Energieverbruik door de industrie, 2011-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2016 is het energieverbruik door de industrie met 0,8 procent toegenomen. In de grootste branche binnen de industrie, de chemie en farmaceutische industrie, steeg het energieverbruik met bijna 2 procent. In de drie jaren daarvoor daalde het energieverbruik.
Ontwikkelingen verbruik naar energiedrager
Zowel de groei in industriële activiteiten, als ook energie-efficiencyverbeteringen beïnvloeden het verbruik van energiedragers. De afgelopen jaren daalde het verbruik van energiedragers door de industrie. In 2016 wordt er door de industrie weer iets meer (0,8 procent) energie verbruikt dan in 2015. Het verbruik van energiedragers door de industrie is de som van het finaal energieverbruik, het niet-energetisch gebruik en het saldo van inzet en productie van energie.
Ontwikkelingen energieverbruik naar bedrijfstak
De chemische en farmaceutische industrie is in 2016 verantwoordelijk voor 63 procent van het energieverbruik in de totale industrie. Het energieverbruik in deze bedrijfstak is in 2016 voor het eerst na 3 jaren van afname, weer met bijna 2 procent gestegen.
Ook de bouwmaterialenindustrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie stegen in 2016.
De kleinere "papier- en grafische industrie" daalde licht en de elektrotechnische- en machine-industrie bleef gelijk.
Verbruik naar wijze van inzet
In 2016 valt bijna de helft (49 procent) van het energieverbruik door de industrie onder "finaal verbruik". Dit is het energieverbruik waarna geen nuttig bruikbare energiedrager resteert (bijvoorbeeld: verbranden van aardgas in een warmteketel). 41 procent van het verbruik van energiedragers door de industrie valt onder "niet-energetisch verbruik". Hierbij wordt de energiedrager gebruikt voor het maken van een product dat geen energiedrager is. De voor het productieproces gebruikte energie blijft daarbij in het product aanwezig (bijvoorbeeld: het gebruik van olie als grondstof voor plastic of aardgas voor kunstmest). Ten slotte wordt 10 procent van de energiedragers door de industrie ingezet voor de productie van andere energiedragers, zoals elektriciteit ("saldo van inzet en productie").
Bronnen
- CBS (2015). Nederlandse energiehuishouding (NEH). CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2017). StatLine: Energieverbruik; opbouw, bedrijfstak. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Energieverbruik door de industrie
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het energieverbruik door de industrie naar energiedrager en bedrijfstak.
Het energieverbruik van de industrie omvat het finaal energieverbruik, niet-energetisch gebruik, en saldo van inzet en productie. Bij het finaal verbruik gaat het om het door gebruik opmaken van energiedragers waarna geen nuttig bruikbare energie resteert (bv. inzet van aardgas voor verwarming). Het niet-energetisch gebruik omvat het gebruik van energiedragers voor het maken van producten die geen energiedrager zijn (bv. plastics). Het saldo van inzet en productie is het verschil tussen de inzet en productie van energiedragers uit omzettingen (bv. naar elektriciteit). De gegevens in deze versie van de indicator wijken af van die in de vorige versie omdat in de vorige versie het energieverbruik van de industrie berekend is als som van het finaal en niet-energetisch gebruik (dus exclusief saldo van inzet en productie).
De cijfers 2015 en 2016 zijn nader voorlopig. Nader voorlopige cijfers zijn meer definitief dan voorlopige cijfers. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2015) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
- Basistabel
- StatLine: Energieverbruik; opbouw, bedrijfstak (CBS, 2017)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Er zijn gegevens per energiedrager voor een groot aantal energiebalansposten (zoals: winning, productie, energie-aanvoer, energieverbruik, totaal finaal verbruik) en economische sectoren (waaronder de bedrijfstakken binnen de industrie).
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2015)
- Opmerking
- De cijfers in deze indicator zijn inclusief raffinaderijen, maar exclusief cokesfabrieken en olie- en gaswinning.
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Energieverbruik door de industrie, 2011-2016 (indicator 0017, versie 21, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.