Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie 2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

In 2007 waren ongeveer 270.000 locaties mogelijk ernstig verontreinigd. Van dit aantal zullen naar schatting 11.000 spoedlocaties vóór 2015 moeten worden gesaneerd of beheerst. Dit volgt uit de inventarisatie door het project Landsdekkend beeld bodemverontreiniging (LDB).

Nederland telt 270.000 potentieel ernstig verontreinigde locaties in 2007

Binnen het kader van het project Landsdekkend beeld bodemverontreiniging (LDB) is in 2007 de huidige werkvoorraad met (potentieel) ernstig verontreinigde locaties vastgesteld op 270.000 locaties. Van dit aantal zullen naar schatting 11.000 spoedlocaties vóór 2015 moeten worden gesaneerd of beheerst. Spoedlocaties zijn locaties met niet aanvaardbare risico's voor mens, ecosysteem, en/of met risico's van verspreiding van verontreinigingen. Deze locaties moeten vóór 2015 worden gesaneerd dan wel beheerst. Voor de overige locaties van de huidige werkvoorraad geldt de doelstelling dat deze uiterlijk in 2030 moeten zijn aangepakt, in samenhang met marktdynamiek, uitvoering bouwplannen en de herinrichting van gebieden.
De verdeling van de locaties van de huidige werkvoorraad over de diverse gemeenten in Nederland is weergegeven in de kaart. De hoogste dichtheden (> 20 per km2) komen vooral voor in de Randstad, maar ook in sommige stedelijke gebieden elders in het land.

Landsdekkend beeld bodemverontreiniging en werkvoorraad

In het Nationaal Milieubeleidsplan 3 is vastgelegd dat een Landsdekkend beeld bodemverontreiniging wordt opgesteld, met als doel het in kaart brengen van de omvang van de bodemverontreiniging in Nederland. Eind 2004 is het eerste Landsdekkend beeld vastgesteld. Er was toen sprake van 615.000 goed geïdentificeerde (potentieel) ernstig verontreinigde locaties (bekende vervuilde locaties en verdachte locaties). Van 2004 tot en met 2006 zijn binnen het Landsdekkend beeld 493.000 locaties geselecteerd waarbij een vervolgactie noodzakelijk wordt geacht. Dit wordt de maximale werkvoorraad genoemd: de combinatie van voormalige en huidige werkvoorraad in de linker figuur. De selectie van de locaties is uitgevoerd aan de hand van de jaarlijkse monitoringsactiviteiten en modelberekeningen. In de modelberekeningen is rekening gehouden met het historische gebruik van stoffen (en hun toxiciteit, mobiliteit, enzovoorts), de bodemsituatie (bodemtype, geohydrologie en andere parameters) en het huidige gebruik van de locatie, zoals een bedrijventerrein of woning met tuin.

Werkvoorraad sterk afgenomen in 2007

Zoals in de voorgaande paragraaf besproken waren eind 2006 circa 493.000 (landbodem-)locaties gekwalificeerd als (potentieel) ernstig verontreinigd. Voor een deel zijn dit reeds afgehandelde locaties (voormalige werkvoorraad), maar de rest behoort nog tot de huidige werkvoorraad van 270.000 locaties.

  • De voormalige werkvoorraad bestaat uit locaties die inmiddels voldoende zijn onderzocht, locaties waarbij sanering en eventuele nazorg zijn afgerond en categorieën van locaties die na steekproefsgewijs onderzoek weinig noodzaak tot vervolg blijken op te leveren. Bij die laatste groep van 160.000 locaties, in 2007 afgevoerd uit de werkvoorraad, gaat het voor een groot deel om huisbrandolietanks en slootdempingen.
  • De huidige werkvoorraad van 2007 bestaat uit ongeveer 270.000 locaties met daarin lopende saneringen en nazorg (4%), lopend onderzoek (24%) en verdachte, nog te onderzoeken locaties (73%).


Wie is verantwoordelijk voor het bodembeheer?
De verantwoordelijkheid voor goed bodembeheer en dus ook voor het tot stand komen van het Landsdekkend beeld, ligt bij de bevoegde overheden. Dat zijn de 12 provincies (incl. kleine gemeenten), 4 grote steden en 26 andere grote gemeenten (situatie 2007), die bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet Bodembescherming.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie 2007 (indicator 0258, versie 10, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.