Netto arbeidsparticipatie, 2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het niveau van de netto arbeidsparticipatie in Nederland is in 2014 licht gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Regionale verschillen in arbeidsparticipatie zijn over het algemeen beperkt. Alleen gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg hebben een relatief lage arbeidsparticipatie.

Eind daling arbeidsparticipatie mannen

De arbeidsdeelname van de 15- tot 75-jarigen lag in 2014 op 65%. Dit is een half procentpunt lager dan in 2013 en 3 procentpunten lager dan 2008 toen de netto arbeidsparticipatie een absolute piek bereikt had van 68%. De eerste jaren was deze daling van de arbeidsparticipatie volledig toe te schrijven aan de daling van de arbeidsdeelname van mannen. Ten opzichte van een jaar geleden is de arbeidsdeelname van mannen nagenoeg gelijk gebleven. De huidige daling van arbeidsparticipatie komt op conto van de vrouwen. In 2014 lag de netto arbeidsparticipatie van vrouwen in de leeftijd 15 tot 75 jaar een procentpunt lager dan in 2013.

Van de vier grote steden heeft Utrecht het hoogste aandeel werkenden

Van de vier grootste steden is de netto arbeidsparticipatie het hoogst in Utrecht (69%) en Amsterdam (65%). In Den Haag en Rotterdam ligt het aandeel werkenden beduidend lager dan het landelijke gemiddelde, respectievelijk 60% en 58% van de mensen tussen de 15 en 75 jaar heeft werk.

Hogere arbeidsparticipatie in midden van het land

De arbeidsparticipatie is vooral in het midden van het land relatief hoog. Dit loopt van de kleine gemeentes in Zuid-Holland, tot aan de kop van Overijssel in het noorden en Noord Brabant in het zuiden. Er buiten ligt de arbeidsparticipatie gemiddelde iets lager. De laagste arbeidsparticipatie wordt gevonden in de gemeentes aan de oostgrens, Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Netto arbeidsparticipatie, 2014
Omschrijving
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking. Tot de werkzame beroepsbevolking behoren alle personen van 15 tot en met 74 jaar met betaald werk van minimaal 1 uur per week of meer. De potentiële beroepsbevolking betreft alle personen in Nederland van 15 tot en met 74 jaar.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Clemens Siermann
Berekeningswijze
Werkzame beroepsbevolking 15 tot en met 74 jaar / Bevolking 15 tot en met 74 jaar (exclusief de bevolking in inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT-ers)). De cijfers naar regio zijn bepaald met een modelgebaseerde schattingsmethode. Om de kwaliteit van de modellen te verhogen zijn model variabelen opgenomen met een sterk voorspellend karakter voor de doelvariabele. Voor het schatten van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van Bayesiaanse schattingsmethoden. Meer informatie over de schattingsmethodiek is te vinden in de publicatie Small area estimates of labour status in Dutch municipalities. Dit document is te raadplegen via deze link.
Geografische verdeling
Gemeenten
Andere variabelen
Onderwijsniveau van de bevolking
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
Opmerking
Ten opzichte van de vorige versies (1 t/m 5) is er sprake van een verandering van zowel het begrip werkzaam als de populatie. In de huidige versie (6) is een persoon werkzaam als hij/zij werk heeft van 1 uur of meer in de week. Dit was in de vorige versies 12 uur of meer per week. De populatie betreft nu personen in de leeftijd 15 tot 75 jaar. Dit was in de vorige versies 15 tot 65 jaar.
Verder is voor het eerst gebruik gemaakt van de kleine domein schatter methode voor nauwkeurige uitkomsten.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
15
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2015). Netto arbeidsparticipatie, 2014 (indicator 2099, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.