Vegetatie van wegbermen 1999-2018
In de bermen van rijks- en overige wegen nemen bomen, struiken en ruigtesoorten toe, ondanks het beheer om dat te voorkomen.
Wegbermen
De totale lengte van alle rijkswegen, provinciale wegen en wegen van gemeenten en waterschappen bedroeg in 2020 ruim 141.000 km. Het grootste deel daarvan bevindt zich in de bebouwde kom. De bermen van al deze wegen beslaan gezamenlijk circa 2% van het landoppervlak in Nederland.
Bermflora
In bermen wordt ruim de helft van alle inheemse plantensoorten aangetroffen. De bermflora wordt echter vooral gekarakteriseerd door de wat algemenere soorten van droog natuurlijk grasland, ruigtes en pionierbegroeiingen; soorten die letterlijk tegen een stootje kunnen en verder weinig specifieke eisen aan hun groeiplaats stellen. Voorbeelden zijn grassen als Engels raaigras, rood zwenkgras, kropaar en glanshaver en kruiden als smalle weegbree, duizendblad, echte kamille en fluitenkruid.
Beheer bermen
Het beheer van wegbermen verschilt per beheerder, maar doorgaans is het de bedoeling om bermen niet te laten verruigen en te laten dichtgroeien met struiken en bomen. Voor de rijkswegen geldt dat er een landelijk uniform ecologisch beheer is dat is gericht op verschraling door maaien en afvoeren. De bedoeling daarvan is om bloemrijke bermen te verkrijgen en een vermindering van de voedselrijkdom van de bodem. Bijkomend voordeel is dat het onderhoud goedkoper is. Begin jaren zeventig is Rijkswaterstaat met dit verschralende beheer begonnen. Voor die tijd maaide men de bermen zes of zeven keer per jaar en bleef het maaisel liggen. Dat beheer leidde tot een soortenarme vegetatie.
Rond 2000 werden de bermen langs rijkswegen vaak twee keer per jaar gemaaid, maar inmiddels is dat nog maar eens per jaar. De uitvoering en het toezicht daarop zijn verschoven van Rijkswaterstaat naar externe aannemers.
Effecten van beheer
Monitoring van de flora van de wegbermen buiten de bebouwde kom is sinds 1999 onderdeel van het Landelijk Meetnet Flora (LMF). Uit de monitoringdata blijkt dat de kwaliteit van de grazige vegetaties van bermen afneemt. Dat blijkt vooral uit de toename van de bedekking van ruigtesoorten, zoals braam en grote brandnetel, en van bomen en struiken (zie tabbladen). Laagblijvende kruiden, zoals rode klaver (zie tabblad), gaan daardoor achteruit.
De soortenrijkdom is weliswaar iets toegenomen in rijkswegbermen (zie tabblad), maar volgens Scherpenisse et al. (2020) kan dat komen doordat de inventarisatie in de eerste meetronde wat anders verliep. De soortenrijkdom van de overige bermen is niet veranderd.
Het lijkt er op dat het huidige bermbeheer inmiddels tekort schiet om de toename van ruigtesoorten en bomen en struiken tegen te gaan. Scherpenisse et al. (2020) bevelen daarom aan om rijkswegbermen vaker dan eens per jaar te gaan maaien en ervoor te zorgen dat het materiaal daarbij goed afgevoerd wordt.
Jacobskruiskruid
Jacobskruiskruid, een voor vee giftige soort, neemt zowel toe in rijkswegbermen (zie tabblad) als in de bermen van overige wegen.
Bronnen
- Duuren, L. van, T. van der Meij, M. Rijken, M.P. van Veen & A.J. van Strien (2008). Botanische veranderingen in de Nederlandse natuurgebieden. De Levende Natuur 209 (1).
- Kalwij, J.M., K.V. Sykora en P.J. Keizer (2004). Een botanische evaluatie van 15 jaar rijkswegbermbeheer. De Levende Natuur 105 (3): 104-108.
- Scherpenisse, M.C., J. van Leeuwen, M. Koster & I. Bax, 2020. Ontwikkelingen in de bermvegetatie langs rijkswegen. Analyse 1e t/m 5e ronde meetnet bermflora. Rapport BTL Advies, Oisterwijk.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Soortenrijkdom bermen
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de soortenrijkdom in bermen en lengte wegen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- De flora van de bermen wordt naast die van bossen, houtwallen, duinen, heide, graslanden en moerassen gemeten in het Landelijk Meetnet Flora. Dit is een meetnet met circa 10.000 proefvlakken op vaste locaties, waarin eenmaal per vier jaar alle plantensoorten worden geteld. Circa 600 van deze proefvlakken liggen in de bermen van provinciale, gemeente- en waterschapswegen buiten de bebouwde kom. Daarnaast zijn er circa 1200 meetpunten in de bermen van rijkswegen. De meeste bermplots liggen in grasland.
De lengte van wegen is afkomstig van de CBS publicatie "Lengte van wegen" die gebaseerd is op het Nationale Wegenbestand. De lengte van de gemeentewegen bevat zowel de wegen binnen als buiten de bebouwde kom. De lengte van de wegen is een totaal van hoofdrijbanen, verbindingsbanen en overige rijbanen.De trend in de bedekking is over de gehele periode in 2021 met zogenaamde betaregressie berekend (Irvine et al., 2019). . Daardoor kunnen de cijfers enigszins afwijken van die in voorgaande versies van de indicator. - Basistabel
- zie tabblad figuurdata onder download figuurdata
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
- Duuren, L. van, T. van der Meij, M. Rijken, M.P. van Veen & A.J. van Strien (2008). Botanische veranderingen in de Nederlandse natuurgebieden. De Levende Natuur 209 (1).Irvine, K.M., Wilson J.W., Shanahan, E.K. & Rodhouse, T.J. (2019). Cohesive framework for modelling plant cover class data. Methods in Ecology and Evolution, 10:1749-1760.Scherpenisse, M.C., J. van Leeuwen, M. Koster & I. Bax, 2020. Ontwikkelingen in de bermvegetatie langs rijkswegen. Analyse 1e t/m 5e ronde meetnet bermflora. Rapport BTL Advies, Oisterwijk.
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2021). Vegetatie van wegbermen 1999-2018 (indicator 1433, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.