Hoogopgeleiden, 2015
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Bijna drie op de tien 15- tot 75-jarigen in Nederland is hoogopgeleid. De sterk verstedelijkte gemeenten hebben veelal de hoogst opgeleide bevolking. Het percentage hoogopgeleiden in de aangrenzende gemeenten ligt vaak ook boven het landelijke gemiddelde.
Helft van bevolking in Utrecht hoog opgeleid
Utrecht is de gemeente met de meeste hoogopgeleiden. In deze stad is de helft van de 15- tot 75-jarige inwoners hoog opgeleid. Van de vier grote steden (G4) behoort ook Amsterdam tot de top 10 gemeentes. Voor zowel Utrecht als Amsterdam geldt dat de aangrenzende gemeentes ook vaak een hoog percentage hoogopgeleiden kennen. In Den Haag is een op de drie inwoners hoog opgeleid terwijl in Rotterdam het aandeel hoogopgeleiden ongeveer overeenkomt met het landelijk gemiddelde.
Ook buiten Randstad hoog opgeleide bevolking in sterk verstedelijkte gemeenten
Net als in de Randstad is het aandeel hoogopgeleiden in de universiteitssteden Leiden, Wageningen, Nijmegen, Groningen, Delft en Eindhoven relatief groot. En bovendien geldt ook voor de meeste van deze gemeenten dat in de aangrenzende gemeentes het percentage hoogopgeleiden vaak boven het landelijke gemiddelde ligt. Uitzondering daarop zijn de universiteitssteden Maastricht en Enschede. Het aandeel hoogopgeleiden ligt in Maastricht nog net iets boven het landelijk gemiddelde en in Enschede ligt dit er zelfs onder. Beide steden zijn beduidend minder succesvol in het vasthouden van hun voormalige studenten of in het aantrekken van hoogopgeleiden. Het gebrek aan werkgelegenheid voor hoogopgeleiden betekent dat veel afgestudeerden weg trekken en elders gaan werken. En dit geldt nog sterker voor het relatief hoge aandeel buitenlandse (vooral Duitse) studenten aan beide universiteiten.
Jonge vrouwen vaker hoogopgeleid dan mannen
In 2015 ligt het aandeel hoogopgeleide mannen van 15 tot 75 jaar met 30% nog 2 procentpunten hoger dan het aandeel hoogopgeleide vrouwen in dezelfde leeftijd. Deze achterstand van vrouwen zal in de komende jaren omslaan in een jaarlijks groeiende voorsprong. Zo is het aandeel hoogopgeleiden onder 25- tot 45-jarige vrouwen al 5 procentpunten hoger dan onder mannen in deze leeftijd. Onder de 25- tot 35-jarigen is het verschil zelfs al 9 procentpunten.
Bronnen
- CBS (2016). StatLine: Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer gegevens over het hoogst behaalde onderwijsniveau en de beroepsbevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Hoogopgeleiden, 2015
- Omschrijving
- Het hoogst behaalde onderwijsniveau van de bevolking in de leeftijd 15 tot 75 jaar.
Tot de hoogopgeleiden behoren de personen met als hoogst behaalde opleiding hbo (inclusief associate degree) of wo (inclusief doctoraat). - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Sebastian Alejandro Perez
- Berekeningswijze
- Het onderwijsniveau wordt vastgesteld door respondenten van de Enquête beroepsbevolking (EBB) te vragen naar hun hoogste gevolgde opleiding die ze succesvol met een diploma hebben afgesloten. De cijfers naar regio zijn bepaald met een modelgebaseerde schattingsmethode. Om de kwaliteit van de modellen te verhogen zijn model variabelen opgenomen met een sterk voorspellend karakter voor de doel variabel. Voor het schatten van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van Bayesiaanse schattingsmethoden. Meer informatie over de schattingsmethodiek is te vinden in de publicatie Small area estimates of labour status in Dutch municipalities. Dit document is te raadplegen via deze link.
- Geografische verdeling
- Gemeenten
- Andere variabelen
- Netto arbeidsparticipatie
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
- Opmerking
- Let op: de cijfers van 2014 en 2015 verschillen qua populatie met de voorgaande verslagjaren. De cijfers van 2014 en 2015 hebben betrekking op de bevolking in de leeftijd van 15 tot en met 74 jaar. De cijfers van 2011, 2012 en 2013 betrof het de leeftijd 15 tot en met 64 jaar.
Daarnaast is bij de cijfers van 2014 en 2015 voor het eerst gebruik gemaakt van de kleine domein schatter voor nauwkeurige uitkomsten.
De verslagjaren 2009 en 2010 hebben betrekking op de beroepsbevolking. Tot de beroepsbevolking horen alle personen van 15 tot en met 64 jaar die: betaald werken hebben van minimaal 12 uur per week, die werk voor ten minste 12 uur per week hebben aanvaard of die werk zoeken voor minimaal 12 uur in de week, hier actief naar zoeken en ook op korte termijn beschikbaar zijn. - Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2016). Hoogopgeleiden, 2015 (indicator 2100, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.