Landgebruik en het landschap, 2021

Het Nederlandse landschap wordt gevormd door combinaties van landgebruik, die sterk per regio verschillen. Zo wordt ongeveer de helft van Nederland gedomineerd door agrarisch landgebruik. Andere landschappen worden meer gedomineerd door rivieren, of bomen, bossen en natuurlijke terreinen, veelal in het oosten van Nederland. Vooral in het westen liggen veel stedelijke gebieden, met de bijbehorende infrastructuur. De verschillen per regio zijn ontstaan door de combinatie van natuurlijke en menselijke invloed. De afgelopen decennia is het landgebruik vooral veranderd door schaalvergroting in de landbouw en uitbreiding van bebouwing en natuur.

Grote diversiteit in landgebruik tussen provincies

Stedelijke landgebruiksvormen komen met name in de provincies in west Nederland voor. Langs de kust komen veel natuurlijke terreinen voor in de vorm van duinen. In de noordelijke provincies ligt minder stedelijke bebouwing en wordt het landschap gedomineerd door agrarisch landgebruik en meren en plassen. In de oostelijke en zuidelijke provincies ligt een mix van stedelijke en agrarische gebieden, afgewisseld met natuurlijke terreinen en bosgebieden.

Grootschalige akkerbouw domineert de zeekleigebieden van Zeeland, Friesland, Groningen, de Zuid-Hollandse eilanden, West-Brabant, de IJsselmeerpolders en andere droogmakerijen. Bollenteelt concentreert zich in de kustzones van Noord- en Zuid Holland, maar is in opkomst in met name de Noordoostpolder en een aantal zandgebieden. Landschappen met veel grasland zien we vooral terug in het veenweidegebied van het Groene Hart, Drenthe, Overijssel, Friesland en delen van Gelderland en Groningen. De combinatie met mais komt het meest voor op de zandgronden in het oosten van het land. Kleinschaliger, meer gesloten landschappen met een afwisseling tussen graslanden, akkerbouw en bossen en andere groene landschapselementen, komen van oudsher voor op de zandgronden van onder andere de Achterhoek, Twente, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. Boomteelt en fruitteelt zijn zowel te vinden in een aantal clusters in het rivierengebied als meer verspreid over Nederland.

Glastuinbouw is van oudsher geconcentreerd in het Westland. Inmiddels zijn er ook clusters van kassen in de kop van Noord-Holland, Zuidoost Drenthe, ten zuiden van Zoetermeer en in de streek rond Venlo.

Bossen, bomen en natuurlijke terreinen komen verspreid over geheel Nederland voor, maar de grotere arealen liggen vooral op de hogere zandgronden. Met name de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg zijn rijk aan bossen en heidevelden.

Tot slot bevatten veel provincies grote open wateren zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en in Zuid-Holland en Zeeland een aantal zeearmen.

Verschillende indelingen in landgebruik

De indicator Landgebruik van de Monitor Landschap geeft vooral ook inzicht in de verschillende typen landbedekking en landbouwgewassen in Nederland. Dit in tegenstelling tot de indicator 'Bodemgebruik van Nederland', die de landbouw niet onderverdeelt, en ook functionele klassen onderscheidt, zoals recreatieterreinen.

De indicator geeft met de klasse 'bomen, bos en natuurlijkterrein' beperkt inzicht in het areaal beschermd natuurgebied. In deze klasse ontbreken de natuurlijke wateren zoals beken, petgaten en meren. Daarnaast hebben niet alle bomen en bossen in deze indicator een natuurfunctie zoals de klasse bos op de kaart van de Index Natuur en Landschap. Het areaal bos is bovendien afhankelijk van de definitie van bos.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Landgebruik 2021

Omschrijving

Toestand en trend van het Landgebruik in Nederland

Verantwoordelijk instituut

Wageningen Environmental Research (Gerard Hazeu)

Berekeningswijze

De kaart met landgebruik in 14 klassen is een aggregatie van het Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland 2021 (LGN2021), dat het landgebruik in Nederland in 51 klassen weergeeft. Voor het maken van LGN2021 zijn onder andere de volgende bestanden gebruikt: Top10NL (versie november 2021), Basis Registratie Percelen 2021 (BRP2021), Bestand Bodem Gebruik 2015 (BBG2015), beheertypen uit Informatie Model Natuur 2021 (IMNa2021), Algemeen Hoogte bestand Nederland (AHN3/4), satellietbeelden (m.n. Sentinel-2) en luchtfoto's uit 2021. Vanaf 2023 is het LGN-bestand als Open Data beschikbaar gesteld.

Basistabel

nvt

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Tweejaarlijks

Achtergrondliteratuur

Hazeu, G.W., C. Schuiling, G.J. Dorland, G.J. Roerink, H.S.D. Naeff en R.A. Smidt, 2014. Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland versie 7 (LGN7) - Vervaardiging, nauwkeurigheid en gebruik - juli 2014 Wageningen, Alterra. Alterra-rapport 2548. https://doi.org/10.18174/311353Hazeu, G.W., M. Vittek, R. Schuiling, J.D. Bulens, M.H. Storm, G.J. Roerink en W.M.L. Meijninger, 2020. LGN2018: een nieuwe weergave van het grondgebruik in Nederland. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 3010. 88 blz.; 22 fig.; 7 tab.; 8 ref. https://doi.org/10.18174/523996Hazeu, G., R. Schuiling, D. Thomas, M. Vittek, M. Storm en J.D. Bulens, 2023. Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland 2021 (LGN2021). Achtergronden methodiek en validatie. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 3235. 100 blz.; 10 fig.; 8 tab.; 16 ref. https://doi.org/10.18174/585714

Opmerking

LGN2021 is gevalideerd (overall accuracy 97%).

Betrouwbaarheidscodering

C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd. LGN2021 is onafhankelijk gevalideerd op basis van een steekproef van 1004 random gekozen punten. De algehele nauwkeurigheid bedraagt 97%. De nauwkeurigheid (producer accuracy) bedraagt tussen 77 en 100% voor de verschillende klassen. De betrouwbaarheid (user accuracy) ligt tussen de 80 en 100%.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Landgebruik en het landschap, 2021 (indicator 2205, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.