Bevolkingsgroei, 2010-2015
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In de afgelopen vijf jaar (periode 2010-2015) is de bevolking in de vier grote steden aanzienlijk gegroeid. Er is een sterk verband tussen gemeentegrootte en bevolkingsgroei, want hoe kleiner de gemeente des te minder de groei. Binnen Nederland zijn de verschillen in bevolkingsdichtheid groot.
Steeds meer krimp
Tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2015 is de bevolking van Nederland met 2% toegenomen. De toename was met 5,3% het sterkst in de vier grote steden. De grote steden trokken nieuwe inwoners aan uit zowel binnen- als buitenland. Vooral Utrecht zag het inwonertal in vijf jaar tijd behoorlijk toenemen, met 8,8%. Hierbij speelde de grootschalige nieuwbouw op de Vinex-locatie Leidsche Rijn een belangrijke rol. Ook de gemeenten Lansingerland en Hendrik-Ido-Ambacht in de rand van de agglomeratie Rotterdam, Diemen en Amstelveen in de agglomeratie Amsterdam en Renswoude dicht bij Utrecht, groeiden flink. Het geringst was de bevolkingsgroei in de groep gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. In totaal nam de bevolking in deze groottecategorie met slechts 0,4% toe
In de periode 2010-2015 was de bevolkingsgroei iets hoger (2,0%) dan in de vijf daaraan voorafgaande jaren (1,6%). Tussen 2010 en 2015 groeide het aantal inwoners van de provincies Flevoland, op de voet gevolgd door Utrecht en Noord-Holland het hardst. In de provincies Drenthe, Limburg en Zeeland daalde daarentegen het inwonertal. In 93 van de 393 in 2015 bestaande gemeenten is het inwonertal in zowel de periode 2005-2010 als 2010-2015 gedaald. Deze gemeenten liggen vooral in de rurale en perifere gebieden van het land, zoals het oosten van Groningen en het zuiden van Limburg. Het sterkst (= in beide periode -3% of meer) was dat in de Groningse gemeenten De Marne en Delfzijl. Maar ook elders in het land komt krimp voor, met in beide perioden meer dan -2% bevolkingsdaling. Voorbeelden zijn in Limburg de gemeenten Stein, Kerkrade Valkenburg aan de Geul, Onderbanken, Beek en Landgraaf, in Zuid-Holland in de gemeente Strijen, in Groningen in de gemeenten Loppersum en Pekela en in Noord-Holland in de gemeente Muiden en Bergen.
174 gemeenten (44% van het totaal aantal gemeenten) kenden in beide perioden bevolkingsgroei. Meer dan 7% bevolkingsgroei in beide perioden trad op in de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht, Lansingerland en Utrecht. In de ene periode groei en in de andere krimp deed zich voor in 126 gemeenten.
Conclusie: In de afgelopen vijf jaar nam de bevolking af in ruim een derde van alle gemeenten. In de afgelopen tien jaar had zelfs meer dan de helft van de gemeenten op enig moment te maken met bevolkingsdaling.
Grote verschillen in bevolkingsdichtheid
Met 502 inwoners per vierkante kilometer land is Nederland na Malta het dichtstbevolkte land van Europa. Binnen Nederland zijn de verschillen in bevolkingsdichtheid echter groot. Het westen van ons land is ruim vier keer zo dichtbevolkt als het noorden. Hoe kleiner de regio's, des te groter zijn de verschillen. Zo is Zuid-Holland bijna zeven keer drukker dan Drenthe, en is de bevolkingsdichtheid in Den Haag 250 keer zo groot als op Schiermonnikoog. Dat eiland is niet alleen de gemeente met het kleinste aantal inwoners, maar (buiten het toeristenseizoen) ook met de meeste ruimte per inwoner: slechts 25 mensen delen er één vierkante kilometer land. In Den Haag, de gemeente met de hoogste dichtheid, zijn het er bijna 6.300. In totaal zijn er bijna 100 gemeenten met een dichtheid van 1000 of meer inwoners per vierkante kilometer land, en in 21 daarvan komt de dichtheid zelfs op meer dan 3.000 uit. Het gezamenlijke inwonertal van de gemeenten met een dichtheid van 1000 of meer bedraagt ruim 8,5 miljoen, dat wil zeggen ruim 50% van de totale bevolking van Nederland. Zij wonen op nog geen 12% van het totale Nederlandse landoppervlak. Bovenaan de ranglijst van steden met een hoge dichtheid bevinden zich dus veel steden die een relatief kleine oppervlakte hebben en sommige daarvan grenzen aan andere dichtbevolkte gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn Leiden, Haarlem, Capelle aan den IJssel, Delft, Schiedam en Gouda.
Bronnen
- CBS (2015). Statline: Regionale kerncijfers Nederland. CBS, Den Haag.
Relevante informatie
- Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, 1980-2023
- Meer gegevens over de demografische samenstelling, en prognoses van de ontwikkeling van de bevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Bevolkingsgroei, 2010-2015
- Omschrijving
- Bevolkingsgroei: groei van het inwoneraantal tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2015 gedeeld door het inwoneraantal op 1 januari 2010. Weergegeven zijn de gemeenten van 1 januari 2015.
Bevolkingsdichtheid: aantal personen per km2 land (per gemeente op 1 januari 2014). - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Carel Harmsen.
- Berekeningswijze
- Bevolkingsgroei:((inwoneraantal 1 januari 2015 - inwoneraantal 1 januari 2010) / inwoneraantal 1 januari 2010) * 100.
Bevolkingsdichtheid:Aantal inwoners / aantal km2 land - Basistabel
- Statline: Regionale kerncijfers Nederland
- Geografische verdeling
- Nederland, landsdelen, provincies, gemeenten
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de onderzoeksbeschrijving van de bevolkingsstatistiek.
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale waarneming)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2015). Bevolkingsgroei, 2010-2015 (indicator 2102, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.