Dikte van de ozonlaag, 1980-2020

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De dikte van de ozonlaag is wereldwijd de afgelopen 25 jaar met 5% afgenomen. De ozonlaag is vooral dunner geworden in de periode 1980-1990. Sinds het begin van de jaren negentig is de dikte stabiel gebleven op dit lagere niveau.

Dikte van de ozonlaag wereldwijd en boven Nederland

Uit metingen blijkt dat sinds 1980 de dikte van de ozonlaag zowel wereldwijd als boven Nederland is afgenomen. Dit komt door de toename van de concentratie van ozonlaagaantastende stoffen in de atmosfeer. De ozonlaag is vooral dunner geworden in de periode 1980-1990. Sinds het begin van de jaren negentig is de dikte stabiel gebleven op dit lagere niveau. In de periode 2000-2004 was de ozonlaag wereldwijd en op gematigde breedten zoals Nederland zo'n 5% minder dik dan in de periode voor 1980. De afname in de dikte van de ozonlaag varieert met het seizoen: in de winter en voorjaar is de afname wat groter dan in de zomer en herfst.

Dikte van de ozonlaag boven de polen

Vooral bij de polen is sinds 1980 de ozonlaag sterk aangetast. Bij de Zuidpool is er sinds het begin van de jaren negentig geen verdere afname waargenomen. In de oktobermaanden, als het gat in de ozonlaag bij de Zuidpool het grootst is, is de ozonlaag daar tot 40% dunner dan in oktobermaanden vóór 1980. In jaren met koude winters in het Noordpoolgebied is ook bij de Noordpool de ozonlaag in het voorjaar tot zo'n 25% dunner geweest. Dit deed zich voor in het voorjaar van 2011 en 2020 toen de de temperatuur in de stratosfeer boven de Noordpool ongewoon laag was, met als gevolg dat de ozonlaag aanzienlijk dunner was dan in andere jaren (Manney et al., 2011). De ozonlaag bij de Noordpool is wel dikker dan bij de Zuidpool, omdat de aanvoer van ozonrijke lucht bij de Noordpool groter is dan bij de Zuidpool.
De ozonlaag boven de Zuidpool was in het najaar van 2019 veel minder dun dan de jaren ervoor. Dit kwam door een snelle opwarming van de lucht in de stratosfeer in september, die ook in 1988 en 2002 optrad, en is geen indicatie van een versneld herstel van de ozonlaag.

Herstel ozonlaag

De concentratie in de stratosfeer van stoffen die de ozonlaag aantasten is over het maximum heen. Hierdoor kan op termijn herstel van de ozonlaag gaan optreden. Door natuurlijke variabiliteit is het begin van het herstel nog niet eenduidig waar te nemen. Een volledig herstel zal duren tot ongeveer het midden van de 21ste eeuw. De toename van broeikasgassen in de atmosfeer leidt tot afkoeling van de stratosfeer en kan het herstel van de ozonlaag beïnvloeden. De verwachting is dat daardoor ozon minder snel wordt afgebroken in de hogere stratosfeer. Het effect van deze afkoeling op ozon in de lagere stratosfeer is minder goed bekend. Verder wordt het herstel van de ozonlaag beïnvloed door de uitstoot van methaan en lachgas.

Effecten op mens en milieu

Door de afgenomen hoeveelheid ozon in de stratosfeer is de UV-straling toegenomen. Deze toename veroorzaakt tal van schadelijke effecten voor gezondheid en milieu, waaronder extra gevallen van huidkanker.

Internationaal beleid: Montreal Protocol

Het internationale beleid heeft tot doel om de productie en het gebruik van stoffen die de ozonlaag aantasten, te beperken of stop te zetten. Dit doel is in 1987 vastgelegd in het Montreal Protocol. De landen die het protocol hebben ondertekend, hebben zich verplicht om vanaf 1996 geen chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) meer te gebruiken. Voor ontwikkelingslanden geldt deze verplichting vanaf 2010. In het protocol is het gebruik van HCFK's nog een reeks van jaren toegestaan. De wetenschappelijke kennis van de aantasting van de ozonlaag, de mogelijke effecten en de beleidsopties worden om de paar jaar beschreven door UNEP/WMO assessment rapporten. Het laatste assessment rapport van de UNEP/WMO is in 2018 verschenen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Dikte van de ozonlaag, 1980-2020
Omschrijving
Dikte van de ozonlaag op basis van satellietmetingen
Verantwoordelijk instituut
RIVM
Berekeningswijze
De dikte van de ozonlaag boven Nederland is bepaald uit metingen vanaf de grond in De Bilt (door het KNMI) en in Ukkel (door het KMI, België) en met behulp van satellieteninstrumenten (TOMS van NASA en OMI van KNMI). De mondiale waarden en de waarden boven de polen zijn bepaald op basis van de satellieteninstrumenten. In 1995 en 1996 ontbreken getallen in de figuur, omdat in een deel van die periode er geen werkende TOMS satelliet was.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland, wereld, Noordpool, Zuidpool
Verschijningsfrequentie
1x per jaar
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
19
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2021). Dikte van de ozonlaag, 1980-2020 (indicator 0218, versie 18, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.