Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

  1980199019952000200220032004*
         
  miljoen kg     
Totaal220237179139123117121
Dierlijke mest204210166128114108111
w.v.stal en mestopslag77898973635960
 uitrijden van mest1141196245434143
 beweiding14161410899
Kunstmest15131311999
        
 %      
Percentage van 1980-emissie 1001088163565355
        
Bron: Emissie Explorer    MNP/MNC/okt05
* voorlopige cijfers     

Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw neemt niet verder af

Sinds 1980 is de ammoniakuitstoot in de landbouw vrijwel gehalveerd. De emissie nam In 2003 nog met 5% af ten opzichte van 2002, maar steeg in 2004 weer (voorlopige cijfers).
De ammoniakemissie nam tot 2000 af doordat steeds meer dierlijke mest emissiearm werd uitgereden. Uit een enquête bij de Landbouwtelling 2000 bleek zelfs dat vrijwel alle mest emissiearm uitgereden werd (CBS, 2001). De afname na 2000 is te danken aan de krimpende veestapel en de bouw van emissiearme stallen. Uit de enquête over 2001 bleek dat ongeveer 15% van alle varkens gehuisvest zijn in een emissiearme stal. Na 2002 trad stabiliteit op vanwege het gelijk blijven van het aantal dieren, en de afwezigheid van een verdere prikkel om de emissie te verlagen.
Stikstof en fosfaat in dierlijke mest en kunstmest, 1990-2023*

Beleid

In 2006 wordt de AMVB huisvesting aan de Tweede Kamer ter behandeling aangeboden. Deze schrijft voor dat alle (varkens en pluimvee) stallen emissiearm moeten worden. Dat geldt voor grote bedrijven met ingang van 2007 en voor kleinere bedrijven met ingang van 2010.
De totale emissie van ammoniak in Nederland bedroeg in 2004 circa 134 miljoen kg, en ligt daarmee iets boven het vastgestelde EU-plafond van 128 miljoen kg (UNECE, 1989); de landbouw-emissie bedroeg 121 miljoen kg (zie tabel hierboven).
Het Kabinet streeft naar een nog lagere emissie om de depositie op natuurgebieden nog verder terug te dringen. In het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (VROM, 2001) is voor 2010 een emissie van 100 miljoen kg NH3 als doel vastgelegd.

Bronnen

  • CBS (2001). Landbouwtelling 2000; toediening van dierlijke mest. Losbladige uitkomsten. CBS, Voorburg.
  • Emissieregistratie, Jaarcijfers 2003 en ramingen 2004.
  • UNECE (1999). Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, Götenburg, 30-11-99 (Trb. 2000, 66) Webpagina Götenburg Protocol.
  • Hoek, K.W. van der (2002). Uitgangspunten voor de mest- en ammoniakberekeningen 1999 tot en met 2001 zoals gebruikt in de Milieubalans 2001 en 2002, inclusief dataset landbouwemissies 1980-2001. RIVM (rapportnr. 773 004 013), Bilthoven.
  • Hoogeveen, M.W., Luesink,H.H., Mokveld, L.J. en Wisman, J.H.. Uitgangspunten en berekeningen voor de Milieubalans 2005. LEI, december 2005.
  • Steenvoorden, J.H.A.M., W.J. Bruins, et al. (1999). Monitoring van nationale ammoniakemissies uit de landbouw. Op weg naar een verbeterde rekenmethodiek. Reeks Milieuplanbureau 6. DLO-Staringcentrum, Wageningen.
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag.

Relevante informatie

  • Recente emissiecijfers kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2006). Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw (indicator 0101, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.