Emissies broeikasgassen, 1990-2013
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2013 was de uitstoot van broeikasgassen licht gedaald ten opzichte van 2012. De uitstoot in 2013 lag ruim 11 procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol.
De uitstoot van broeikasgassen nam in 2013 licht af ten opzichte van 2012
De emissie van broeikasgassen is in 2013 licht afgenomen ten opzichte van 2012. Er trad een lichte daling op van ongeveer 0,5 Mton CO2-equivalenten (0,2%). Deze afname is verreweg voor het grootste deel toe schrijven aan de daling van de CO2-emissies. De uitstoot van de overige broeikasgassen bleef nagenoeg constant.
In 2013 is de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) ten opzichte van 2012 met 0,5 Mton CO2-equivalenten afgenomen tot 166,4 Mton (0,3%). De uitstoot door de industrie en verkeer daalde met circa 2,2 Mton CO2-equivalenten. Dit kwam door lagere productie, een schoner autopark en minder verkeer. Deze daling werd voor een groot deel teniet gedaan door het koude voorjaar van 2013. Hierdoor werd meer aardgas verstookt voor de verwarming van woningen en kantoren.
De uitstoot van methaan (CH4) is in 2013 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Er trad een afname van de emissies op uit stortplaatsen (0,20 Mton CO2-equivalenten) en een toename door een groei van het aantal melkkoeien in de landbouwsector (0,25 Mton CO2-equivalenten).
In 2013 zorgde met name de chemische industrie voor een lichte toename van de uitstoot van distikstofoxide (oftewel lachgas, N2O) met ongeveer 0,18 Mton CO2-equivalenten (2%) ten opzichte van 2012.
Ten opzichte van 2012 is de totale uitstoot van fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6) met 3,5% gedaald.
Wat is de trend ten opzichte van 1990 per broeikasgas?
Ten opzichte van het Kyoto-basisjaar is de totale emissie van broeikasgassen in 2013 met 11,5 procent gedaald. Per broeikasgas verschilt de ontwikkeling van de emissie.
Voor CO2 geldt dat de uitstoot in de beschouwde periode juist is toegenomen en wel met 5,6 Mton CO2-equivalenten (3,5%). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename in de sectoren Energie en Verkeer en vervoer. De toename in de Energiesector is na 2010 omgeslagen in een daling doordat er minder elektriciteit werd opgewekt dan in eerdere jaren. Er werd meer elektriciteit ingevoerd , vooral vanuit Duitsland. Elektriciteit uit het buitenland was regelmatig goedkoper dan in Nederland opgewekte elektriciteit. Bij Verkeer en vervoer is de stijging na 2011 omgeslagen in een daling door een schoner autopark en minder verkeer.
Met een totale uitstoot van 19,2 Mton CO2-equivalenten is de uitstoot van CH4 met 13,7 Mton CO2-equivalenten (42%) gedaald ten opzichte van het basisjaar. Het grootste deel van deze daling (bijna 11 Mton CO2-equivalenten) is het gevolg van de afname van emissies uit stortplaatsen (sector Afvalverwijdering). Daarnaast heeft er ook een daling van 1,6 Mton CO2-equivalenten plaatsgevonden in de sector Landbouw en van 1,1 Mton CO2-equivalenten in de sector Energie. De daling in de landbouwsector wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van de dieraantallen en minder gebruik van dierlijke mest. In de energiesector zijn door het nemen van maatregelen de emissies als gevolg van afblazen van ruw aardgas bij de olie- en gaswinning afgenomen.
De uitstoot van N2O is in vergelijking met het basisjaar met 9,8 Mton CO2-equivalenten (ongeveer 56%) afgenomen. Deze daling van de uitstoot van N2O is gerealiseerd in de chemische industrie (5,7 Mton CO2-equivalenten) en de landbouwsector (4,1 CO2-equivalenten) De daling van de uitstoot in de chemische industrie is het gevolg van maatregelen bij de salpeterzuurproductie. De daling in de landbouwsector kent verschillende oorzaken: afname aantal dieren, minder gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest en een lage N-uitstoot per dier door een lager stikstofgehalte in het voer.
De totale uitstoot van fluorhoudende gassen daalde met 75% tot 2,55 Mton CO2-equivalenten. Hiervan is 2,3 Mton CO2-equivalenten afkomstig van HFK's, 0,13 Mton CO2-equivalenten van PFK's en 0,13 Mton CO2-equivalenten van SF6.
Kyoto-doelstelling Nederland
Volgens het Kyoto Protocol moest Nederland in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 6 procent verlagen ten opzichte van het Kyoto-basisjaar (een optelling van de CO2-equivalenten van koolstofdioxide, lachgas en methaan in 1990 en die van de fluorhoudende gassen in 1995).
De uitstoot in dit basisjaar is vastgesteld op 213,2 Mton CO2-equivalenten. Het cijfer voor de gemiddelde uitstoot over 2008-2012 komt uit op 199,4 miljard CO2-equivalenten. Dat is een afname van 6,4 procent ten opzichte van het basisjaar. Voor meer informatie over het halen van de Kyoto-doelstelling zie:
Eind 2012 zijn er afspraken gemaakt tussen landen over de verlenging van het Kyoto Protocol. De landen die aan de verlenging mee gaan doen, hebben afgesproken om de broeikasgasemissies in de periode 2013 tot en met 2020 gezamenlijk 18% te reduceren ten opzichte van het Kyoto-basisjaar.
Wijzigingen berekening broeikasgassen door nieuwe IPCC-guidelines
De broeikasgasemissiecijfers zijn voor het eerst voor de gehele reeks (1990 - 2013) berekend volgens de meest recente IPCC-guidelines (2006). Door deze veranderingen zijn de emissies over de gehele reeks 1990-2013 naar boven bijgesteld. Voor bijvoorbeeld 2012 betekent dit een toename van ongeveer 2,5 Mton CO2-equivalenten ten opzicht van het 'oude' cijfer over 2012. De belangrijkste veranderingen zijn:
- Gebruik van nieuwere Global Warming Potentials. De GWP's voor methaan en distikstofoxide zijn volgens de 2006-guidelines 25 respectievelijk 298 CO2-equivalenten (i.p.v. 21 en 310 CO2-equivalenten); ook de GWP's van de F-gassen zijn veranderd.
- Toevoeging van nieuwe bronnen uit de IPCC-guidelines 2006, zoals vervaardiging van keramische producten voor de bouw;
- Gebruik van andere emissiefactoren (vooral N2O-emissiefactoren bij Landbouw en rioolwaterzuiveringsinrichtingen).
Bronnen
- CBS (2015). StatLine: IPCC-emissies naar lucht. CBS, Den Haag/Heerlen.
- Emissieregistratie (2015). Jaarcijfers 2013. RIVM, Bilthoven; PBL, Bilthoven; CBS, Den Haag; Rijkswaterstaat-Waterdienst, Lelystad; Alterra, Wageningen; Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Utrecht, Agentschap NL, Utrecht, en TNO Bouw en Ondergrond, Utrecht. http://www.emissieregistratie.nl.
- RVO (2015). Broeikasgassen en monitoring. Website in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, in nauwe samenwerking met het RIVM. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Relevante informatie
- Emissies naar lucht per doelgroep, 2010
- Klimaatverandering: beleid ter vermindering van broeikasgasemissies
- Recente emissiecijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op de website van de het Emissieregistratie. Cijfers van emissies zijn ook te vinden op StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Emissies naar lucht
- Omschrijving
Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en de F-gassen perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) en zwavelhexafluoride (SF6))
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Agentschap NL, TNO, Deltares).
- Berekeningswijze
De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling van de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS.
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode.
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie- Basistabel
Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht- Geografische verdeling
Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)
- Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen- Verschijningsfrequentie
In maart definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1
- Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst- Opmerking
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-guidelines 2006. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies in vergelijking met andere emissiegegevens vabn CO2.
1 Mton = 1 miljard kg.- Betrouwbaarheidscodering
C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2015). Emissies broeikasgassen, 1990-2013 (indicator 0165, versie 26, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.