Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1975-2003
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Over het geheel genomen zijn de emissies door de Nederlandse kerncentrales sinds 1975 afgenomen. Dit komt door betere zuiveringstechnieken en door het sluiten van kerncentrale Dodewaard in 1997.
Emissies door de kerncentrale in Borssele
De emisies naar water van de kerncentrale Borssele zijn de afgelopen 25 jaar sterk afgenomen. Tritium vormt een uitzondering omdat er nog geen zuiveringstechnieken bestaan om dit uit het afvalwater te halen. Voor de emissie van tritium naar lucht gaat de gestage daling door. De emissie van edelgassen varieert sterk van jaar tot jaar en is vooral afhankelijk van splijtstofstaafwisselingen. Ook de emissie van koolstof-14 laat een lichte stijging zien, mede door een verbeterde meettechniek, sinds het begin van de registratie en 1994
Emissies door de kerncentrale in Dodewaard
De kerncentrale Dodewaard is in maart 1997 buiten werking gesteld. De resterende emissies naar water van kerncentrale Dodewaard zijn voornamelijk afkomstig van de opslag van gebruikte splijtstofstaven en werkzaamheden in het laboratorium van de centrale. In 2003 zijn de laatste splijtstofstaven afgevoerd. Dit heeft tot een, naar verwachting tijdelijke, verhoging van emissie van tritium naar water geleid
Beleid
In het kader van de kernenergiewet zijn in de vergunningen van de Nederlandse kerncentrales limieten voor lozing naar water en lucht vastgesteld. De emissies van zowel kerncentrale Borssele als Dodewaard vallen ruim binnen de in de vergunning gestelde grenzen.
Dosis bevolking
De blootstelling van mensen aan straling door lozingen van radioactieve stoffen uit kerncentrales bedraagt minder dan 1 microsievert per jaar. Ten opzichte van andere blootstellingbronnen zoals radon in woningen of medische diagnostiek, is de bijdrage van de kerncentrales gering (Stralingsdosis per bron, 2008).
Relevante informatie
- UN Scientific Committee on the Effects of Atomic Radiation, UNSCEAR (2000). Sources and effects of ionizing radiation. Volume I: sources. Report to the General Assembly with annexes. United Nations, New York
- Eleveld. H., C.P. Tanzi, H. Bijwaard, P.J.M. Kwakman, E.J. Meeuwsen (2004). Emissies en doses door bronnen van ioniserende straling in Nederland - Jaarrapport 2003 'Beleidsmonitoring straling'. RIVM Report 861020003.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Radioactieve stoffen: emissies door Nederlandse kerncentrales, 1975-2003 (indicator 0125, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.