Brandstofverbruik door de industrie, 1990-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Ruim de helft van het verbruik van fossiele brandstoffen bij de industrie wordt ingezet als grondstof of wordt toegepast voor de omzetting in andere producten. De chemische industrie is de grootste verbruiker.

 TotaalOmzettingssaldo van energiedragers in elektriciteit, resp. elektriciteit + warmte 1) Brandstof in ovens, ketels, kachels, etc. 2)Grondstof of omzettingssaldo van andere producten 3)
     
 PJ   
     
19901 058188444426
19951 022158423441
20001 059157380522
20011 061153374534
20021 053146381526
     
20031 100141387573
20041 129139391599
20051 180137387655
20061 133132398603
20071 261130418713
     
20081 165125391649
20091 153111383658
20101 219107385727
     
Specificatie 2010    
Voedings- en genotmiddelenindustrie6125351
Textiel- en lederindustrie3130
Papier- en grafische industrie211380
Raffinaderijen160239741
Kunstmestindustrie9242067
Overige chemische industrie 4)70837141530
Basismetaalindustrie 5)10343266
Overige industrie 6)7004822
     
Bron: CBS.CBS/mrt12/0017
1) Het omzettingssaldo is de inzet minus de productie bij de omzetting van energiedragers in elektriciteit of in elektriciteit plus warmte samen (ook bekend als warmtekrachtkoppeling (WKK)).
2) Energieverbruik voor verwarming, verlichting of als krachtbron voor auto's, machines en andere apparaten. Dit is exclusief het verbruik voor energieomzetting. Ook wel energetisch finaal verbruik genoemd.
3) Het verbruik als grondstof betreft het verbruik van energiedragers voor het maken van producten die geen energiedrager zijn maar waar wel de energie in is opgeslagen. Een voorbeeld is het gebruik van aardoliegrondstoffen voor de productie van plastic. Het omzettingssaldo van andere producten betreft de inzet minus productie bij de omzetting van energiedragers in brandstoffen en warmte. De cijfers zijn inclusief de verliezen die optreden bij de omzetting. Een voorbeeld is de omzetting van aardoliegrondstoffen in aardolieproducten als benzine en diesel. Ook wel niet-energetisch finaal verbruik genoemd.
4) Organische basischemie, basischemie (geen petrochemie) + kunstvezels, overige anorganische basischemie en chemische eindproductenindustrie.
5) Basisferrometaalindustrie, basis-non-ferrometaalindustrie, met daarbij cokesfabriek.
6) Metaalproductenindustrie, hout-, kunststof-, instrumentenindustrie, glas-, aardewerk-, cement-, kalkindustrie, en industrie niet te specificeren naar industrietak.
N.B. De gegevens hebben alleen betrekking op het verbruik van fossiele brandstoffen en zijn dus exclusief het verbruik van elektriciteit en stoom/warmte.


Zowel de groei in industriële activiteiten, als ook energie-efficiencyverbeteringen beïnvloeden het brandstofverbruik.

Omzettingssaldo van energiedragers in elektriciteit en warmte

Het brandstofverbruik in warmtekrachtcentrales is sinds 1990 gedaald. Dit verbruik is vooral verminderd doordat het aantal warmtekrachtinstallaties dat in joint-ventures is ondergebracht sinds de jaren 90 steeds is toegenomen. Deze joint-ventures worden in het Compendium voor de Leefomgeving tot de energievoorziening gerekend en niet langer tot de industrie.

Verbruik als brandstof in ovens, ketels, kachels, e.d

Het brandstofverbruik in ovens, ketels, kachels, en dergelijke is in 2010 vrijwel gelijk aan het jaar ervoor.

Verbruik als grondstof of omzettingssaldo van andere producten

Het verbruik als grondstof of als voor omzetting in andere producten is in 2010 fors, met ruim 10 procent gestegen ten opzichte van 2009. Dit geldt zowel voor het verbruik van kolen, olie als aardgas. In 2010 is de economie licht aangetrokken ten opzichte van 2009.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Brandstofverbruik door de industrie
Omschrijving
Ontwikkeling van het verbruik van fossiele brandstoffen door de industrie naar wijze van inzet. Voor het meest recente jaar is het brandstofverbruik uitgesplitst naar bedrijfsklasse.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012a) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens per energiedrager voor een groot aantal energiebalansposten (zoals: energiewinning, energieproductie, energie-aanvoer, energieverbruik, totaal finaal verbruik) en economische sectoren (waaronder de bedrijfstakken binnen de industrie).
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012a)
Opmerking
De cijfers in het Compendium voor de Leefomgeving zijn niet één-op-één terug te vinden in de tabel Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik van de databank StatLine (CBS, 2012b).
In tegenstelling tot de Energiebalans worden in het Compendium voor de Leefomgeving de aardolieraffinaderijen en cokesfabrieken ook toegerekend aan de industrie.
Daarnaast hebben de gegevens in het Compendium voor de Leefomgeving alleen betrekking op het verbruik van fossiele brandstoffen en fermentatiegas en zijn dan ook exclusief het verbruik van elektriciteit, stoom en warm water. In de Energiebalans wordt de eventuele inzet en productie van elektriciteit en stoom / warmte verrekend met de inzet aan aardgas, aardolieproducten en fermentatiegas.
Het 'Verbruik als grondstof of omzettingssaldo van andere producten' is berekend als de som van de getallen in de kolommen 'Andere omzettingen' en 'Niet-energetisch finaal gebruik' in de tabel Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik van de databank StatLine (CBS, 2012b).
Verder wijken de cijfers in deze indicator af van de gegevens die voor de industrie gepresenteerd worden in de indicator 'Energieverbruik per sector, 1990-2021'. In de laatstgenoemde indicator zijn ook de energiedragers elektriciteit, stoom en warmte in de cijfers verdisconteerd. In de indicator 'Brandstofverbruik door de industrie' is ervoor gekozen het verbruik van alleen fossiele brandstoffen te presenteren omdat dit basisgegevens zijn voor de berekeningen van de emissies naar de lucht door de industrie.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
24
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
14
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Brandstofverbruik door de industrie, 1990-2010 (indicator 0017, versie 15, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.