Biologische landbouw: aantal bedrijven en areaal, 1991-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2007 wordt op 2,1 procent van het Nederlandse landbouwareaal biologisch geboerd. Tussen 2006 en 2007 is het areaal biologische landbouwgrond met 1 344 ha (3,3 procent) afgenomen. Flevoland, Gelderland en Friesland hebben het grootste areaal biologische landbouw. Bijna de helft van de biologische landbouwbedrijven zijn graasdierbedrijven.

Areaal biologische landbouw neemt licht af

De sterke groei van het areaal biologische landbouwgrond aan het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw zet zich vanaf 2004 niet verder door. In de periode 2004-2007 blijft het areaal ongeveer gelijk: een lichte groei in 2006 wordt in 2007 weer teniet gedaan. In 2007 is er 39 656 ha aan biologische landbouwgrond. Dit is 1 344 ha minder dan een jaar eerder. Het aandeel van de biologische landbouw in het totale Nederlandse landbouwareaal is daarmee 2,1 procent.
In vergelijking met andere Europese landen is de biologische landbouwsector in ons land klein. Het aandeel biologische landbouwgrond is flink groter in Oostenrijk (11 procent) en Italië (8 procent) (Eurostat, 2007).

Areaal per provincie

In 2007 hebben de provincies Flevoland (16 procent), Gelderland (14 procent) en Friesland (13 procent) het grootste aandeel in het totale areaal biologische landbouwgrond in Nederland. Het biologisch areaal is in mindere mate aanwezig in Limburg (3 procent), Zeeland (3 procent) en Utrecht (4 procent). De andere zes provincies dragen elk zo'n 6 à 9 procent bij.

Vooral graasdierbedrijven

In 2007 zijn er 1 208 biologische landbouwbedrijven. In 2006 waren het er nog 1 274, in 2000 nog 906. Bijna de helft van deze biologische bedrijven zijn bedrijven waar graasdieren worden gehouden: runderen, schapen, geiten, paarden en pony's.

Certificering

Bij de biologische landbouw wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast zijn er voorschriften voor het gebruik van krachtvoer en diergeneesmiddelen en voor de mogelijkheid voor dieren om naar buiten te gaan. Een landbouwbedrijf mag pas de producten als biologisch verkopen als het een omschakelingsperiode van één tot twee jaar heeft ondergaan en aan de normen van een biologisch certificeringsinstantie heeft voldaan.

Beleid

Voor de periode 2008-2011 heeft de overheid twee nieuwe ambities met daarbij zes doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de ontwikkeling van de biologische landbouw in Nederland (LNV, 2007). Hiertoe behoren onder andere de volgende doelstellingen:

  • Jaarlijks 10 procent groei in de consumentenbestedingen aan biologische voedingsmiddelen;
  • Jaarlijks 5 procent groei in het biologisch areaal.

Bronnen

Relevante informatie

  • Ook bij Biologica is er veel informatie te vinden over biologische landbouw.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Biologische landbouw: aantal bedrijven en areaal
Omschrijving
Het aantal bedrijven en het areaal biologische landbouw naar sector.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Tot en met 2004 zijn de cijfers jaarlijks door het CBS samengesteld op basis van de Landbouwtelling én een aanvullende enquête onder biologische boeren. In 2005 is de aanvullende enquête afgeschaft om de administratieve lastendruk bij de boeren te verlagen.
De cijfers over 2005 en 2006 zijn samengesteld louter op basis van de Landbouwtelling. Zonder een aanvullende enquête zijn deze cijfers minder nauwkeurig dan de cijfers van 2004 en eerder.
De cijfers over 2007 zijn door het CBS samengesteld op basis van de Landbouwtelling en aanvullende informatie uit het SKAL-register met biologische landbouwbedrijven.
Uit de Landbouwtelling worden gegevens verkregen over de populatie bedrijven met een biologische productiewijze. De Landbouwtelling is een integrale enquête onder alle 90 duizend Nederlandse landbouwbedrijven met een economische omvang van 3 NGE (Nederlandse Grootte Eenheid) of meer. De peildatum van de telling is 1 april. Het artikel Landbouwtelling (CBS, 2006) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
Geografische verdeling
Er zijn gegevens voor Nederland en per provincie.
Andere variabelen
Voor de jaren t.e.m. 2004 zijn er gegevens over aantal bedrijven naar hoofdbedrijfstype, naar bedrijfsgrootte, naar leeftijd bedrijfshoofd en naar grondgebruik. Verder zijn er gegevens over de oppervlakten landbouwgrond naar grondgebruik, hoofdbedrijfstype en bedrijfsgrootte. Tenslotte zijn er per sector gegevens over het aantal bedrijven en oppervlakte landbouwgrond per gewas en aantal stuks vee.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Eurostat (2007). Statistics in Focus, Different organic farming patterns within EU-25, Eurostat, Luxemburg.
Opmerking
De hier gepresenteerde CBS-cijfers over biologische landbouw omvatten alleen de bij landbouwbedrijven aanwezige arealen (dus niet die van natuurbeheerders e.d.). Andere organisaties (SKAL, LEI, Eurostat) nemen deze gronden wel mee in hun areaalcijfers over biologische landbouw.
Betrouwbaarheidscodering
A (integrale enquête) voor de jaren 1991 t.e.m. 2004.
D (schatting op basis van een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake) voor de jaren 2005 en 2006.
C (schatting op basis van een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd) voor het jaar 2007.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
21
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Biologische landbouw: aantal bedrijven en areaal, 1991-2007 (indicator 0011, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.