Hbo- en wo-gediplomeerden, 2023

Van de 15- tot 75-jarigen in Nederland heeft 36 procent een opleiding afgerond in het hbo of wo. Vooral in de sterk verstedelijkte gemeenten wonen relatief veel mensen met een hbo- of wo-diploma. Ook in de aangrenzende gemeenten ligt dit percentage personen met een hbo- of wo-diploma vaak boven het landelijke gemiddelde.

Meer dan helft van bevolking in Utrecht heeft een hbo- of wo-diploma

Utrecht is met voorsprong de gemeente met de meeste hbo- en wo-gediplomeerden. In deze stad geldt voor zes op de tien van de 15- tot 75-jarige inwoners dat zij een hbo- of wo-diploma hebben. Amsterdam neemt sinds 2021 de tweede plek in, maar deelt deze positie in 2023 met Leiden: in beide gemeenten had ruim de helft van de inwoners een hbo- of wo-diploma. Ook de derde plek werd gedeeld, ditmaal door Nijmegen, Heemstede en Leidschendam-Voorburg (alle drie 50%). Voor zowel Utrecht als Amsterdam geldt dat de aangrenzende gemeenten ook vaak een hoog percentage hbo’ers en wo’ers kennen. In Rotterdam ligt het aandeel met een hbo- of wo-diploma 2 procentpunten boven het landelijk gemiddelde en in Den Haag 5 procentpunten.

Ook buiten de G4 hbo'ers en wo'ers in sterk verstedelijkte gemeenten

Net als in de eerdergenoemde steden is het aandeel mensen met een hbo- of wo-diploma in de universiteitssteden Wageningen, Groningen, Delft en Eindhoven relatief groot. Voor de meeste van deze gemeenten geldt dat in de aangrenzende gemeenten het percentage mensen met een hbo- of wo-diploma vaak boven het landelijke gemiddelde ligt. Uitzondering daarop zijn de universiteitssteden Maastricht en Enschede. In beide steden wonen naar verhouding minder mensen met een hbo- of wo-diploma dan in de andere studentensteden. Voor Enschede geldt dat dit aandeel in 2023 onder het landelijk gemiddelde ligt. Of studenten na het behalen van hun diploma woonachtig blijven in de stad waar zij studeerden is gerelateerd aan de werkgelegenheid voor deze afgestudeerden in de betreffende stad. Bovendien kennen zowel Maastricht als Enschede een relatief groot aandeel buitenlandse (vooral Duitse) studenten. Niet al deze studenten hebben de intentie om na het behalen van hun diploma te wonen en werken in deze steden.

Jonge vrouwen hebben vaker een hbo- of wo-diploma dan mannen

In 2023 lag het aandeel 15- tot 75-jarigen met een hbo- of wo-diploma bij de mannen en vrouwen niet ver uit elkaar. Bij vrouwen betrof dit 37 procent, bij mannen ging het om 35 procent. De vrouwen hebben de afgelopen decennia een inhaalslag gemaakt wat betreft het aandeel hbo’ers en wo’ers, wat terug te zien is in de verschillen tussen mannen en vrouwen in de jongere generaties. Zo is het aandeel personen met een hbo- of wo-diploma onder 35- tot 45-jarige vrouwen 8 procentpunten groter dan onder mannen in deze leeftijd. En ook onder de 25- tot 35-jarigen bedraagt dit verschil 8 procentpunten.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over het hoogst behaalde onderwijsniveau en de beroepsbevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
  • Een analyse naar het gebruik van alternatieve labels en indelingen voor de driedeling laag, middelbaar, hoog: Van leerladder naar onderwijswaaier (CBS, 2023).

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Hbo- en wo-gediplomeerden

(hiervoor Hoogopgeleiden genoemd)

Omschrijving

Het hoogst behaalde onderwijsniveau van de bevolking in de leeftijd 15 tot 75 jaar.

Hbo, wo: dit omvat het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo). Hierbij gaat het om de associate degree, de hbo- en wo-bachelors, de hbo- en wo-masters, de 4-jarige hbo-opleidingen en wo-doctorsopleidingen.
 

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Berekeningswijze

Het onderwijsniveau wordt vastgesteld door respondenten van de Enquête beroepsbevolking (EBB) te vragen naar de opleidingen die ze gevolgd hebben en die ze succesvol met een diploma hebben afgesloten. Vervolgens wordt vastgesteld welke daarvan het hoogste niveau heeft. De cijfers naar regio zijn bepaald met een modelgebaseerde schattingsmethode. Om de kwaliteit van de modellen te verhogen zijn modelvariabelen opgenomen met een sterk voorspellend karakter voor de doelvariabele. Voor het schatten van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van Bayesiaanse schattingsmethoden. Meer informatie over de schattingsmethodiek is te vinden in de publicatie Small area estimates of labour status in Dutch municipalities (CBS, 2011).

Geografische verdeling

Gemeenten

Andere variabelen

Nettoarbeidsparticipatie

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.

Opmerking

Cijfers zijn berekend vanaf 2013. Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB zijn de cijfers over 2021 niet zonder meer vergelijkbaar met de voorgaande verslagperiodes. Voor meer informatie over de wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB, zie het artikel Meer werklozen, maar ook meer werkenden met nieuwe meetmethode (CBS, 2021).

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
15
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Hbo- en wo-gediplomeerden, 2023 (indicator 2100, versie 15,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.