Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Na de herijking is het Natuurnetwerk Nederland in omvang teruggebracht. Daarbij is een deel van de Natura 2000-gebieden (ruim 27.000 hectare) buiten het Natuurnetwerk komen te liggen. Deze gebieden kennen een smaller beschermingsregime dan de Natura 2000-gebieden binnen het Natuurnetwerk.

Wijzigingen in oorspronkelijk beoogde omvang Natuurnetwerk

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen de 'Ecologische Hoofdstructuur' (EHS), is een netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden en werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan van het ministerie van LNV. Het doel van het NNN is de achteruitgang van het areaal aan natuur en van de biodiversiteit te stoppen door een samenhangend netwerk van natuurgebieden te creëren. Dit wordt gedaan door natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden door verwerving, inrichting en beheer van aangrenzende en tussenliggende landbouwgronden. De provincies zijn verantwoordelijk voor het realiseren van dit netwerk.

In 1990 was de omvang van de bestaande natuur in het Natuurnetwerk volgens het Rijk 435.500 hectare (LNV 1990). De toen beoogde uitbreiding, die in 2018 gerealiseerd moest zijn, was ca. 275.000 hectare groot. Deze uitbreiding werd vorm gegeven door nieuwe natuur (ca. 175.000 ha verwerving, inrichting en particulier natuurbeheer) en agrarisch natuurbeheer (ca. 100.000 ha). In het Natuurpact van september 2013 hebben Rijk en provincies hun nieuwe ambities om natuur in Nederland te ontwikkelen en te behouden vastgelegd voor de periode tot en met 2027. De meeste provincies hebben de Ecologische Hoofdstructuur herijkt en de naamgeving is veranderd naar Natuurnetwerk Nederland. Bij deze herijking is de focus verlegd naar de internationale natuurverplichtingen. Zo heeft de provincie Noord-Brabant het netwerk verdeeld in een rijksdeel en een provinciaal deel. Het rijksdeel bestaat uit die gebieden waarvoor het Rijk een Europese verantwoordelijkheid draagt (Natura 2000 en Kaderrichtlijn Water, KRW). Door de herijking maken, soms grote, delen van de vroegere EHS geen deel meer uit van het NNN. In de meeste provincies zijn natuurgebieden die buiten het NNN zijn komen te liggen, toegevoegd aan provinciale groene netwerken.

Na de herijking is de omvang van het NNN teruggebracht naar ca 695.000 ha (exclusief grote wateren). Niet de hele begrensde NNN zal ook natuurgebied worden; een klein deel van het areaal is nog zoekgebied voor nieuwe natuur en een klein deel zal worden gerealiseerd met agrarisch natuurbeheer. Alle provincies hebben het Natuurnetwerk inmiddels planologisch begrensd en opgenomen in omgevingsplannen, omgevingsverordeningen, structuurvisies en ruimtelijke verordeningen. Naast het Natuurnetwerk op het land zijn alle rijkswateren, waaronder Waddenzee, IJsselmeer, Zeeuwse delta en Noordzee aangewezen als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland.

Niet alle Natura 2000-gebieden volledig onderdeel van het NNN

De Nederlandse Natura 2000-gebieden beslaan momenteel ruim twee miljoen hectare (waarvan 83% open water, inclusief de kustwateren, Klaverbank, Friese front en Doggersbank). In Nederland liggen de Natura 2000-gebieden grotendeels binnen het Natuurnetwerk Nederland. Een deel van de Natura 2000-gebieden (ruim 27.000 hectare) is geen onderdeel van het Natuurnetwerk. Dit betreft vooral agrarische gebieden zoals Arkemheen, Polder Zeevang, uiterwaarden van de Rijntakken, het Oude land van Strijen en delen van de Wieden. Soms zijn deze gebieden ondergebracht in een nieuwe beleidscategorie bijvoorbeeld een 'Groene Ontwikkelingszone'. Deze hebben een andere bestemming dan natuur en een ander 'smaller' (beperkter) beschermingsregime (ja, mits) dan de gebieden in het NNN. Zo kunnen bedrijven in deze gebieden uitbreiden, mits de kernkwaliteiten worden behouden bijvoorbeeld door landschappelijke inpassing.

In Natura 2000-gebieden gelegen in het NNN worden namelijk - behalve de specifieke soorten en habitattypen die via de Natuurbeschermingswet worden beschermd - ook de zogeheten wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden beschermd door het 'nee, tenzij'-regime uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en uitgewerkt in de provinciale ruimtelijke plannen en verordeningen. Onder deze wezenlijke kenmerken vallen bijvoorbeeld ook landschappelijke kenmerken. Het 'nee, tenzij'-regime geldt niet voor Natura 2000-gebieden buiten het NNN. Bovendien is verwerving van gronden beperkt tot het NNN waardoor uitbreiding van bestaande (weidevogel)reservaten in de Natura 2000-gebieden buiten het NNN niet zal plaatsvinden. Dit betekent dat voor Natura 2000-gebieden buiten het NNN de mogelijke maatregelen om de natuurkwaliteit te verbeteren beperkter zijn.

Vorderingen in bescherming Natura 2000-gebieden

De Natura 2000-gebieden zijn onderdeel van een netwerk van natuurgebieden in de Europese Unie die beschermd worden op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen geven aan welke typen natuur (habitattypen) en welke soorten beschermd dienen te worden. Nederland is verplicht de soorten en habitattypen in een gunstige staat van instandhouding te houden of te brengen. De lidstaten wijzen daarvoor speciale beschermingszones (Natura 2000-gebieden) aan en moeten maatregelen nemen die nodig zijn om de habitats en/of de populaties van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, in een gunstige staat van instandhouding te behouden of te herstellen. De instandhoudingsdoelstellingen zijn opgenomen in de aanwijzingsbesluiten voor de Natura 2000-gebieden. Nederland werkt de doelstellingen per gebied uit in een zogenoemd Natura 2000-beheerplan. Een beheerplan moet binnen drie jaar na aanwijzing van het gebied als Natura 2000-gebied zijn vastgesteld. Per juli 2017 zijn bijna alle Natura 2000-gebieden definitief aangewezen of de besluiten ervan getekend. Van de gebieden Krammer-Volkerak en Zoommeer moet het ontwerpbesluit voor aanwijzing nog worden vastgesteld en gepubliceerd. Van de beheerplannen waren er 41 vastgesteld tot en met juni 2017.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Begrenzing Natuurnetwerk Nederland en de Natura 2000-gebieden
Omschrijving
De indicator geeft de begrenzingen weer van de gebieden vallend onder het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de Natura 2000-gebieden binnen/buiten het NNN. Bovendien geeft de indicator aan welke gebieden uit de EHS na herijking niet meer terugkomen in de NNN.
Verantwoordelijk instituut
WOT Natuur & Milieu, WUR, Wageningen (Marlies Sanders)
Berekeningswijze
Kaartcombinatie in GIS (Union) van:
- De kaart van het NNN is onderdeel van de voortgangsrapportage natuur (IPO 2015).
- Netto EHS 2005 onderdeel van de Nota Ruimte
- Alle rijkswateren zijn NNN maar staan niet op de NNN-kaart van het IPO. In 2005 waren ook alle rijkswateren EHS. De rijkswateren op de kaart zijn daarom overgenomen van de begrenzing van de netto EHS 2005 van de Nota Ruimte.
- Natura 2000-gebieden 17 feb 2015.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Sanders, M.E., G.W.W Wamelink, R.M.A. Wegman & J. Clement (2016). Voortgang realisatie nationaal natuurbeleid; Technische achtergronden van een aantal indicatoren uit de digitale Balans van de Leefomgeving 2016. WOt-technical report 79. WOT Natuur & Milieu, WUR, Wageningen.
Betrouwbaarheidscodering
Beleidskaarten zijn vastgesteld.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2017). Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden (indicator 1425, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.