Reliëf in landbouw- en natuurgebieden, 2022

Schaalvergroting in de landbouw en grootschalige ruilverkavelingen hebben bijgedragen aan een vervlakking van het natuurlijke reliëf gedurende de tweede helft van de 20e eeuw. Ook in natuurgebieden vinden in het kader van verschraling en vernatting soms grootschalige ingrepen plaats waarbij de maaiveldhoogte wordt veranderd. Dergelijke aanpassingen van het maaiveld worden in de indicator Reliëf van de Monitor Landschap in beeld gebracht.

Lokaal grote veranderingen

De overzichtskaart laat zien of op agrarisch of natuurlijk terrein wijzigingen zijn opgetreden in het reliëf. De grootste dynamiek zien we in relatief kleine gebieden zoals de Deurnse Peel, Wageningse Binnenveld en Oostvaardersplassen. Een aantal van deze ingrepen is via luchtfoto's te herkennen als natuurinrichtingsprojecten of als transitie van landbouwgrond naar bouwgrond (ten zuiden van Numansdorp). Minder grote wijzigingen, die vaak over grotere oppervlaktes verspreid zijn, zijn deels in natuurgebieden en deels in agrarische gebieden te zien. Visuele controle van deze locaties laat zien dat aanwijsbaar sprake is van ophoging van agrarische percelen (bijv. op Goeree Overflakkee) of vervlakking van historische kavelpatronen door egalisatie (Groninger Waddenkust) en dat ook sprake lijkt te zijn van regulier agrarisch gebruik zoals ploegen die klaarblijkelijk de drempelwaarde van minstens 20 cm stijging of daling overschrijden. Deze situatie lijkt vooral voor te komen in kleigebieden zoals De Wieringermeer, Waddenkust en delen van Zeeland.

De gesignaleerde ingrepen hebben betrekking op maaiveld-verhoging of -verlaging groter dan 20 cm. Kleinere wijzigingen zijn kwalitatief niet goed vast te stellen. De data laat wijzigingen tot maximaal 5 meter stijging of daling zien. Dergelijke grote wijzigingen komen nauwelijks voor.

Bronnen

  • Indicator reliëf uit de Monitor Landschap

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Reliëf in landbouw en natuurgebieden

Omschrijving

Reliëfveranderingen in landbouw- en natuurgebieden

Verantwoordelijk instituut

WEnR; auteur: Peter-Paul Kuiper (Kadaster)

Berekeningswijze

Voor de samenstelling van de indicator Reliëf is gebruik gemaakt van de versies 3 en 4 van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (hierna: AHN3 en AHN4). Meer specifiek is gebruik gemaakt van de gefilterde puntenwolken, waaruit de meetgegevens van bijvoorbeeld bomen en gebouwen zijn uitgesloten. Deze bestanden zijn bedoeld om alle hoogtemetingen aan maaiveld weer te geven. Meer informatie: www.ahn.nl. De indicator reliëf kijkt primair naar wijzigingen in de maaiveldhoogte. Een plaatselijke wijziging in maaiveldhoogte wordt dus gezien als een wijziging in het reliëf. De verandering in maaiveldhoogte is berekend door de waarden in gridcellen van 2x2m van AHN4 van diezelfde cellen in het AHN3 af te trekken.Het Agrarisch Areaal Nederland is gebruikt om de locatie van de agrarische percelen te kunnen vaststellen. Meer informatie: https://www.pdok.nl/geo-services/-/article/agrarisch-areaal-nederland-a…- NatuurBeheerPlannen 2023 is gebruikt om de locatie van het landnatuur vast te kunnen stellen. Meer informatie: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-en-landschap/het-natuurbeheerplan/ De statistieklaag bevat 500x500m-rastercellen. De rasterdefinitie is afkomstig van de CBS-vierkants-statistiek. Er is gekozen voor deze rasterdefinitie om koppeling met andere vierkants-statistieken mogelijk te maken. Meer informatie: https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/nederland-regionaal/geografische-data/kaart-van-500-meter-bij-500-meter-met-statistieken

Basistabel

Niet van toepassing

Geografische verdeling

Nederland

Andere variabelen

Geen

Verschijningsfrequentie

Tweejaarlijks

Opmerking

.

Betrouwbaarheidscodering

C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Reliëf in landbouw- en natuurgebieden, 2022 (indicator 2204, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.