Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2001-2021
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het watergebruik binnen de land- en tuinbouw daalde in 2021 ten opzichte van 2020. De jaren 2018 tot en met 2020 waren relatief droge jaren waarbij het watergebruik hoger lag. Irrigatie vraagt het meeste water op de land- en tuinbouwbedrijven.
Watergebruik weer op oude niveau
Het watergebruik in de land- en tuinbouw was in 2021 26 procent lager dan in 2017, een jaar voor de drogere jaren. De hoeveelheid water die wordt gebruikt in een bepaald jaar wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoeveelheid neerslag en dan met name in het groeiseizoen van april tot en met september. In de periode 2018-2020 was de neerslag in die perioden zeer laag, hetgeen verklaart waarom het watergebruik in die jaren zo uitzonderlijk hoog was. Regionaal kunnen er verschillen optreden.
Veehouderij gebruikt meeste leidingwater
De veehouderij gebruikt het meeste leidingwater per bedrijf. Leidingwater voorzag in 2021 voor 39 procent in de totale waterbehoefte van veeteeltbedrijven. Het leidingwater wordt met name gebruikt voor het drenken van vee en schoonmaakactiviteiten.
Het leidingwatergebruik door de gehele landbouwsector is door de tijd heen veel constanter dan bijvoorbeeld het gebruik van grondwater. Grond- en oppervlaktewater wordt onder andere gebruikt voor irrigatie, ofwel beregening. Bij lage neerslagsommen, met name in het groeiseizoen, is er dan ook meer irrigatiewater gebruikt.
Beregening: belangrijke vorm van gebruik
Beregening is een belangrijke vorm van gebruik van water in de land- en tuinbouw. Beregening vindt plaats op grasland, in de akkerbouw (aardappelen, suikerbieten en snijmaïs), tuinbouw op de open grond en in de glastuinbouw. Verder wordt water gebruikt als reinigingswater en als drinkwater voor de landbouwhuisdieren.
Droge perioden in het groeiseizoen zorgen voor hoger watergebruik
Beregening wordt toegepast in perioden wanneer de vochtvoorraad in de bodem onvoldoende wordt aangevuld door neerslag of vanuit het grondwater.
Hoge jaarverbruiken van water zijn over het algemeen toe te schrijven aan droge groeiseizoenen. Voorbeelden hiervan waren 2003, 2006, 2018 en 2020. In 2021 werd op 101 duizend ha minimaal éénmaal beregend. Deze cijfers zijn consistent met eerdere jaren waarin het beregend areaal schommelde tussen de 50 en 175 duizend ha, met een piek van 255 en 354 duizend ha tussen 2018 en 2020.
Bronnen
- WEcR. Bedrijveninformatienet - WUR. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2013). Waterverbruik in de agrarische sector 2001-2011, naar stroomgebied. Rapport 13-092, Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag.
- Meer, R.W. van der (2014). Watergebruik in de agrarische sector 2012. Rapport 14-069, Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2016). Watergebruik in de agrarische sector 2013 en 2014. Nota 2016-081. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2018). Watergebruik in de land- en tuinbouw 2015 en 2016. Nota 2018-105. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2020). Watergebruik in de land- en tuinbouw 2017 en 2018. Nota 2020-030. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2021). Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2019 Factsheet 2021-087. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2022). Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2020. Factsheet 2022-035. Wageningen Economic Research, Wageningen.
- Meer, R.W. van der (2023). Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2021. Factsheet 2023-080. Wageningen Economic Research, Wageningen.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Watergebruik in de land- en tuinbouw
- Omschrijving
Het jaarlijks watergebruik (leidingwater, gietwater, grondwater en oppervlaktewater) door bedrijven in de land- en tuinbouw (akkerbouw, tuinbouw, fruitteelt, veehouderij en gemengde bedrijven).
- Verantwoordelijk instituut
Wageningen Economic Research (WEcR); CBS
- Berekeningswijze
De berekening van het watergebruik van de totale land- en tuinbouwsector vindt plaats op basis van de resultaten van de steekproefbedrijven in het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. In het Informatienet wordt de gebruikte hoeveelheid water voor circa 1.500 land- en tuinbouw bedrijven vastgelegd. Door de uitkomsten van deze steekproefbedrijven te wegen, kan een schatting worden gemaakt van het watergebruik van de totale steekproefpopulatie.Voor een beschrijving van de gevolgde methodiek wordt verwezen naar Meer, R.W. van der (WER, 2022).
- Basistabel
Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2021. Meer, R.W. van der (2023). Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2020 (Meer, R.W. van der, 2022).Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2019 (Meer, R.W. van der, 2021).Watergebruik in de land- en tuinbouw 2017 en 2018 (Meer, R.W. van der, 2020).Watergebruik in de land- en tuinbouw 2015 en 2016 (Meer, R.W. van der, 2018).
Watergebruik in de agrarische sector 2013 en 2014 (Meer, R.W. van der, 2016).- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
Watergebruik in de agrarische sector 2001-2011, naar stroomgebied (Meer, R.W. van der, 2013).
- Opmerking
Het waterverbruik ten behoeve van irrigatie voor de jaren 2001 en 2002 is gebaseerd op het verbruik in 2004. Dit omdat de neerslaggegevens van het KNMI in de periode april t/m augustus van 2004 het dichtste die van de jaren 2001 en 2002 benaderen.
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2023). Watergebruik in de land- en tuinbouw, 2001-2021 (indicator 0014, versie 17, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.