Energieverbruik door huishoudens, 1990-2002*
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Oor intensiever gebruik van elektrische apparaten bij huishoudens is het elektriciteitsverbruik toegenomen. Het aardgasverbruik wordt vooral bepaald door de strengheid van de winters.
Aardgas1) | Electriciteit2) | Overige brandstoffen3) | Totaal | |
PJ | ||||
1990 | 329 | 59 | 15 | 403 |
1995 | 361 | 71 | 13 | 445 |
1997 | 354 | 73 | 12 | 439 |
1998 | 337 | 75 | 12 | 424 |
1999 | 334 | 77 | 10 | 421 |
2000 | 334 | 78 | 10 | 422 |
2001 | 347 | 80 | 11 | 437 |
2002 | 328 | 82 | 10 | 420 |
Bron: CBS/EnergieNed. | CBS/MC/okt03/0035 | |||
1) Conform Basisonderzoek Gasverbruik Kleinverbruikers EnergieNed. 2) Conform Basisonderzoek Elektriciteitsverbruik Kleinverbruikers EnergieNed. 3) Voornamelijk olie, warmte uit stadsverwarming en in mindere mate kolen. |
Ontwikkelingen energieverbruik
Met name het elektriciteitsverbruik is de laatste tien jaar toegenomen door intensiever gebruik van elektrische apparatuur bij de huishoudens.
De hoeveelheid verbruikt aardgas wordt met name bepaald door de strengheid van de winters.
Bronnen
- EnergieNed (2002). Basisonderzoek Elektriciteitsverbruik Kleinverbruikers, EnergieNed, Arnhem.
- CBS (2003). Statline. Energiebalans huishoudens. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over het energieverbruik door huishoudens is te vinden op Statline (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Energieverbruik door huishoudens, 1990-2002* (indicator 0035, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.