Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas, 1995-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Uit voorlopige cijfers over het gebruik van mechanische bestrijdingsmethoden in de land- en tuinbouw blijkt een afname sinds 2004. In 2012 is in het algemeen het percentage van het areaal met toepassing per gewas over alle methoden gedaald naar 94% (bloemkool) of veel lager, tot 5% (irissen-bol).

Over het algemeen afname mechanische bestrijdingsmethoden bij gewassen

Het gebruik van mechanische bestrijdingsmethoden in de land- en tuinbouw is sinds 2004 afgenomen. Uit voorlopige cijfers over 2012 blijkt dat in het algemeen het percentage van het areaal met toepassing per gewas over alle methoden is gedaald; naar 94% bij bloemkool of veel lager, tot 5% bij de irissen-bol. Al komen ook gewassen met stijgingen voor. Een reden voor de algemene daling kan zijn dat telers dit niet langer in arealen bijhouden of dat onderliggende gebruiksregistraties niet altijd deze data bevatten en beperkt zijn tot chemische bestrijding. Zes gewassen in open teelten waarmee ontwikkelingen kunnen worden geïllustreerd worden hieronder uitgelicht. Voor gegevens over de toepassing naar teeltsector:

Akkerbouwgewassen: consumptieaardappelen en snijmais

De akkerbouwgewassen zijn voor wat betreft areaal veruit het grootst van alle landbouwgewassen. In de figuren zijn twee akkerbouwgewassen geselecteerd: consumptieaardappelen en snijmais.
Bij consumptieaardappelen valt op dat het toepassingspercentage van de machinale mechanische onkruidbestrijding sinds 2000 geleidelijk toeneemt. De handmatige onkruidbestrijding is niet erg belangrijk, terwijl de overige onkruidbestrijding (zoals aanaarden) weer meer van belang is.
In een groot gewasareaal als snijmais domineert de machinale onkruidbestrijding. Er treedt na een maximum in 2000 en 2004 van meer dan 80% een daling op naar 15%. Na het vervallen van de financiële stimulans om machinaal te bestrijden domineert bij de vrije keuze in dit gewas de chemische bestrijding.

Groenten open grond: spruitkool en winterpeen

De gewassen bij groenten open grond zijn in areaal veel kleiner dan de akkerbouw, maar de percentages met toepassing van mechanische en overige methoden zijn hier hoger. In de figuren zijn twee gewassen geselecteerd spruitkool en winterpeen.
Bij spruitkool is er sinds 2004 een afname van de machinale bestrijding. Ook handmatige en overige onkruidbestrijding zijn van belang.
Bij winterpeen treedt sinds 2004 juist een toename op van de machinale bestrijding.
Ook handmatige en overige onkruidbestrijding zijn van belang al is het hier lastig een trend te ontdekken.

Boomkwekerijgewassen open grond: bos- en haagplantsoen en vaste planten

De teeltsector boomkwekerij is in areaal nog wat kleiner dan de teeltsector groenten open grond, maar ook zij wordt gekenmerkt door relatief groot areaal met toepassing van de genoemde methoden. In de figuren zijn twee gewassen geselecteerd: bos- en haagplantsoen en vaste planten.
Bij bos- en haagplantsoen is er sinds 2000 een daling van de machinale onkruidbestrijding. Het belang van handmatige onkruidbestrijding neemt toe. Hier speelt waarschijnlijk mee dat pleks- of perceelsgewijze methoden in de berekeningswijze tot uitkomsten leiden alsof ze volvelds waren toegepast.
Bij vaste planten treedt sinds 2004 een daling op van de machinale onkruidbestrijding. Ook hier is handmatige onkruidbestrijding belangrijk.

Overige gewassen

De gewassen uit de teeltsectoren fruit, bloembollen, groenten onder glas, bloemen onder glas en champignons worden hier niet apart besproken, omdat zij in het algemeen lagere toepassingspercentages voor mechanische bestrijding hebben. Ook zijn er gewassen niet besproken als ze niet alle jaren in de statistiek vertegenwoordigd zijn. Al met al zijn veel gewassen hierboven niet apart besproken.

Gebruik van mechanische en overige bestrijdingsmethoden in de landbouw

Onder mechanische en overige bestrijdingsmethoden worden alle methoden verstaan waarbij geen chemische middelen of biologische bestrijders worden gebruikt. De ontwikkeling van deze bestrijdingsmethoden wordt in de figuren weergegeven zowel voor alle gebruikte methoden samen, als voor diverse methoden apart.
In de figuren is bij totaal voor alle methoden samen te zien op hoeveel procent van de arealen in een bepaald gewas tenminste één van de genoemde methoden wordt gebruikt.
De volgende methoden worden apart vermeld: machinale onkruidbestrijding, handmatig onkruidbestrijding, overige onkruidbestrijding (zoals aanaarden) en overige bestrijding. Overige bestrijdingen, zoals het verwijderen van aangetast materiaal, het toepassen van plantenextracten en basisstoffen, zijn alle overige niet-chemische methoden die geleverd zijn.
De methoden loofdoding en stomen & inunderen zijn slechts in enkele gewassen van belang en worden daarom hier niet apart vermeld. Zij worden wel meegenomen in de totaalcijfers.
Mechanische onkruidbestrijding is belangrijk in gewassen met open teelten.
Overige bestrijding is vooral belangrijk in bedekte teelten. Toch geeft 2004 ook in de open teelten een piek te zien. Dit komt doordat het gebruik van hulpstoffen/uitvloeiers vanaf dat jaar niet langer tot de chemische bestrijding wordt gerekend en daarom in 2004 bij de overige bestrijding is ondergebracht.

Nota's duurzame gewasbescherming

Het beleid ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen richt zich op een duurzaam gebruik van deze middelen in 2023 (LNV, 2004; EZ, 2013). Eén van de doelstellingen is het verminderen van de milieu-effecten door het bevorderen van geïntegreerde gewasbescherming. Mechanische bestrijding is een belangrijke component van geïntegreerde gewasbescherming en dient vanaf 2015 ook apart geadministreerd te worden in de gewasbeschermingsmonitor. In een green deal groene gewasbeschermingsmiddelen wordt sinds 2014 de beschikbaarheid van laag-risico middelen en basisstoffen bevorderd.
Informatie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw:

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas
Omschrijving
Ontwikkeling van de toepassing van mechanische en overige niet-chemische methoden (in percentages van het areaal) in de landbouw per gewas. Er is een selectie gemaakt van een aantal gewassen.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De basisgegevens worden verzameld met behulp van een schriftelijke enquête. Er wordt een steekproef getrokken onder de bedrijven in de Landbouwtelling van een voorafgaand jaar. De uitkomsten zijn op basis van een bruikbare respons van ongeveer 3 000 bedrijven. Meer informatie over de onderzoeksmethode geeft de publicatie Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2014a).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Voor de jaren waarin het onderzoek is uitgevoerd zijn er ook gebruiksgegevens beschikbaar per maand, over het aantal bedrijven met gebruik en over de oppervlakte met gebruik.
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig met tussenperioden van enkele jaren
Achtergrondliteratuur
Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS, 2015a)
Opmerking
Betrouwbaarheidscodering
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2015). Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas, 1995-2012 (indicator 0583, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.