Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In Nederland zijn ongeveer 1400 locaties zo verontreinigd dat deze met spoed moeten worden aangepakt. Daarbij gaat het om ongeveer 360 humane spoedlocaties waar onaanvaardbare risico's voor de mens kunnen optreden, ongeveer 900 locaties met verspreidingsrisico via het grondwater en ongeveer 100 locaties met ecologisch risico. Ook is er in veel gevallen sprake van gecombineerde risico's. Medio 2013 moet het definitieve aantal spoedlocaties bekend zijn.
Bijna 360 humane spoedlocaties bodemsanering in 2012
Bij humane spoedlocaties is de bodem zo verontreinigd, dat er bij het huidige gebruik onaanvaardbare risico's voor de mens kunnen optreden. Veel humane spoedlocaties zijn al aangepakt in de periode 1980-2010. De nog resterende humane spoedlocaties worden geïnventariseerd in het kader van het convenant 'Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties' dat in 2009 is ondertekend door de gemeenten, provincies, waterschappen en de rijksoverheid. De resultaten van de inventarisaties worden gepubliceerd in diverse edities van de Midterm Review van het Bodemconvenant.
De bovenstaande kaart laat het aantal humane spoedlocaties zien per gemeente medio 2012. De humane spoedlocaties liggen verspreid over heel Nederland, met een relatief hoge dichtheid in de Randstad. Van alle gemeenten heeft 60% geen humane spoedlocaties en heeft 25% er één. Van de resterende 15% van de gemeenten varieert het aantal humane spoedlocaties van 2 tot 25.
In juli 2011 bedroeg het aantal humane spoedlocaties nog 404, in juli 2012 was dit aantal gedaald tot 359, zoals blijkt uit onderstaande figuur. In die periode zijn 98 locaties afgerond (gesaneerd, dan wel risico's weggenomen), maar ook 53 locaties bijgekomen. Van de locaties die in 2011 op de lijst stonden zijn er 306 in 2012 nog in behandeling.
Totaal aantal spoedlocaties bedraagt ruim 1400
In 2012 zijn niet alleen de humane spoedlocaties geïnventariseerd, maar zijn ook flinke vorderingen gemaakt met het inventariseren van locaties waarbij verontreinigingen zich verspreiden via het grondwater (verspreidingsrisico's) en locaties waarbij het ecosysteem wordt bedreigd door verontreinigingen ter plaatse (ecologische risico's). Een voorlopig overzicht van het totale aantal spoedlocaties is weergegeven in onderstaande taartdiagram.
Van de spoedlocaties is bij 26% van het totale aantal sprake van humaan risico (inclusief combinaties). In veel gevallen is er sprake van één soort risico (13% alleen humaan, 64% alleen verspreiding en 7% alleen ecologie), maar er zijn ook locaties met meervoudige risico's (13% humaan met andere risico's, en 3% verspreiding en ecologie).
Het totale aantal spoedlocaties is medio 2012 vastgesteld op 1410, maar omdat nog veel locaties in onderzoek zijn, zal dit aantal de komende tijd nog kunnen toenemen. Een definitief overzicht van het totale aantal spoedlocaties (humaan, verspreiding en ecologie) dient medio 2013 gereed te zijn.
Belangrijkste kenmerken van de humane spoedlocaties
Bij de in 2012 vastgestelde 359 humane spoedlocaties (inclusief combinaties met risico's verspreiding en ecologie) zijn bepaalde kenmerken opvallend aanwezig:
- Huidig gebruik van de locatie:
Bij 42% van het aantal verontreinigde locaties is sprake van wonen, voor 37% van bedrijfsterreinen en voor 21% is er sprake van ander gebruik (landbouw, braakliggend, recreatie, et cetera). - Verontreinigende activiteiten:
De volgende (recente, dan wel vroegere) activiteiten hebben het meest bijgedragen aan het ontstaan van bodemverontreiniging: benzineservicestations en brandstofopslagtanks (23% van het aantal locaties), chemische wasserijen (20%), ophooglagen en stortplaatsen (12%), gasfabriekterreinen (4%) en overige, zeer diverse, activiteiten (41%). - Risicostoffen:
Risicostoffen die bij het grootste aantal humane spoedlocaties voorkomen zijn vluchtige organochloorverbindingen (VOCl), vluchtige aromaten, en zware metalen. Deze komen voor bij respectievelijk 33%, 20% en 19% van het aantal humane spoedlocaties. Belangrijke vervuilende stoffen zijn ook minerale olie (6%) en asbest (5%). Een grote groep vormt ook het aantal locaties waarbij complexe mengsels van stoffen worden aangetroffen (12%). Overige belangrijke verontreinigingen die op sommige locaties worden aangetroffen zijn PAK (teerproducten), cyaniden (beide vooral bij gasfabriekterreinen) en bestrijdingsmiddelen. - Soorten risico's:
De belangrijkste blootstellingsroute die gezondheidsrisico's kan veroorzaken bij de mens is inhalatie. Dat geldt vooral voor vluchtige verbindingen die door uitdamping vanuit de bodem in de binnenlucht van woningen en gebouwen terecht komen (47% van het aantal humane spoedlocaties). Ook bij asbestvezels loopt de blootstelling via inhalatie (5%). Andere belangrijke blootstellingsroutes zijn ingestie van grond door vooral spelende kinderen (19%), drinkwater (3%) en gewasconsumptie (3%). Verder kunnen stoffen de oorzaak zijn van hinder en irritatie (stankoverlast, huidcontact), dit geldt voor samen 2% van het aantal locaties.
Kosten aanpak humane spoedlocaties
De aanpak van alle humane spoedlocaties samen kost ruim 300 miljoen euro, waarbij de aanpak van de 60 duurste locaties (o.a. gasfabriekterreinen en waterbodems) ruim 230 miljoen euro bedraagt en de aanpak van de overige 300 locaties (o.a. veel chemische wasserijen en benzineservicestations) ongeveer 70 miljoen euro.
Totale werkvoorraad bodemverontreiniging bedraagt nog ongeveer 250.000 locaties
In het Nationaal Milieubeleidsplan 3 (NMP-3) van 1998 is vastgelegd dat er een Landsdekkend beeld bodemverontreiniging (LDB) moest worden opgesteld, met als doel het in kaart brengen van de volledige omvang van de bodemverontreiniging in Nederland. Eind 2004 is het eerste Landsdekkend beeld opgeleverd. In deze inventarisatie op basis van praktijkervaring met maatschappelijke activiteiten waren 615.000 locaties geïdentificeerd als ernstig verontreinigd of mogelijk ernstig verontreinigd ('verdacht' en 'potentieel verdacht'). Dat aantal is verkleind met verkennende onderzoeken en steekproefonderzoeken, waarmee 190.000 locaties (30%) konden worden geschrapt. In 2004 is op basis hiervan de 'nulmeting van de Werkvoorraad bodemverontreiniging' vastgesteld op 425.000 (potentieel) ernstig verontreinigde locaties.
De Werkvoorraad bodemverontreiniging bevat alle locaties waar nog onderzoek en/of aanpak plaats moet vinden. In de periode 2004 - 2009 zijn ongeveer 170.000 van deze locaties (40% van de nulmeting) afgehandeld. Deze locaties zijn gesaneerd, of er is na onderzoek gebleken dat er geen sanering nodig was. De nog resterende Werkvoorraad bedroeg in 2012 nog ongeveer 250.000 locaties. Dit aantal is onder te verdelen in:
- 70% verdachte locaties (nog verder te onderzoeken);
- 27% lopend onderzoek;
- 3% lopende saneringen of nazorg.
Aanpak niet-spoedlocaties
Het controleren van de Werkvoorraad op de aanwezigheid van spoedlocaties loopt nog tot juli 2013. De locaties in de Werkvoorraad waarbij geen sprake is van onaanvaardbaar risico (de niet-spoedlocaties) kunnen wel een belemmering vormen bij gebiedsinrichting, bijvoorbeeld bij de aanleg van nieuwe woonwijken, bij ondergronds bouwen of bij WKO-installaties (warmte/koude-opslag). In deze gevallen zal de bodemverontreiniging zonodig aangepakt moeten worden als onderdeel van het inrichtingsplan. Ook bij spoed door verspreiding zal bij bescherming van de grondwaterkwaliteit in of aan de rand van stedelijke gebieden al gauw een gezamenlijke integrale benadering nodig zijn van de door elkaar lopende verontreinigingspluimen in het grondwater.
Wie is verantwoordelijk voor het bodembeheer?
De verantwoordelijkheid voor goed bodembeheer ligt bij de 4 grote steden en 25 andere grote gemeenten en voor het overige gebied bij de 12 provincies. Deze overheden zijn het bevoegde gezag in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb).
Bronnen
- Rapportage Midterm Review 2011 van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid.
- Rapportage Midterm review 2012 (in voorbereiding).
- VROM/RIVM (2010). Jaarverslag bodemsanering over 2009 - Een rapportage van de bevoegde overheden bodemsanering, Ministerie van VROM/RIVM, Den Haag/Bilthoven.
Relevante informatie
- Bodemkwaliteit en bodemverontreiniging: beleid
- Bodemverontreiniging en bodemsanering: begrippen en definities
- Meer informatie over bodemsanering is te vinden op de sites van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), Bodemloket, Agentschap.NL/Bodem+,IPO, Milieuportaal RIVM.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie 2012
- Omschrijving
- Aantal humane spoedlocaties en overige (mogelijk) ernstig verontreinigde locaties
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven. Auteurs: Jaap Bogte en Kees Versluijs
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Rapportage Midterm Review 2011 in het kader van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid.Rapportage Midterm review 2012, zie http://www.agentschapnl.nl/actueel/nieuws/midterm-review-bodemconvenant.VROM/RIVM (2010). Jaarverslag bodemsanering over 2009 - Een rapportage van de bevoegde overheden bodemsanering, Ministerie van VROM/RIVM, Den Haag/Bilthoven.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012 (indicator 0258, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.