchtemissies van de voormalige kerncentrale Dodewaard bijna tot nul gereduceerd.
Beleid
In het kader van de kernenergiewet zijn in de vergunningen van de Nederlandse kerncentrales limieten voor lozing naar water en lucht vastgesteld. De emissies van zowel kerncentrale Borssele als Dodewaard vallen ruim binnen de in de vergunning gestelde grenzen.
Dosis bevolking
De blootstelling van mensen aan straling door lozingen van radioactieve stoffen uit kerncentrales bedraagt minder dan 1 microsievert per jaar. Ten opzichte van andere blootstellingbronnen zoals radon in woningen of medische diagnostiek, is de bijdrage van de kerncentrales gering
Relevante informatie
- RIVM. Straling en EM-velden. Milieuportaal voor professionals.
- UN Scientific Committee on the Effects of Atomic Radiation, UNSCEAR (2000). Sources and effects of ionizing radiation. Volume I: sources. Report to the General Assembly with annexes. United Nations, New York
- Eleveld. H., C.P. Tanzi, H. Bijwaard, P.J.M. Kwakman, E.J. Meeuwsen (2004). Emissies en doses door bronnen van ioniserende straling in Nederland - Jaarrapport 2003 'Beleidsmonitoring straling'. RIVM Report 861020003.
- Knetsch, G.J. (2007). Monitoring of radiation in the environment. Results in 2006. In prep. RIVM (report 610719001), Bilthoven.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1975-2006 (indicator 0125, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.