Lokale luchtverontreiniging, 2000-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2016 is de grenswaarde NO2 overschreden langs ongeveer 7 kilometers weg (snelweg minder dan 1 kilometer en ruim 6 kilometer overige wegen). De grootste overschrijdingen liggen rondom de grote steden, zoals Rotterdam en Amsterdam. Deze overschrijdingen komen voornamelijk door een verhoogde achtergrondconcentratie in die steden. De concentratie PM10 laat een vergelijkbaar beeld zien. De kilometer weglengte overschrijding PM10 is aanzienlijk lager (ruim 2 kilometer) en heeft alleen nog op enkele plaatsen langs lokale wegen een overschrijding van de norm. Ook hier komen de overschrijdingen mede door een verhoogde achtergrondconcentratie van voornamelijk industrie en intensieve veehouderij.
Stikstofdioxideconcentratie
De NO2 concentratie wordt vaak gebruikt als indicator voor ook andere vormen van luchtverontreiniging. De NO2 concentratie vertoont een dalende trend, die voor een groot deel komt door de ontwikkelingen in verkeer. Aangezien veel overschrijdingen in de buurt van de huidige norm liggen zal een kleine verbetering van de achtergrond een grote verandering in overschrijding kunnen opleveren. De achtergrondconcentratie is het deel van de NO2-concentratie dat veroorzaakt wordt door stedelijke, nationale en internationale bronnen zonder de bijdrage van het verkeer dat langs een meetpunt rijdt.
De kaart voor grootschalige luchtverontreiniging geeft een beeld van de jaargemiddelde concentratie van NO2 in 2016 per gebied van 1 x 1 km. De concentratie van NO2 bleef in het overgrote deel van Nederland onder de norm van de Europese Unie voor het jaargemiddelde (40 μg/m³). De lokale verhogingen van NO2 langs bijvoorbeeld drukke verkeerswegen en -straten - anders dan rijkswegen - zijn op deze kaart niet weergegeven.
De hoogste gemeten concentraties worden waargenomen op de straatstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De grenswaarde van 40 µg/m³ voor de jaargemiddelde concentratie van NO2 werd in 2016 alleen op de meetpunten in de steden Amsterdam en Rotterdam overschreden (zie ook Stikstofdioxide in lucht, 1992-2023)
Afname zichtbaar in de trend
De afname van de grootschalige NO2 concentratie in de afgelopen twintig jaar bedroeg afgaande op de meetresultaten van de regionale stations 30%. Voor stads- en straatstations was de daling 40 respectievelijk 20%. De daling is het resultaat van maatregelen bij de doelgroepen verkeer, industrie en energie. De mindere daling bij binnenstedelijke straatstations en de algemene afvlakking van de daling in de afgelopen jaren houdt mogelijk verband met de introductie van fijnstoffilters, gecombineerd met oxidatiekatalysatoren, waardoor het aandeel NO2 in de uitlaatgassen stijgt. Ook wordt de daling in emissies van stikstofoxiden door verkeer, onder andere door strengere eisen aan emissies door motorvoertuigen, voor een deel weer teniet gedaan door een toename van het aantal gereden kilometers.
Voor de blootstelling aan piekconcentraties van NO2 geldt een grenswaarde voor het uurgemiddelde. Deze mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar de waarde van 200 μg/m3 overschrijden. Dit is in Nederland al lang niet meer aan de orde, zo blijkt uit metingen.
Concentratie fijn stof
De concentratie PM10 laat een vergelijkbare trend zien als NO2. De concentraties van PM10 in de lucht zijn lager dan die van NO2. Ook de kilometer weglengte overschrijding is aanzienlijk lager. De concentraties zijn inmiddels dermate laag dat jaarlijkse fluctuatie in weersomstandigheden een behoorlijke invloed kunnen hebben in de uitkomsten. Bij PM10 leveren naast verkeer ook de industrie en landbouw een aanzienlijke bijdrage (zie ook Fijnstof (PM10) in lucht, 1992-2023)
Gezondheidsaspecten van fijn stof
Vanuit volksgezondheidsoogpunt verdient luchtverontreiniging met de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5/'roet') de meeste aandacht. De EU-Luchtkwaliteitsrichtlijn bevat normen voor de concentraties van stoffen in de buitenlucht ter bescherming van de mens en de natuur. Naast de normen uit oude richtlijnen bevat deze nieuwe normen en meetverplichtingen voor de fijnere fractie van fijn stof, PM2,5. In het algemeen geldt: hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper zij in de luchtwegen en longen doordringen. PM2,5 wordt onder andere daarom als gezondheidsrelevanter beschouwd dan PM10, ook al is de gezondheidskundige relevantie van het grove deel van het fijn stof, met een diameter tussen 2,5 en 10 μm, niet te verwaarlozen.
De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 25 µg/m3 PM2,5 wordt volgens de bestaande inzichten in Nederland momenteel niet overschreden en zeer waarschijnlijk ook niet in 2020 op basis van het huidige beleid. Dit blijkt uit de analyses van de gemiddelde concentraties in een aantal stedelijke gebieden en modelberekeningen (RIVM, 2017).
De inzichten zijn gebaseerd op berekeningen van de GCN (Grootschalige concentratiekaart Nederland). In de buurt van wegen moet bij de grootschalige concentratie een lokale bijdrage van verkeer worden opgeteld om een realistische vergelijking met de grens- en streefwaarden te kunnen maken. Dicht in de buurt van grote bronnen van energiecentrales en de industrie, zoals bijvoorbeeld de staalindustrie in IJmuiden, moet de grootschalige concentratie ook verder lokaal vertaald worden.
Toch nog overschrijdingen
Omdat Nederland van de Europese Commissie tot 2015 uitstel kreeg, hoefde Nederland tot 2015 niet te voldoen aan de norm van 40 μg/m3. Tot die tijd gold een verhoogde grenswaarde van 60 µg/m³. Deze tijdelijke grenswaarde werd niet overschreden.
Na 2015 geldt de norm van 40 μg/m3. Overschrijding van de norm vindt zowel in 2015 als 2016 alleen plaats op meetstations in de steden Amsterdam en Rotterdam.
Voor PM10 liep het verleende uitstel halverwege 2011 af. Sindsdien behoort Nederland te voldoen aan de Europese norm. De gerapporteerde overschrijdingen liggen dus daadwerkelijk boven de norm. Naast het aantal overschrijdingen langs wegen zijn er voor PM10 ook overschrijdingen in gebieden waar veehouderijen dicht bij elkaar liggen. Dit laatste betreft voornamelijk overschrijdingen van de etmaalnorm (zie ook Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen).
De grootste overschrijdingen liggen rondom de grote steden, zoals Rotterdam, Amsterdam en Utrecht. Deze overschrijdingen komen voornamelijk door een verhoogde achtergrondconcentratie in die steden in combinatie met het wegverkeer. Daarnaast zijn er een aantal etmaal overschrijdingen PM10 in concentratiegebieden van veehouderijen of industrie.Maatregelen zoals deels opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), richten zich op het oplossen van deze knelpunten.
Aantal woningen met normoverschrijding fluctueert jaarlijks sterk
De gegevens voor weglengte met een normoverschrijding voor NO2 en PM10 komen uit het NSL. Deze gegevens zijn over de jaren niet geheel vergelijkbaar, omdat de inzichten over de uitstoot van het verkeer zijn bijgesteld en omdat er veranderingen aangebracht zijn in het model.
Daarnaast zorgen de verschillen in meteo (weersinvloeden) door de jaren heen voor fluctuatie in luchtverontreinigingsconcentraties. Van jaar tot jaar varieert de concentratie van NO2 en PM10 sterk door gunstige of minder gunstige meteorologische condities (Velders en Matthijsen, 2009). Omdat het concentratiepatroon ruimtelijk nogal vlak is en doordat in veel gebieden de concentratie net boven of onder de norm ligt, veroorzaken dergelijke beperkte variaties in de concentratie grote fluctuaties in het aantal woningen met overschrijding. Daarnaast hebben de berekeningen van de concentraties op lokale schaal een beperkte nauwkeurigheid (ref. Velders, GJM, Diederen, HSMA, 2009). Een trend kan dus slechts over een langere reeks van jaren worden afgeleid.
Beleidsdoelstellingen
Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte:
- Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuur-historische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
- Nationaal Belang: Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's
De EU-Luchtkwaliteitsrichtlijn bevat normen voor de concentraties van stoffen in de buitenlucht ter bescherming van de mens en de natuur. Hierin zijn normen opgenomen voor de NO2 concentratie en fijn stof (PM10). Mede door de EU-regelgeving zoals bijvoorbeeld de strengere eisen aan emissies door motorvoertuigen, is al jaren een daling in de concentraties voor verontreinigende stoffen in de lucht zichtbaar.
Bronnen
- IenM (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den Haag: Ministerie Infrastructuur en Milieu.
- Velders, G.J.M. et al. (2012), Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland 2012, Bilthoven: RIVM.
- Velders, GJM, Matthijsen J. (2009), Meteorological variability in NO2 and PM10 concentrations in the Netherlands and its relation with EU, 2009, Atmos. Environment 2009
- Velders, GJM, Diederen, HSMA (2009), Likelihood of meeting the EU limit values for NO2 and PM10 concentrations in the Netherlands, 2009, Atmos. Environment 2009
- RIVM (2013), Monitoringsrapportage NSL 2013, 2013, Bilthoven: RIVM. RIVM rapport 680712005/2013
- RIVM (2014), Monitoringsrapportage NSL 2014, 2014, Bilthoven: RIVM. RIVM rapport 2014-0092
- RIVM (2015), Monitoringsrapportage NSL 2015, 2015, Bilthoven: RIVM. RIVM rapport 2015-0166
- RIVM (2016), Monitoringsrapportage NSL 2016, 2016, Bilthoven: RIVM. RIVM rapport 2016-0138
- RIVM (2017), Monitoringsrapportage NSL 2017, 2017, Bilthoven: RIVM. RIVM rapport 2017-0156
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Lokale luchtverontreiniging NO2 en PM10
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), auteur: Frank van Rijn
- Berekeningswijze
- Gegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en GCN (Grootschalige concentratiekaart Nederland)
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- Modelberekeningen op basis van een groot aantal (nauwkeurig) bepaalde gegevens
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Lokale luchtverontreiniging, 2000-2016 (indicator 2155, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.