Broeikaswerking, 1950-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Ontwikkeling broeikaswerking

De door menselijk handelen versterkte broeikaswerking bedraagt momenteel 2,5 Watt per m2. De concentratieverhoging van CO2 draagt voor circa 65% bij aan de broeikaswerking, CH4 voor 18%, N2O voor 6%, CFK's en HCFK's samen voor ~10,5 % en PFK's, HFK's en SF6 voor ~0,6%. De figuur betreft het effect van alleen de directe broeikasgassen; het broeikaseffect van troposferisch ozon (veroorzaakt door onder andere CO, NOx, VOS en CH4) alsmede de koelende effecten van aërosolen (veroorzaakt door onder andere SO2) zijn dus niet meegenomen. Deze indirecte invloeden heffen elkaar gedeeltelijk op. CFK's en HCFK's maken geen deel uit van het Klimaatverdrag (Kyoto, 1997) omdat deze stoffen worden gereguleerd in het kader van het Montreal Protocol (1987) ter bescherming van de ozonlaag in de stratosfeer.

Beleid

Het primaire doel van het internationale klimaatbeleid (vastgelegd in het klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de VN) is het vroegtijdig vermijden van menselijke beïnvloeding van het klimaat door het stabiliseren van de atmosferische concentraties van broeikasgassen. Hiertoe moeten de door de mens veroorzaakte mondiale broeikasgasemissies met meer dan de helft worden teruggebracht ten opzichte van 1990. Het Kyoto Protocol voorziet in de periode 2008-2012, een reductie van broeikasgasemissies van 8% in de EU en van 6% in Nederland. Een stabilisering van de concentratie van broeikasgassen resulteert tevens in een stabilisering van de broeikaswerking van deze gassen.

Relevantie

Door de stijgende concentraties van broeikasgassen neemt de broeikaswerking (stralingsforcering) van het klimaatsysteem toe. Versterking van de broeikaswerking houdt in dat er meer energie aan het aardoppervlak aankomt dan wordt weggestraald waardoor aan het aardoppervlak de temperatuur stijgt.

Methodiek

De broeikaswerking (stralingsforcering) wordt berekend uit de concentratieverhoging van de broeikasgassen ten opzichte van de preïndustriële periode, grofweg gedefinieerd als 1750. Voor de broeikasgassen CO2, CH4, N2O, HFK's, PFK's, SF6, CFK's en HCFK's wordt de concentratieverhoging vermenigvuldigd met een getal dat de effectiviteit voor het terugkaatsen van warmtestraling in de atmosfeer weergeeft. De som van de bijdragen van de verschillende gassen is de broeikaswerking welke wordt weergegeven in de eenheid W/m2 (is de hoeveelheid energie die per seconde op een vierkante meter aardoppervlak valt).

Bronnen

  • IPCC (1990). IPCC Scientific Assessment 1990. Cambridge University Press, Cambridge, United Kingdom.
  • Janssen, L.H.J.M. and W. Fransen (1997). The application of the GWP concept in climate policy. RIVM (report 728 001 001), Bilthoven.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Broeikaswerking, 1950-2001 (indicator 0225, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.