Fauna in Natura 2000 gebieden, 1998-2009
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In Natura 2000 gebieden zijn de trends van de meeste soorten toenemend of stabiel.
Natura 2000 gebieden
Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven is welke soorten en natuurgebieden beschermd moeten worden door de lidstaten. De beschermde gebieden van deze richtlijnen hebben de gezamenlijke naam Natura 2000 gebieden. In Nederland gaat het om 166 gebieden met een gezamenlijke omvang van circa 1 miljoen ha, waarvan 2/3 open water. Omdat het voor het beleid belangrijk is of de gestelde doelen, zoals behoud van beschermde soorten, gehaald gaan worden, is er een monitoring ingesteld voor Natura 2000 soorten.
Beschermde soorten
In de Europese richtlijn staat welke Europese soorten beschermd moeten worden.
Voor elk gebied zijn er beschermde soorten aangewezen op grond waarvan het gebied is geselecteerd; dit zijn de aangemelde soorten. Daarnaast zijn er per gebied ook complementaire soorten, dit zijn soorten die niet bij de selectie van een bepaald gebied zijn betrokken, maar waarvan het voorkomen in een dergelijk gebied wel van groot belang is. Voor Nederland gaat het om 45 soorten broedvogels, 66 watervogels, 3 vleermuizen en 5 andere zoogdieren, 2 amfibieën, 10 vissen, 3 weekdieren, 2 kevers, 3 hogere planten en 2 mossen.
Omdat het voor het beleid belangrijk is of de gestelde doelen, zoals behoud van beschermde soorten, gehaald gaan worden, is er een monitoring ingesteld voor Natura 2000 soorten.
Broedvogels
De groep van de broedvogels in de beschermde Natura 2000 gebieden blijft min of meer stabiel. In het geheel houden de 11 toenemende soorten de 16 afnemende soorten in evenwicht.
Watervogels
Over het geheel genomen neemt de groep van watervogels in Natura 2000 gebieden de afgelopen 10 jaar toe. Toch zijn er ook 11 soorten met een afnemende trend. Daartegenover staan 24 soorten met een toenemende trend en zijn 9 soorten die stabiel blijven.
Overige fauna
De groep niet-vogels waarvan trends bekend zijn, is maar klein. Van de 10 soorten is er maar één waarvan de trend de laatste 10 jaar negatief is, dat is de Gaffellibel. De overige soorten vertonen een positieve trend of zin stabiel. Van andere aangemelde en complementaire soorten zijn alleen globale trends bekend, deze zijn in de hieronder genoemde indicator opgenomen.
Bronnen
- SOVON en CBS (2005). Trends van vogels in het Nederlandse Natura 2000 netwerk. Sovon-informatierapport 2005/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen en Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Aantalsontwikkeling van fauna in Natura 2000 gebieden
- Omschrijving
- Ontwikkeling van populatie broedvogels (44 soorten), watervogels (56 soorten) en overige fauna (10 soorten).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- De trends van de soorten zijn gebaseerd op diverse meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring. De trend betreft de trend over de laatste 10 jaar van de soorten in Natura2000 gebieden.
- Basistabel
- Zie onder Download figuurdata. Voor alle groepen zijn per soort de trend over alle Natura2000 gebieden samen gegeven. De trends per soort per gebied zijn bij deze indicator alleen voor de overige fauna gegeven. Voor de trends per soort per gebied voor vogels wordt verwezen naar de website van SOVONhttp://www.sovon.nl/default.asp?id=233
- Geografische verdeling
- Natura 2000 gebieden in Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Opmerking
- Bij de broedvogels ontbreekt nog de soort Kleine zilverreiger en bij de watervogels Grote stern en Visdief. Deze komen bij de volgende herziening erbij.Ook zijn een aantal soorten zijn niet opgenomen in de meetnetten van het NEM. Het betreft enkele soorten vissen, zoogdieren, hogere planten, mossen, kevers en weekdieren. Een globale schatting van hun zeldzaamheid en trend staat in de indicator Habitatrichtlijnsoorten De totale oppervlakte Natura 2000 gebieden inclusief Doggersbank (464 986 ha) bedraagt 1.315.694 ha
- Betrouwbaarheidscodering
- B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Fauna in Natura 2000 gebieden, 1998-2009 (indicator 1082, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.