Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie 2004
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Op basis van historisch onderzoek naar mogelijk verontreinigende activiteiten is in 2004 een Landsdekkend beeld bodemkwaliteit (LDB) opgesteld. Van ca. 760 000 verdachte locaties zijn er 430 000 beoordeeld als potentieel ernstig verontreinigd. Op basis van ervaringskennis is geschat dat ca. 60 000 locaties daadwerkelijk gesaneerd moeten worden.
Landsdekkend beeld bodemkwaliteit
Door het uitgevoerde bodemonderzoek werden in de loop der jaren steeds meer verdachte locaties bekend dan oorspronkelijk verwacht was. In 1982 was de schatting ca. 2000 te saneren locaties, in 1990 werd dit aantal bijgesteld tot 100 000 en in 1997 tot 175 000 locaties. Het werd duidelijk dat een meer gedetailleerde inventarisatie noodzakelijk was
Daarom zijn de Bevoegde Overheden Bodemsanering in 1999 gestart met de opbouw van het LandsDekkend beeld Bodemsanering (LDB). Eerst werd een historisch onderzoek verricht naar de zogenaamde verdachte activiteiten, vervolgens werden adresgegevens gecontroleerd en de ligging van de locaties in X-Y coördinaten uitgedrukt. Ook de locaties waar reeds uitgevoerde bodemonderzoek op ernstige verontreiniging wees, werden aan dit bestand toegevoegd. Hierna werden de verdachte locaties beoordeeld op de potentiële ernst en urgentie, die uiteindelijk de echte "werkvooraad" bepalen (meerdere onderzoeksfasen nodig). Op basis van deze inventarisatie, bedraagt het aantal verdachte locaties (waar mogelijk sprake is van verontreiniging) ca. 760 000. Na de selectie resteren ongeveer 425 000 locaties die tot de te behandelen werkvoorraad behoren, waarvan 20% worden gerekend tot potentieel of werkelijk 'ernstig en urgent'. De rest 80% wordt als 'potentieel ernstig maar niet urgent' beschouwd, tenminste te beheren. Dit zijn inschattingen, de werkelijke ernst en urgentie van het grootste deel van de werkvoorraad moet nog per locatie vastgesteld worden.
Geschatte aantallen potentieel verontreinigde locaties en doorstroompercentages volgens het stapgewijze saneringstraject
De fase van onderzoek/sanering | Aantal locaties, nog uit te voeren | Doorstroompercentage |
Historisch en Orienterend onderzoek | 350 000 | 40-55% |
Nader onderzoek | 150.000-200.000 | 25-45% |
Saneringsonderzoek/Saneringsplan | 65.000-85.000 | 70-80% |
Sanering | 60.000 | 10-15% |
Zorgmaatregelen | 5.000-8.000 |
Het bodemsaneringstraject bestaat uit een aantal onderzoeksfasen, waarna zonodig een doorstroming na de volgende fase plaatsvindt. Na afronding van de onderzoeken wordt de sanering aangepakt. Soms gevolgd door nazorg, de laatste fase in de tabel. Voor een inschatting van het uit te voeren werk is van belang hoe vaak locaties doorstromen naar een volgende fase. In de onderstaande tabel is de opsomming gegeven van de elkaar opvolgende fases van onderzoek/sanering, waarbij de "doorstroompercentages" na de volgende fase zijn ingeschat op basis van de huidige ervaring.
Verwachte ontwikkeling tot 2030
In de periode 1980-2004 zijn er totaal circa 11 000 saneringen uitgevoerd. Het huidige tempo ligt op 1000 -1200 saneringen per jaar. Oorspronkelijk was men van plan alle gevallen van bodemverontreiniging binnen één generatie op te lossen. Het aantal te saneren locaties bleek te groot om met het huidige tempo de Nederlandse bodem in 2030 zo schoon te krijgen als het bodemsaneringbeleid aanvankelijk beoogde. Het aantal te onderzoeken locaties is veel groter dan het aantal te saneren locaties. Het huidige tempo van onderzoek ligt ook te laag. Daarom wordt de doorstroming van locaties van onderzoeksfase naar saneringsfase versneld en het onderzoek door derden gestimuleerd. De laatste beleidswijziging - functiegericht in plaats van multifunctioneel saneren - (BEVER, 2000) was al uitgevoerd met het oog op kosteneffectiviteit, decentralisatie en inzet van marktmechanisme.
Bronnen
- Beleidvernieuwing Bodemsanering (BEVER), 2000VROM/RIVM (2005), Jaarverslag monitoring over 2004 - Een rapportage van de bevoegde overheden bodemsanering, Ministerie van VROM/RIVM, Den Haag/Bilthoven. (hier een PDF-link)
Relevante informatie
- Meer informatie over bodemverontreiniging is te vinden op de site van het Ministerie van VROM, IPO en RIVM (Monibosa) en het bodemloket.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie 2004 (indicator 0258, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.